Foto's Begraafplaatsen Frankrijk
Begraafplaatsen Frankrijk | opmerkingen | aantal |
|
|
|
Amerikaanse begraafplaatsen |
|
|
14246 | ||
|
|
|
Duitse begraafplaatsen |
|
|
| 1314 | |
4750 | ||
| 2330 | |
| 1119 | |
| 17031 | |
| 44833 | |
| 11422 | |
| 1550 | |
|
|
|
Franse begraafplaatsen |
|
|
| 3175 | |
CWGC graf Corporal A.E King Royal Garrison graf 582 |
| |
45 CWGC . Shot at down driver James Spencer rij B graf 2. Monument Philippe Thibaut | 45 | |
| 11443 | |
|
| |
| 20000/ massagraf 20000 | |
|
| |
| 834 | |
| 8566 | |
15000 / 130000 |
Afkortingen begraafplaatsen :
BEL : Belgische militaire graven
BURGER : Burger graven (oorlogsslachtoffers, verzet, oud-strijders,enz )
CWGC : Commonwealth War Graves Commission
DEU : Duitse graven
FRA : Franse militaire graven
USA : Amerikaanse graven
Departement Somme | info - plan | aantal | opmerkingen |
44 |
| ||
3500 | -Op de begraafplaats ligt Sergeant Harold Jackson, die een Victoria Cross kreeg voor zijn dappere acties. | ||
3187 | -Samuel Forsyth, sergeant bij de New Zealand Engineers ontving het Victoria Cross (VC). Onder zwaar mitrailleurvuur werden onder zijn leiding drie vijandelijke machinegeweren onschadelijk gemaakt. Bij het oprukken naar zijn doel zocht hij naar steun van een tank maar werd daarbij gewond. Nadat de tank werd geraakt organiseerde hij met de bemanning een sectie waarna hij enkele vijandelijke machinegeweren uitschakelde. Op dat moment werd hij gedood door een sluipschutter. Hij was 27 jaar.
-James Cleland Richardson[3], soldaat (piper) bij de Canadian Infantry ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn onverschrokken inzet bij het evacueren van gewonde en krijgsgevangen soldaten onder hevig vijandelijk vuur. Bij het terughalen van zijn doedelzak werd hij door artillerievuur gedood. In 1920 werden zijn stoffelijke resten gevonden en bijgezet op deze begraafplaats. Hij was 20 jaar.
-de officieren Vernon Savile Beevor, D. H. Bell, Charles Robert Ewbank Edmundson, Charles Matthew Howard en Clarence Eli Lee werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de militairen J. McHaffie, Arthur G. Rutter, Alfred Keith Scott, Arnold Willerton en William Wright ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). | ||
889 |
| ||
2543 | -T.I.W. Wilson, kapitein bij het Manchester Regiment; Arthur Henry Hall, kapitein bij de Somerset Light Infantry en Alec Edward Boucher, luitenant bij het Royal Warwickshire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-F.J. Rowe, compagnie sergeant-majoor bij het King's Royal Rifle Corps werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-W. Montgomery, matroos bij de Royal Naval Volunteer Reserve werd onderscheiden met de Distinguished Service Medal (DSM).
-compagnie sergeant-majoor I. Williams, sergeant John Boyd, eerste matroos T. Brown en soldaat T.J. Fulbrig ontvingen de Military Medal (MM). | ||
15 |
| ||
486 | -Trevor Howard Beves, kapitein bij het Border Regiment en Hamilton Moss, kapitein bij de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Thomas St. John, onderluitenant bij de 1st Bn. attd. 11th Coy. Machine Gun Corps; Harold Gibson Smith, compagnie sergeant-majoor bij het 7th Bn. Lincolnshire Regiment en William George Spinks, sergeant bij het Hertfordshire Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-compagnie sergeant-majoor Albert Jacob Gibbon; de korporaals Arthur Thomas Cooke en W. Taylor; de soldaten Bernard Edward Binks en Daniel Perceval Ratcliffe en matroos William Henry Davies ontvingen de Military Medal. Laatstgenoemde ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). | ||
472 | -Herbert Graham Barber, kapitein bij het York and Lancaster Regiment; Ernest Edward Sykes, kapitein bij de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) en Sydney Philip Hannan, luitenant bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-sergeant Thomas Henry Clarke van de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) en korporaal E.J. Wilkinson van het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-De sergeanten A. Boldison en George Edward Golby ontvingen de Military Medal (MM).
-Er liggen 4 militairen begraven waarvan men zeker weet dat ze slechts 17 jaar oud waren toen ze sneuvelden. | ||
613 |
| ||
380 |
| ||
410 |
| ||
185 | -A.E. Swell, kapitein bij het Northamptonshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Henry Douglas Jackson, onderluitenant bij het East Yorkshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-G. Hewett, sergeant bij de Royal Field Artillery verkreeg de Military Medal (MM). | ||
2 |
| ||
182 | -de sergeanten Ernest Jones van het Welsh Regiment en Owen Thomas Thomas van de Royal Horse Artillery werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Naast de officiƫle grafzerk van kapitein Harold Oscar Teague, staat een private gedenksteen met volgende tekst: In Loving Memory of the late Captain H. O. Teague, Killed in action on 14 February 1917 As a token of love and admiration from the NCOs and men of the 2nd Australian Field Ambulance | ||
181 |
| ||
713 |
| ||
945 | -Percy Wellesley Chapman, kapitein bij de Australian Infantry, A.I.F. en C.R. Coventry, compagnie sergeant-majoor bij de Duke of Cornwall's Light Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-R. Webb, compagnie sergeant-majoor bij het Royal Berkshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de compagnie sergeant-majoors A.J. Rowland en J.C. Clark; de sergeanten P. Roughley, Thomas Gregory, O.J. Perry en H. Hankins; korporaal Gordon O'Brien en soldaat Thoma McGinn ontvingen de Military Medal (MM).
-de Britse soldaat F. Bellamy is als 17-jarige het jongste en de Australische soldaat James George Osborn is met zijn 50 jaar het oudste slachtoffer op deze begraafplaats. | ||
1026 |
| ||
33 |
| ||
| 592 | -Shot At Down private A G Earp plot 1 rij C graf 12 | |
709 | -VC lieutenant -colonel John Stanhope Collings-Wells plot 3 rij E graf 12 | ||
104 |
| ||
875 |
| ||
279 |
| ||
| 3 |
| |
538 |
| ||
6 |
| ||
771 |
| ||
826 | -Shot at down: private E W Harris rij Z graf 11 driver R Murray rij Z graf 10 | ||
5571 | -Op 6 november 2004 werden de stoffelijke resten van een onbekende Nieuw-Zeelandse soldaat door leden van de Commonwealth War Graves Commission opgegraven en na een plechtige ceremonie aan het New Zealand Memorial Longueval[3] in Frankrijk, naar het graf van de Onbekende Soldaat in het National War Memorial[4] in Wellington, Nieuw-Zeeland, overgebracht. Op de plaats van zijn graf staat een zerk met volgende tekst in het Maori en Engels: The former grave of a New Zealand soldier who was laid to rest in the thomb of the unknown warrior at the National War Memorial in Wellington New Zealand
-William Drysdale, luitenant-kolonel bij de Royal Scots, 2nd Bn. Commanding 7th Bn. Leicestershire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-de kapiteins John Brine Mitchell en Alfred George Hayman en de luitenants W. White, Thomas Johnson en Samuel Raymond Thurnhill werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-compagnie sergeant-majoor Edward Henry Egerton werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-de onderluitenant A.J. Cunningham, de sergeanten R. Phillips, William Arthur Roulston en W.H. Chapman en de korporaals Alfred Westacott, H.D. Skeels en P. Wardlaw werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn nog 24 militairen die de Military Medal (MM) hebben ontvangen. | ||
380 |
| ||
| 1 |
| |
1510 |
| ||
1288 | -E.C. MacLaren, kapitein bij de Lancashire Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-James Davidson, soldaat bij de Black Watch (Royal Highlanders) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de compagnie sergeant-majoors G.A. Brown, J. Bennett, C. Cox en Edward Elisha Iredale; de sergeanten G. Warwick, H.E. Morse, G. Urquhart en David Harkness Blakey en de korporaals J. Dennis en Albert Ernest Nelson werden onderscheiden met de Military Medal (MM). | ||
289 | -William Henry Short, soldaat bij het 8th Bn. Yorkshire Regiment, ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden bij een aanval waarbij hij zwaar gewond werd. Hij weigerde zich terug te trekken en liggend in een greppel hielp hij zijn kameraden door het klaar maken en aanreiken van munitie. Hij stierf vooraleer hij kon worden geƫvacueerd op 7 augustus 1916. Hij was 31 jaar.
-Arthur Lloyd Jones, kapitein bij de Royal Welsh Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de korporaals A. English, J. Mackay en S. Ropers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de korporaal C. How en de soldaten J. Burton en J. Johnson werden onderscheiden met de Military Medal (MM). | ||
1969 |
| ||
2053 | -Frederick Leonard Sharp, luitenant-kolonel bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Orde van Sint-Michaƫl en Sint-George (CMG).
-Hugo Beaumont Burnaby, luitenant-kolonel bij het The Queen's (Royal West Surrey Regiment), Norman Walford Broughton, kapitein bij het Royal Army Medical Corps, John Peake Knight, kapitein bij de Royal Field Artillery en Isaac Arthur James Pask, kapitein bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Laatstgenoemde werd ook nog onderscheiden met het Military Cross (DSO MC).
-majoor Aston Giffard Astley, de kapiteins Charles Roy Limbery en William John Banks, de luitenants James Frederick Venmore en Reginald Hugh Lawson en onderluitenant Harold Harding Linzell werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de onderluitenants W.C.S. Warr en Albert William Webb, compagnie sergeant-majoor A. Cook, de sergeanten Frank Davis, C. Dawson, H. Long, J. Mc Nulty en H.A. Morris, korporaal E.J. Swanborrough, kanonnier C. Lailey en soldaat E. Salisbury werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-26 militairen ontvingen de Military Medal (MM). | ||
768 |
| ||
5523 | -Albert Gill, sergeant bij het 1st Bn. King's Royal Rifle Corps, ontving het Victoria Cross (VC). Op 27 juli 1916 was zijn peloton in een hevige strijd verwikkeld met de vijand waarbij hij op moedige wijze zijn peloton kon hergroeperen en de verdediging organiseren waardoor zij hun stelling konden behouden. Hij sneuvelde hierbij in de leeftijd van 36 jaar.
-Herbert Philip Gordon Cochran, luitenant-kolonel bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-G.E. Vaughan, majoor bij de Coldstream Guards; de kapiteins Theodore Oscar Purdon van het Leinster Regiment; T.H. Dixon en P.A. Blythe van het Manchester Regiment; Humphrey Dowson van het King's Royal Rifle Corps en Edward Hegarty van het Royal Irish Regiment en onderluitenant J.G.M. Henderson van de Rifle Brigade werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de onderluitenants E.E. May en Harold Ernest Wheeler; de sergeanten J. Litherland en W.G. Blakemore en de soldaten J. Meston, F. Doolan en J. Robertson werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Compagnie-kwartiermeester sergeant H. Favell ontving daarbij ook nog de Military Medal (DCM, MM).
-er zijn nog 20 militairen die de Military Medal ontvingen (MM).
-James Rathband, soldaat bij het 9th Bn Royal Dublin Fusiliers was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde op 9 september 1916. | ||
5523 |
| ||
128 |
| ||
2167 | -VC Serjeant Thomas James Harris plot 8 rij J graf 20 | ||
| 3 |
| |
1573 | -Edward Dwyer, korporaal bij het 1st Bn. East Surrey Regiment verkreeg het Victoria Cross (VC). Onder hevig vijandelijk vuur veroverde hij op 20 april 1915 een vijandelijke loopgraaf bij Hill 60 in Zillebeke. Diezelfde dag bracht hij ook tijdens een hevige granaatbeschieting verschillende gewonde kameraden in veiligheid. Hij werd ook vereerd met de Cross of St. George (Russia). Hij sneuvelde op 20-jarige leeftijd op 3 september 1916.
-James Mortimer, luitenant-kolonel bij het Yorkshire Regiment werd vereerd met de Order of Saint Michael and Saint George (CMG).
-Hugh Bertie Henriques Johnston, majoor bij de Royal Garrison Artillery en Guy Egerton Kidd, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-luitenant-kolonel Arthur Percival Hamilton; majoor J.R. Trinder; de kapiteins Albert Baswitz, Walter Robert Goodrick, Charles Edward Pierce Henderson, Thomas Aloysius Kelly, P.A.C. Maginn, E.C. Squires, Bernard Beck en Groves Edward Daniell; de luitenants W.N. Reed, Charles Joseph Cadman, L.W. Mobberley en Frederick Vivian Ward-Jones en de onderluitenant John Beausire Copeland Capper werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Kapitein George Leonard Goodes ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar).
-sergeant-majoor H. Squelch van de Royal Field Artillery en soldaat W.B. Worsfold van het Devonshire Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-nog 20 militairen ontvingen de Military Medal (MM).
-Op deze begraafplaats liggen 3 maal 2 broers naast elkaar begraven. Henry en Thomas Hardwidge (11 juli 1916), Ernest en Herbert Philby (21 augustus 1916) en Arthur en Leonard Tregaskis (7 juli 1916). | ||
161 |
| ||
134 | -Ronald Henry Greig, majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -E. Banks, Ernest Barnes, H. Pragnell en Andrew Carswell Todd ontvingen de Military Medal (MM). | ||
| 3 |
| |
210 |
| ||
102 | -Ronald Henry Greig, majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -E. Banks, Ernest Barnes, H. Pragnell en Andrew Carswell Todd ontvingen de Military Medal (MM). | ||
1680 |
| ||
389 |
| ||
1395 |
| ||
186 |
| ||
3137 |
| ||
2265 | -John Collier Stormonth-Darling, luitenant-kolonel bij de Cameronians (Scottish Rifles) en G.A. Stacey, majoor bij het London Regiment (Royal Fusiliers) werden onderscheiden met de Distinguished Service Medal (DSO).
-Leopold Reginald Hargreaves, kapitein bij de Irish Guards en Frank Everard Boundy', luitenant bij de The King's (Liverpool Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-F. Baker, compagnie sergeant-majoor bij de The Buffs (East Kent Regiment); F. Bowler, sergeant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) en H. Calvert, soldaat bij het Royal Army Medical Corps werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant George Harold Barlow; de korporaals Ernest George Woolridge, J. Cray, A. Edwards, A.S. Knight en George Lovell en artillerist Gravatt Bundell Hobgen ontvingen de Military Medal (MM).
-Raymond Asquith, luitenant bij het 3rd Bn Grenadier Guards was een zoon van de toenmalige Britse Eerste Minister Herbert Asquith. Hij sneuvelde op 15 september 1916 in de leeftijd van 37 jaar. | ||
494 | -de luitenant-kolonels Frederick John Saunders van de Royal Marine Light Infantry en Ernest Charles Patrick Boyle van de Honourable Artillery Company werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-William Stewart Robertson, luitenant bij de Black Watch (Royal Highlanders) werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-James Hamilton Murray, sergeant bij de Royal Marines werd onderscheiden met de Distinguished Service Medal (DSM).
-W.H. Ginn, sergeant bij de Royal Inniskilling Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten C.E. Ball en F. Foster, matroos Arthur Kirkpatrick McLeod en de korporaals E.J. Brown en Harold Scott Lowe ontvingen de Military Medal (MM) waarbij laatstgenoemde deze onderscheiding tweemaal ontving (MM and Bar). | ||
153 | -Henry James Heath, luitenant bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC) | ||
214 | -Arthur William Fraser, onderluitenant bij het Border Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -sergeant W. Harris en soldaat P. Quinn ontvingen de Military Medal (MM). | ||
599 | -VC private Robert Mactier plot 2 rij J graf 3 -VC second lieutenant George Edward Cates plot 1 rij G graf 15 | ||
| 46 | -soldaat James Armstrong van de Black Watch (Royal Highlanders) ontving de Military Medal (MM). | |
548 |
| ||
8 |
| ||
4039 | -Henry David Jennison, luitenant bij het Royal Armoured Corps en Gordon Sterling, luitenant bij de Scots Guards werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-William Hosie Dryden, sergeant bij het Canadian Army Medical Corps en George Robert Pearson, sergeant bij de Durham Light Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-onderluitenant William Anthony Langsdale; de sergeanten James Lindsay Greenwood, Alfred John Oliver Humphreys, Marcel Renaud en Charles W. West; korporaal Joseph Wainwright en soldaat Francis Clarence Irwin ontvingen de Military Medal (MM).
-David Henderson, kapitein bij het 8th Bn Middlesex Regiment. Hij sneuvelde op 15 september 1916. Zijn vader was in 1916 de eerste leider van de Britse Labour Party die door de toenmalige Eerste Minister Herbert Asquith uitgenodigd werd om deel uit te maken van zijn regering.
-Op 29 april 2008 werden de stoffelijke overblijfselen van een onbekende soldaat van het Gloucestershire Regiment begraven. Deze waren toevallig door Nederlandse toeristen in de omgeving gevonden. | ||
223 | -Cecil William Chandler, kapitein bij de Royal Munster Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-William Cropper Broster, korporaal bij het The King's (Liverpool Regiment) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM) en de Military Medal (MM). | ||
1542 | -James Yuill Turnbull, sergeant bij de Highland Light Infantry werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC) voor de vastberadenheid en de moed die hij, ondanks zware verliezen tijdens hevige vijandelijke aanvallen, betoonde bij het verdedigen van zijn positie. Later werd hij bij een tegenaanval door artilleriebeschietingen gedood. Hij was 32 jaar.
-kapitein R. Kirk en luitenant Vernon Rains Holmes, beiden van het Cheshire Regiment en onderluitenant Frederick Arthur Innes van de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de korporaal W. J. Pelan en soldaat W. Gray werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Korporaal C. J. Clarke ontving ook nog de Military Medal (DCM, MM).
-er zijn nog 11 andere militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. | ||
488 |
| ||
311 |
| ||
foto's Mericourt-l' Abbe gemeentelijke begraafplaats extension | 422 |
| |
95 |
| ||
333 |
| ||
345 |
| ||
1305 | -Edward Vezian Ellis, luitenant bij de Royal Naval Volunteer Reserve werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -luitenant David Frederick Mackness Hackett en soldaat D. Jones werden onderscheiden met de Military Medal (MM). | ||
| 29 |
| |
75 |
| ||
56 |
| ||
126 |
| ||
549 |
| ||
3559 |
| ||
103 | -F.W. Walshe, kapitein bij de South Wales Borderers; Alexander Frazer, onderluitenant bij de Highland Light Infantry; David Kerr en Robert Warnock, beiden onderluitenant bij de Royal Scots Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-George Harold Toseland, soldaat bij het Northamptonshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-W. Barter, kanonnier bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Military Medal (MM). | ||
1348 |
| ||
64 |
| ||
100 |
| ||
2767 | -Sergeant Claude Charles Castleton van het 5th Coy. Australian Machine Gun Corps sneuvelde op 29 juli 1916. Hij kreeg het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens het evacueren van gewonde soldaten onder hevig vijandelijk vuur. Bij zijn laatste poging werd hij zelf getroffen en stierf onmiddellijk. Hij was 23 jaar.
-kapitein Keith Heritage en compagnie sergeant-majoor Georges Alfred Morris, beiden van de Australian Infantry, A.I.F.; Richard Conway Lowe, kapitein bij het Royal Warwickshire Regiment; George Brown Cameron, luitenant bij het Army Service Corps en Douglas Fraser Bruce, onderluitenant bij de Rifle Brigade werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de sergeanten Cecil Raymond Heaton en Robert George Stone van de Australian Infantry, A.I.F. en sergeant Daniel Greene van de Northumberland Fusiliers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde ontving ook de Military Medal (MM).
-er zijn nog 22 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen waarbij compagnie sergeant-majoor Peter Lamb ook nog onderscheiden werd met de Meritorious Service Medal (MSM). | ||
755 | -Gordon Stevenson Winnifrith, kapitein bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de sergeanten Thomas Graham en Roderick Lionel Lemm en de korporaal D. MacKintosh ontvingen de Military Medal (MM). | ||
93 |
| ||
154 |
| ||
279 |
| ||
67 |
| ||
2280 | -Herbert Golden Dix, onderluitenant bij de Queen's Own (Royal West Kent Regiment) en H. W. Nicholls, onderluitenant bij de Northumberland Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-George Ernest Vincent, onderluitenant bij het Middlesex Regiment; G. Potts, compagnie sergeant-majoor bij de Durham Light Infantry; E.J. Green, compagnie sergeant-majoor bij het Royal Sussex Regiment, P.H. Crockett, sergeant bij de Canadian Infantry en W. Grayley, sergeant bij het Yorkshire Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn 15 militairen die onderscheiden werden met de Military Medal (MM) waaronder sergeant A.R. Wood die deze onderscheiding tweemaal ontving (MM and Bar).
-Ervin D. Shaw was een Amerikaanse luitenant-piloot, toegevoegd aan het 48th Squadron Royal Air Force. Hij sneuvelde op 9 juli 1918 in de leeftijd van 24 jaar en ligt begraven naast zijn observator T. W. Smith.
-Er liggen drie militairen begraven waarvan men zeker weet dat ze slechts 17 jaar oud waren toen ze sneuvelden. | ||
498 | -Shot at down : private Alexander Butler plot 4 rij M graf 5 Driver Thomas Grant Hamilton plot 3 rij K graf 5 Driver James Mullany plot 3 rij K graf 4 Private John Cameron plot 2 rij A graf 7 | ||
771 |
| ||
7135 |
| ||
263 |
| ||
214 |
| ||
214 |
| ||
155 |
| ||
139 | -Shot at down : private Frederick Wright plot 1 rij C graf 7 private Benjamin Albert Hart plot 1 rij C graf 10 private Frederick Stead plot 2 rij C graf 1 | ||
600 | -korporaal Arthur J. Clarkson en soldaat John Gilhooly ontvingen de Military Medal (MM). | ||
203 | -Ivan Brunker Sherbon, majoor bij de Australian Infantry, A.I.F. werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-James Rankin, sergeant bij de New Zealand Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten Wilfred Campbell Rimmer en S.L. Seath en de soldaten Harry Raymond Walters en Albert Farr werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-J. H. Cave en William Pennal zijn de jongste gesneuvelden op deze begraafplaats. Zij waren 17 jaar en dus onder de toegelaten leeftijd (18 jaar) om dienst te nemen. | ||
29 |
| ||
195 |
| ||
428 | -korporaal Richard Edward Hynes werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten C.E. Howcroft en Harry Bremner en de soldaten R. Irwin, James Cotter, W.C. Millward en L. Yalden ontvingen de Military Medal (MM). |
Departement Nord | info - plan | aantal | opmerkingen |
1012 |
| ||
146 |
| ||
1 |
| ||
| 32 |
| |
195 | -Herbert Selwyn Aston, majoor bij de Highland Light Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-soldaat F. Bush van de Australian Infantry, A.I.F en Albert Edward Morris, sergeant bij het Machine Gun Corps werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde ontving ook de Military Medal (DCM, MM).
-korporaal George Thomas Spacksman en de soldaten Walton Blezard, Charles Edwin Nutt en T. Ward ontvingen de Military Medal (MM | ||
227 | -J. Plowman, kapitein bij het Leinster Regiment en Hubert Lawrence Grogan, kapitein bij het Worcestershire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-regiment sergeant-majoor Henry Michael Murphy en soldaat T.W. Saville werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten Edwin Willis Jim Fox, Sydney Frederick Hawke en Herbert William Robinson, korporaal Frederick John Dean en de soldaten W. Cunningham en Henry Starr ontvingen de Military Medal (MM). | ||
90 | -D. O'Neil, soldaat bij de Argyll and Sutherland Highlanders werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-W. Gordon, korporaal bij de Cameronians (Scottish Rifles) werd onderscheiden met de Military Medal (MM) | ||
| 15 |
| |
991 | -George St. John Fancourt McDonald, majoor bij de Australian Heavy Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Kenneth Thomas Limbery, kapitein bij het Royal Army Medical Corps; Edward Cheney, luitenant bij de Australian Infantry, A.I.F.; John Neville Dennis, luitenant bij het Machine Gun Corps; Llewellyn Foster Edwards, luitenant bij het South Lancashire Regiment; John Henry Pickersgill, luitenant bij het Cheshire Regiment en Colin Gernon Palmer Campbell, luitenant bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Richard le Brun Nicholson, majoor bij het Cheshire Regiment ontving tweemaal deze onderscheiding (MC and Bar).
-de sergeanten Alfred Callaway Larter en George Richard Quinton en de korporaals Frederick Arthur Holmes, George Mears, H. Tallon en George William Batchelor werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-William John Clement Solomon, soldaat bij het Royal Warwickshire Regiment werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-Military Medal soldaat Edward Howard Pickard tweemaal (MM and Bar).
-Elise Kemp was een Nieuw-Zeelandse verpleegster bij de Territorial Forces Nursing Service. Zij kwam om tijdens een luchtaanval op 20 november 1917. | ||
963 | Shot at down : driver B De Fehr plot 1 rij A graf 13 | ||
| 9 | -James Patrick Murphy, sergeant-majoor bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Duncan McLean, onderluitenant bij het Otago Regiment, N.Z.E.F werd onderscheiden met de Military Medal (MM). | |
589 | -Stuart Campbell Taylor, brigadegeneraal bij de General Staff, 93rd Inf. Bde. late commanding 15th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) ontving de Distinguished Service Order (DSO). Hij was 45 jaar toen hij sneuvelde op 11 oktober 1918 en is de hoogste in rang op deze begraafplaats.
-kapitein Johannes Christoffel Scheepers, de luitenants Alfred Thomas Hill, Cleve James Scott en Colin Lawson Smith en de onderluitenants William Henry Banham, R. Dean, Douglas Cecil Mackie en James Veitch werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Kapitein G. Rowley ontving deze onderscheiding driemaal (MC and 2 Bars).
-de sergeant-majoors John Patrick Gallagher en Edward John Leonard en de sergeant Thomas Read werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-de sergeanten Thomas Faulkner Lyttle en Ernest Edward Simmonds en de korporaals Frank Wright en Frederick Septimus Knagg ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde ontving ook nog de Military Medal (DCM, MM).
-Soldaat Harry Hendricks van het 2nd Bn. Leinster Regiment werd wegens desertie geƫxecuteerd op 23 augustus 1918. Hij was 46 jaar. | ||
442 | -Colin Balfour, majoor bij het East Yorkshire Regiment; D. Oake, kapitein bij het General Service Corps en Walter Collings, luitenant bij het Monmouthshire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Moses Heaslip, sergeant bij het Military Police Corps werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-Herbert Thomas Starkey, kanonnier bij het 32nd Field Regt Royal Artillery was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde op 27 mei 1940.
-Charles William Knight, soldaat bij het 10th Bn. Royal Welsh Fusiliers, werd wegens moord gefusilleerd op 15 november 1915. Hij was 28 jaar | ||
| 52 |
| |
124 |
| ||
| 6 |
| |
| 235 | -Ronald Sinclair Kennedy, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Joseph Mitchell, compagnie sergeant-majoor bij de Northumberland Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant C.E. Smith, de korporaals T.J. Hedge en F. Orgill en de soldaten J.A. Ellis, H. Quarton en H. Roebuck ontvingen de Military Medal (MM). | |
104 | -Soldaat William Thomas Spry van het 2nd Bn. Royal Fusiliers, werd wegens desertie gefusilleerd 15 juni 1918. Hij was 29 jaar | ||
| 2 |
| |
| 19 |
| |
| 33 |
| |
| 7 |
| |
| 9 |
| |
| 69 |
| |
| 52 |
| |
| 148 | - Hugh Joseph Chichester-Constable en James Edward Weeks Rance, beiden majoor bij het Royal Warwickshire Regiment en Mervyn Ashley Edwards, onderluitenant bij de Royal Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Soldaat W. T. H. Phillips, van het 1st Bn. Coldstream Guards, werd wegens desertie geƫxecuteerd op 30 mei 1916. |
Departement Pas De Calais | info-plan | aantal | opmerkingen |
| 1 |
| |
123 | -Shot at down : Rifleman W Yeoman plot B graf 16 private J Mayers plot C graf 11 | ||
4 |
| ||
foto's Achiet-le-grand gemeentelijke begraafplaats extension | 1256 | -Shot at down : private A Mitchell plot 4 rij R graf 3 | |
| 7 |
| |
|
|
| |
54 |
| ||
63 |
| ||
87 |
| ||
| 27 |
| |
427 |
| ||
257 |
| ||
| 21 |
| |
308 |
| ||
| 2 |
| |
| 8 |
| |
137 |
| ||
1844 |
| ||
| 54 |
| |
3185 | -Graf van de ontbekende soldaat deze is overgebracht naar Canada
-er liggen 9 luitenant-kolonels begraven: Philip Mathew Magnay, Victor George Howard Rickard, Arthur Leonard Wrenford, R. C. Dundas en Frederick Charles France-Hayhurst. John Herbert Ridgway en John Willoughby Scott werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Robert Edward Frederic Shaw en Eric Gordon Bowden werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de majoors Matthew Perceval Buckle en John Spencer Cavendish; de kapiteins Alastair Forbes Menzies en Robert Foster Dill en onderluitenant Henry Noel Atkinson werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-kapitein A. Claydon, piloot bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC).
-de majoors Leonard Arthur Tilney en James Edward Clayton; de kapiteins Herbert Hunter, Hugh Tomlinson, John Martin, Charles John Beech Masefield, Frank Oswald Medworth, W.G.S. Curphey, Robert George Ferguson en Eric Landon Brown; de luitenants G.F. Pauling, Andrew Ronald Legat, V.W. Scott, Arthur Granville Sharp, Geoffrey Stapleton Rowe Roper en William Lloyd Bowen en onderluitenant William Henry Gunner werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de onderluitenants Gilbert Heron Currie en George Archibald Colin Lomas; de sergeanten F.S. Cuss, W.Z. Porter, T. Kitching, J. MacDonald; korporaal Walter Stephen Holland en soldaat C. Barry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). De sergeanten A.E. Bright en Frederick Walter Accleton werden ook nog onderscheiden met de Military Medal (DCM, MM).
-sergeant E.E. Nott en korporaal Harry Chaston werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-soldaat Arthur William Coppen tweemaal (MM and Bar).
-de Canadese broers Wilfred en Olivier Chenier sneuvelden op 9 april 1917 en liggen naast elkaar begraven.
-de Britse broers Henry en Thomas Fleming sneuvelden op 23 maart 1918 en liggen naast elkaar begraven. Het onderschrift op hun grafzerken loopt van de ene naar de andere door: Until the dag break...and the shadows flee away.
-Peter Sands, korporaal bij de 1st Bn. Royal Irish Rifles, werd wegens desertie geƫxecuteerd op 15 september 1915. Hij was 27 jaar.
-J. Wishard, soldaat bij het 7th Bn. Royal Inniskilling Fusiliers, werd wegens desertie geƫxecuteerd op 15 juni 1917.[5] | ||
| 820 | -kanonnier Bedford Coombes van de Royal Field Artillery, luitenant John Thomson McCallum en soldaat Daniel Marrs, beiden van de Canadian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant George Elrick Rainy deze onderscheiding tweemaal ontving (MM and Bar).
-Charles Milligan, soldaat bij het 10th Bn. Cameronians, werd wegens desertie geƫxecuteerd op 3 juni 1917. Hij was 20 jaar. | |
| 314 | -VC captain Arthur Henderson rij B graf 61 -VC private Horace Waller rij C graf 55 -voetballer Sidney James rij D graf 9 | |
6 |
| ||
491 | -VC lance corporal Thomas Woodcock plot 4 rij F graf 3 | ||
684 | -Anketell Moutray Read, kapitein bij het Royal Flying Corps en het 1st Bn. Northamptonshire Regiment ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden in een quasi verloren situatie toen hij zijn manschappen aanmoedigde zich terug te organiseren en in de aanval te gaan. Bij deze actie werd hij dodelijk gewond en stierf op 25 september 1915. Hij was 31 jaar.
-Harry Wells, sergeant bij het 2nd Bn. Royal Sussex Regiment ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden gedurende een vijandelijke aanval op 25 september 1915, waarbij zijn pelotonscommandant werd gedood. Hij nam het bevel over en leidde zijn mannen naar de vijandelijke stellingen waarbij bijna de helft van zijn peloton werd gedood of gewond. Opnieuw spoorde hij de anderen aan om door te gaan maar werd daarbij door vijandelijk vuur gedood. Hij was 27 jaar.
-Philip Scott Burge, kapitein bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-George Pemberton, onderluitenant bij de Cameron Highlanders en William Charles Harvey Nunn, korporaal bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DSM).
-John Demetchin, sergeant bij het 5th Canadian Mounted Rifles Battalion ontving de Military Medal (MM). | ||
960 |
| ||
636 | -Herbert Musgrave, majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Claude Quayle Lewis Penrose, majoor bij de Royal Garrison Artillery werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de kapiteins Maximillian Herbert Browne van de Royal Irish Rifles en Joseph Kendrick Venables van het New Zealand Medical Corps; luitenant John Norman William A. Procter van de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) en onderluitenant Ernest Leonard Garvie van de Highland Light Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-compagnie sergeant-majoor Arthur Jones en de sergeanten Alfred Gittins en George Henry Hawkins werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Soldaat George Hunter van het 2nd Bn. Durham Light Infantry werd wegens desertie geƫxecuteerd op 2 juli 1916. | ||
2647 / 34766 |
| ||
525 |
| ||
385 | Shot at down rifleman Arthur plot 1 rij B graf 20 | ||
| 24 |
| |
109 |
| ||
126 | -John Douglas Drayson, kapitein bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Charles Ball, korporaal bij de Canadian Infantry ontving de Military Medal (MM). | ||
195 |
| ||
40 |
| ||
| 1924 |
| |
175 |
| ||
59 |
| ||
1 |
| ||
| 67 |
| |
598 | -Auriol Ernest Eric Lowry, luitenant-kolonel bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). Hij werd ook vereerd met het Croix de guerre met palmen.
-Russel Hubert Britton, luitenant-kolonel bij de Canadian Field Artillery en Samuel Henry Doake, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Herbert Daniel McDonald, luitenant bij de Canadian Garrison Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-P.J. Barker, korporaal bij het Northamptonshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten T. Heaps, F.J. Nickle en G. Russell; de korporaals W. Birrell, T. Booker, J.G. Erickson, Robert Frederick Law, G. Rogers, H. Sinkers en Edward Hayes Smith e, de kanonniers P.J. Burns en J.E. Hansen ontvingen de Military Medal (MM). | ||
|
|
| |
42 | -Ellis Wellwood Sifton, sergeant bij de Canadian Infantry, ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn heldhaftig optreden tijdens een aanval in de vijandelijke loopgraven. Hij was 25 jaar toen hij sneuvelde tijdens deze actie op 9 april 1917. Zijn naam staat op paneel 3 van de begraafplaats.
-John Le Page, soldaat bij de Canadian Infantry ontving de Military Medal (MM). | ||
64 | -Monument Captain Malcon -Guards soldaten samen gesneuveld met Captain Malcon plot 1 rij A graven 2 tot 12 | ||
429 | -318 onbekenden op wand achteraan de begraafplaats | ||
885 | -Claude Boyle May, kapitein bij het Border Regiment en H. W. Morris, luitenant bij de Canadian Infantry ontvingen het Military Cross (MC).
-sergeant C. Allen en korporaal J. Fisher, allebei van het South Staffordshire Regiment; sergeant A. McLeod van de Canadian Infantry en compagnie sergeant-majoor George Stuart Williams van de Cameronians (Scottish Rifles) ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Peter Flavin, soldaat bij de Royal Munster Fusiliers is als 16-jarige het jongste slachtoffer op deze begraafplaats. | ||
72 |
| ||
61 |
| ||
106 |
| ||
| 4 |
| |
| 7 |
| |
518 | -VC Richard Annesley plot 3 rij G graf 4 | ||
61 |
| ||
53 |
| ||
33 |
| ||
75 |
| ||
| 3 |
| |
311 |
| ||
92 |
| ||
109 |
| ||
207 |
| ||
2434 |
| ||
85 |
| ||
| 180 |
| |
181 |
| ||
223 |
| ||
542 |
| ||
43 |
| ||
240 |
| ||
110 |
| ||
1031 |
| ||
196 |
| ||
1683 | -Donald Forrester Brown, was sergeant bij het 2nd Bn. Otago Regiment, New Zealand Expeditionary Force. Hij ontving postuum het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens een risicovolle actie bij het veroveren van een vijandelijk mitrailleurnest. Hij was 26 jaar toen hij sneuvelde op 1 oktober 1916 tijdens het terugtrekken van de vijand. Hij was de eerste Nieuw-Zeelandse soldaat aan het Westfront die deze onderscheiding ontving.
-de kapiteins Albert Rober Case, John McIntyre en Laurence Guy Holt en de onderluitenants C.H.H. Roberts en William Patrick Healy werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-onderluitenant William Harold McMullen; compagnie sergeant-majoor James Wilkie Leighton Stewart; de sergeanten J.C. Hilson, F.C. Morel en Abel Samuel Skinner; de korporaals Charles Frederick Pardoe en Leslie Sneyd en soldaat Frank Murton werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn 21 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. Korporaal John Felix Mills ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). | ||
38 |
| ||
53 | -H. Lieb, sergeant bij de Canadian Infantry ontving de Military Medal (MM) | ||
178 |
|
CWGC begraafplaatsen |