Departement Pas De Calais | | | |
| | | |
| | | -Shot at dawn : Rifleman W Yeoman plot B graf 16 private J Mayers plot C graf 11 |
| | | |
| | | -Shot at dawn : private A Mitchell plot 4 rij R graf 3 |
| | | |
| | | |
| | | -R. Boyle, korporaal bij de Northumberland Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -M. Vance, korporaal bij de Royal Scots en W. Hendry, soldaat bij het Royal Sussex Regiment werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Laurence Wood, soldaat bij de King's Own Yorkshire Light Infantry was 17 jaar oud toen hij op 31 mei 1916 sneuvelde.
-soldaat Joseph William Corriveau diende onder het alias J.F. King bij de The King's (Liverpool Regiment).
|
| | | |
| | | |
| | | -W. Carroll, kapitein bij het East Yorkshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -J. Langtry, soldaat bij de Royal Dublin Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Hij diende onder het alias J. Ford.
|
| | | |
| | | -Robert George Broadwood, luitenant-generaal bij de General Staff werd onderscheiden met de The most Honourable Order of the Bath (CB) en de Order of Osmanieh -A.E. Ebsworth, luitenant-kolonel bij het South Lancashire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de korporaal R. Morgan en de soldaten A. Davis en R. Turnbull ontvingen de Military Medal (MM).
-soldaat James Young van de Australian Infantry, A.I.F. was 16 jaar oud toen hij op 1 oktober 1916 sneuvelde.
-soldaat John William Purcell van de Australian Infantry, A.I.F. was 17 jaar oud toen hij op 19 juli 1916 sneuvelde.
|
| | | -John Edouard Marsden Bromley, majoor bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -J.S. Wallace, majoor bij het Royal Army Medical Corps werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-kapitein J.C. Rae en onderluitenant John McFarlane, beiden dienend bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de sergeanten F.J. Harrison, C. Campbell en Frederick James Lewis, korporaal John Richard Long, kanonnier J.F. Hibbert, schutter R. Butcher en soldaat A.E. Austin werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-kanonnier Tom Partridge (Royal Field Artillery) en soldaat A. Benoit (Canadian Infantry) waren 17 jaar toen ze sneuvelden
|
| | | |
| | | |
| | | -Arthur Forbes Gordon Kilby, kapitein bij het 2nd Bn South Staffordshire Regiment ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden bij een aanval op een zwaar verdedigde vijandelijke stelling op 25 september 1915. Hierbij werd hij zwaargewond maar bleef toch de aanval leiden. Zijn lichaam werd naderhand niet meer gevonden en werd toen als vermist opgegeven. Op 19 februari 1929 werd zijn lichaam uiteindelijk gevonden en hier begraven. Hij werd ook nog onderscheiden met het Military Cross (MC). -George Simpson Turner, sergeant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-James Gaston, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-sergeant Albert Chamberlain en soldaat C. Hamilton ontvingen de Military Medal (MM).
-soldaat Louie Lewis van de Highland Light Infantry was 16 jaar toen hij op 19 december 1914 sneuvelde.
-Alfred Leonard Jefferies, soldaat bij het 6th Bn Somerset Light Infantry werd wegens desertie gefusilleerd op 1 november 1916.Zijn broer Arthur Thomas Jefferies sneuvelde in deze oorlog en wordt herdacht in het Thiepval Memorial.
|
| | | |
| | | -T. Welsh, kapitein bij het South African Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -William Healy, korporaal bij de South African Infantry en T.E. McNally, korporaal bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant C.V. Moore, de korporaals James Fraser en J. Hanna, de kanonniers Dennis Collins en F. Montague en de soldaten Leo Levinson en H. Waugh ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | -De begraafplaats werd tussen april en augustus 1918 aangelegd door Australische eenheden, voornamelijk door de 54th en 57th Battalions.
-Onder de geïdentificeerde doden zijn er 7 Britten en 87 Australiërs. -Norman Beresford Lovett, kapitein bij de Australian Infantry, A.I.F. werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-George Anthony Murray, majoor bij de Royal Field Artillery en William Frederick Clark, luitenant bij de Australian Infantry, A.I.F. werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-John Tognolini, soldaat bij de Australian Infantry, A.I.F. werd onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Volgende soldaten dienden onder een alias bij de Australian Infantry, A.I.F.:
Harold Bendik Pittersen als Harry Scott. Harry Otto Zink als F. Raynor. Samuel Tasman Crane als Leslie White. |
| | | -William Brett St.Leger, luitenant bij de Coldstream Guards en Edward Budd, kapitein bij de Irish Guards werden onderscheiden met het Military Cross (MC); laatstgenoemde verkreeg deze onderscheiding driemaal (MC and 2 Bars). -Robert George Ward, korporaal bij deGrenadier Guards ontving de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | -Philip Prideaux Budge, luitenant-kolonel bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -onderluitenant W.F. Hughes (Royal Fusiliers) werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-de majoors John Archibald Trebilcock (Royal Field Artillery), John Leckie (Machine Gun Corps (Infantry)) en Jonas William Anderson (Royal Army Medical Corps), de kapiteins Reginald Alderson (Lancashire Fusiliers) en John Herbert Towne Letts (Royal Air Force), de luitenants Jesse Dell Berridge (Royal Engineers), R.D. Gamble (Coldstream Guards) en George Robin Thatcher (Royal Garrison Artillery) en regiment sergeant-majoor John Henry Armitage (Northumberland Fusiliers) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-compagnie sergeant-majoor E. Frost (Grenadier Guards), de sergeanten W.G. Taylor (Guards Machine Gun Regiment), E. Jones (Welsh Guards) en Thomas Moore (Royal Field Artillery), de soldaten J.J. Cross (Royal Fusiliers) en W. Neil (Canadian Infantry) werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Korporaal C.A. Patriquin (Canadian Infantry) ontving ook nog de Military Medal (DCM, MM).
-sergeant James William Hearn (Royal Berkshire Regiment) en korporaal Emlyn Jones (Gordon Highlanders) werden tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-nog 26 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-kanonnier R. Crowthher (Royal Garrison Artillery) was 17 jaar toen hij op 13 juli 1918 stierf.
kanonnier James Lofthouse diende onder het alias J. Wilson bij de Royal Garrison Artillery.
|
| | | -David Jones, sergeant bij de The King's (Liverpool Regiment) werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC). -de kapiteins Bernard Gordon Beveridge, James John Donnelly en Eyre Bolton Delmege, de luitenants A.C. Small, Thomas Alexander Crozier, W. Davies Featherstone en Herbert Gordon Thorpe en de onderluitenant Harold Hay Robertson werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de onderluitenants Joseph McCreanor en James Albert Taylor, sergeant John Waterhouse en de korporaals George Charles Ford en Ehe Voak ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er liggen nog 18 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen.
-Edwin Gordon Atkinson, soldaat bij de Durham Light Infantry was 17 jaar toen hij op 23 oktober 1916 sneuvelde.
-korporaal Gabriel Davis diende onder het alias J. Robson bij het York and Lancaster Regiment.
-soldaat Mark Scott diende onder het alias A.H. Watson bij de Australian Infantry, A.I.F..
-soldaat James Barcroft diende onder het alias J. Bancroft bij de Australian Infantry, A.I.F..
-Wilfred Clarke, soldaat bij de Durham Light Infantry werd op 9 februari 1918 wegens desertie gefusilleerd.
|
| | | |
| | | -tijdens de overbrenging van lichamen uit een massagraf in Fampoux in 1926 kon het lichaam van de Engelse dichter en kunstschilder Isaac Rosenberg niet formeel geïdentificeerd worden. Zijn grafsteen draagt daarom het opschrift Buried near this spot. -Benjamin Thomas Wallis, soldaat bij de Australian Infantry is een van drie broers die sneuvelden in deze oorlog. Een tweede broer Harry John Wallis, soldaat bij hetQueen's Own (Royal West Kent Regiment) wordt herdacht in het Loos Memorial en een derde broer Archibald Pendarvis Wallis, soldaat bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) ligt begraven in Perth Cemetery (China Wall).
-Francis Wycliffe Russell, luitenant bij het London Regiment (Queen's Westminster Rifles) en James Arthur Hopper, onderluitenant bij de Northumberland Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-compagnie sergeant-majoor S. O'Neill, korporaal Victor Frederick Pamment en soldaat W. C. Riggins ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten R. Harley en Archie Randolph Peachey; de korporaals Fredrick William Stacey, I. Waugh, John Condon en Fred Harold Gibson en de kanonnier W. Deegan ontvingen de Military Medal (MM). Sergeant L.K. Mason ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar).
-Edward Algernon Swinnerton, soldaat bij de Durham Light Infantry was 16 jaar toen hij op 30 april 1917 sneuvelde. -Daniel Cronin, soldaat bij het Royal Irish Regiment was 17 jaar toen hij op 19 oktober 1914 sneuvelde.
-soldaat John Henry Nixon Graham diende onder het alias John Nixon bij de Northumberland Fusiliers.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Nigel D.R. Hunter, kapitein bij de Royal Engineers werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). -majoor N.G.M. Mason (Royal Field Artillery) en de kapiteins Erasmus Baxter (New Zealand Rifle Brigade), B. Catling (Royal Field Artillery) en Charles Ethelbert Gribble (Leicestershire Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-J. Robertson, compagnie sergeant-majoor bij de Seaforth Highlanders werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant P. Campbell (Royal Fusiliers) werd tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-nog 10 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM): de sergeanten Arthur Mundell, James Alexander Mackay en W. Batchelor, de korporaals Peter Calder Durward, W. Newton en Robert Roberts en de soldaten V. Holland, L. Cutler, W.T. Clements en B. Chennell.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Bertie Christopher Butler Tower, majoor bij de Royal Fusiliers en B.E. Nicholls, kapitein bij de Canadian Infantry werden tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). -majoor Bernard Charles Tennent en kapitein Raymond Brewitt-Taylor beiden van het Royal Army Medical Corps; Gilbert Edgar Adamson, luitenant bij het Middlesex Regiment, Oswald Nelson Mash, luitenant bij de Royal Field Artillery en Bruce Lorence Capell, onderluitenant bij de Royal Garrison Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-W. Burt, compagnie sergeant-majoor bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-nog 12 militairen ontvingen de Military Medal (MM).
-Robert John Hoover, soldaat bij de Canadian Infantry en William Ritchie, soldaat bij de King's Own (Royal Lancaster Regiment) waren slechts 17 jaar toen ze sneuvelden.
-soldaat Lionel Hanneman diende onder het alias A. Leslye bij de Canadian Infantry.
-Leopold Delisle, soldaat bij de Canadian Infantry werd op 21 mei 1918 wegens desertie gefusilleerd. Hij was 25 jaar.
|
| | | -Frederick William Lumsden, brigadegeneraal bij de General Staff werd onderscheiden met het Victoria Cross, de Order of the Bad en viermaal de Distinguished Service Order (VC, CB, DSO and 3 Bars). -Evan Murray MacGregor Balfour, onderluitenant bij de Scots Guards werd onderscheiden met het Military Cross (MC.
-F.H. Read, compagnie sergeant-majoor bij de Royal Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM).
-John Todd, korporaal bij het Border Regiment ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten Henry Edward Hayes en James Savage ontvingen de Military Medal (MM).
-de Franse soldaat Georges Rentz, van het 43è Regiment d'infanterie colonial ligt onder een grafsteen die gelijkt op de gebruikelijke Britse grafstenen, in tegenstelling tot de meer typische Franse kruisen die te zien zijn op de graven eromheen.
|
| | | -korporaal Norman Elce Bugg diende onder het alias W.E. Acres bij de Royal Engineers. -soldaat William Henry Bowen diende onder het alias W. Bradney bij het South Staffordshire Regiment.
|
| | | |
| | | |
| | | -Samuel Elishe Lockett, korporaal bij het Manchester Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -kanonnier G.L. Ashard (Royal Field Artillery) en soldaat Joseph Maloney (East Lancashire Regiment) ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Walter Lorrain Brodie, luitenant-kolonel bij de Highland Light Infantry werd onderscheiden met het Victoria Cross en het Military Cross (VC, MC). -John Hay Maitland Hardyman, luitenant-kolonel bij de Somerset Light Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC).
-Charles Kenneth James, luitenant-kolonel bij het Border Regiment werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO and bar).
-luitenant-kolonel Claud Frederick Pilkington Parry (Royal Field Artillery), luitenant-kolonel Archibald Hugh James (Northumberland Fusiliers) en kapitein Murray Inglis Christie (Royal Fusiliers) werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-de majoors Geoffrey Meame, Charles Clark, J.C. O'Callaghan en Allan Gordon Hall, allen bij de (Royal Field Artillery), de kapiteins J.L. Lees (Tank Corps) en G.A.M.C.K. Morant (West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own)), de luitenants W.R. Dibb (Royal Field Artillery), Alfred Bryan (Highland Light Infantry) en Robert Cecil Muir MacKenzie (Durham Light Infantry) en de onderluitenants Stuart Wycliffe Goodwin (Border Regiment) en John Melvyn Watkins (New Zealand Field Artillery) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Sidney Fenton, compagnie sergeant-majoor bij de Royal Scots werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM).
-sergeant E.W. Fulford (Royal Engineers), sergeant R.J. Scott (Royal Garrison Artillery) en soldaat Edward Francis Parker (Oxford and Bucks Light Infantry) werden onderscheiden met de Disinguished Conduct Medal (DCM).
-nog 27 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-de soldaten Simeon Taylor (Leicestershire Regiment) en Alfred Benjamin Jones (Machine Gun Corps (Infantry)) waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-kanonnier Harold Simpson diende onder het alias bij de Royal Field Artillery.
-soldaat David Cousins diende onder het alias David Jones bij de Welsh Guards.
-soldaat Claude Buck diende onder het alias C. Ashton bij het Lincolnshire Regiment.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -John Lovell Dashwood, majoor bij de Canadian Infantry en L.L. Richardson, kapitein bij het Royal Flying Corps werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -compagnie sergeant-majoor Alfred Brookes en korporaal A.W. Petty werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten F.G. Aldridge en L.J. Elderkin; de korporaals James D. Tait en T. White en de soldaten T. McQuater en G. Pelletier ontvingen de Military Medal (MM).
-Arthur Edward Austin en Frank Butts, beide soldaat bij de Canadian Infantry waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-soldaat William Wood diende onder het alias R. Smith bij het 2nd Canadian Mounted Rifles Battalion.
-soldaat Alexander Neil Mackenzie Morrison diende onder het alias George Payne bij de Canadian Infantry.
-soldaat J. Trodden diende onder het alias J. Burns bij de Canadian Infantry.
-soldaat W. Monpetit diende onder het alias W. Anderson bij de Canadian Infantry.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -korporaal John Adams diende onder het alias Patrick O'Shea bij de Canadian Infantry.
-de kapiteins John F. MacIntosh en W. Vernon (Canadian Infantry), de luitenants Harold B. Preston en R.W.F. Price (Canadian Infantry) en luitenant Charles Dayrell Shreve (Canadian Field Artillery) werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de luitenants Henry Metcalfe en Stanley Graham Moore en compagnie sergeant-majoor Henry Alway (alle drie bij de Canadian Infantry) werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-korporaal W.J. Anderson en soldaat Radford Shuter Lane (1st Canadian Mounted Rifles Battalion), sergeant John Peter McNab, korporaal P.J. Anker, soldaat Frank Miller en korporaal E. Payette (Canadian Infantry) werden onderscheiden met de Military Medal (MM). Laatstgenoemde ontving ook het Belgische Oorlogskruis.
|
| | | |
| | | |
| | | -John Arthur Tanner, brigadegeneraal bij de Royal Engineers werd onderscheiden met het lidmaatschap van de Order of the Bath, met het lidmaatschap van de Order of Saint Michael and Saint George en de Distinguished Service Order (CB, CMG, DSO). -John Ralph Hedley, luitenant-kolonel bij de Northumberland Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-luitenant Leonard Philip Harrow, de sergeanten Harry Hill en C.P. Bancroft, de korporaals J.W. Lyes, W. Waltho, Augustus Morrison, C. Backhouse, H.W. Fox en Henry William Lane en de soldaten E.P. Freeman, F. Raithby en Thomas Raymond Andrews werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Sergeant Alexander MacMillan ontving hierbij ook nog de Military Medal (DCM, MM).
-de kapiteins Fleming Pinkston O'Reilly, Arthur Allan Parker, John Arthur Gascoyne-Cecil, Dennis Carlton Royle, David Halyburton Brand, William Garland Foster en Philip Norman Johnson, de luitenants Royland Allin Walter, Louis Robert Maioni, Frank Henry Martin, R. Nevill, George Percy Edwards, Frank Alan Hicks, John Arthur Howfield, Cyril John Noel Lambert en Leonard Gustav Byng en de onderluitenants Thomas Scott en Thomas Luke Jones werden onderscheiden met het Military Cross (MC). De kapiteins Thomas Brown Barrie, Eben Archibald Boyle, Alfred C. Hannaford en Jack Broughton Mitchell ontvingen tweemaal deze onderscheiding (MC and Bar).
-onderluitenant Alexander Arthur werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-de sergeanten G. Kerton en P.B. Reid en de soldaten A. Ricard en Joseph Ryder werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-nog 67 militairen ontvingen de Military Medal (MM). Luitenant J. McCallum, de korporaals G.J. Grasser, John Harold Harding en C. Johnstone, kanonnier Ephraim Meads en soldaat John Alexander Edward Hughes ontvingen deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar).
-onderluitenant Philip T. Lister en de soldaten Hugh Barton, John Frederick Banning en Walter Laverne Sylvester waren slechts 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Aliassen korporaal John Joseph Harkin diende onder het alias J. Murray bij het Suffolk Regiment. soldaat Alfred William Hare diende onder het alias W. Hart bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own). soldaat Thomas Stagg diende onder het alias T. Heywood bij het Royal Canadian Regiment. soldaat Wilbur Wells Brown diende onder het alias F.W. Osborne bij de Canadian Infantry. soldaat George Ackerman diende onder het alias G. Hackman bij de Canadian Infantry.
-John B. Milburn, soldaat bij de Northumberland Fusiliers en Ernest Horler, soldaat bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) werden respectievelijk op 8 november 1917 en 17 februari 1918 wegens desertie gefusilleerd.
|
| | | -George Pace, sergeant bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) werd onderscheiden met de Military Medal (MM). |
| | | -Graf van de ontbekende soldaat deze is overgebracht naar Canada
-er liggen 9 luitenant-kolonels begraven: Philip Mathew Magnay, Victor George Howard Rickard, Arthur Leonard Wrenford, R. C. Dundas en Frederick Charles France-Hayhurst. John Herbert Ridgway en John Willoughby Scott werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Robert Edward Frederic Shaw en Eric Gordon Bowden werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de majoors Matthew Perceval Buckle en John Spencer Cavendish; de kapiteins Alastair Forbes Menzies en Robert Foster Dill en onderluitenant Henry Noel Atkinson werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-kapitein A. Claydon, piloot bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC).
-de majoors Leonard Arthur Tilney en James Edward Clayton; de kapiteins Herbert Hunter, Hugh Tomlinson, John Martin, Charles John Beech Masefield, Frank Oswald Medworth, W.G.S. Curphey, Robert George Ferguson en Eric Landon Brown; de luitenants G.F. Pauling, Andrew Ronald Legat, V.W. Scott, Arthur Granville Sharp, Geoffrey Stapleton Rowe Roper en William Lloyd Bowen en onderluitenant William Henry Gunner werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de onderluitenants Gilbert Heron Currie en George Archibald Colin Lomas; de sergeanten F.S. Cuss, W.Z. Porter, T. Kitching, J. MacDonald; korporaal Walter Stephen Holland en soldaat C. Barry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). De sergeanten A.E. Bright en Frederick Walter Accleton werden ook nog onderscheiden met de Military Medal (DCM, MM).
-sergeant E.E. Nott en korporaal Harry Chaston werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-soldaat Arthur William Coppen tweemaal (MM and Bar).
-de Canadese broers Wilfred en Olivier Chenier sneuvelden op 9 april 1917 en liggen naast elkaar begraven.
-de Britse broers Henry en Thomas Fleming sneuvelden op 23 maart 1918 en liggen naast elkaar begraven. Het onderschrift op hun grafzerken loopt van de ene naar de andere door: Until the dag break...and the shadows flee away.
-Peter Sands, korporaal bij de 1st Bn. Royal Irish Rifles, werd wegens desertie geëxecuteerd op 15 september 1915. Hij was 27 jaar.
-J. Wishard, soldaat bij het 7th Bn. Royal Inniskilling Fusiliers, werd wegens desertie geëxecuteerd op 15 juni 1917.[5] |
| | | -Sidney Edward Cowan, kapitein bij het Royal Flying Corps werd driemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and 2 Bars). -William Stevenson, onderluitenant bij de Royal Garrison Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC). kapitein L. Watts, onderluitenant F.A. Baker, sergeant G. Cowell en soldaat Charles Henry Madden ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Christopher Smales Bartlett wing-commander bij de Royal Air Force Volunteer Reserve werd tweemaal onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC and Bar). -Victor Anthony Ricketts en Philip Reginald Barwell, beiden officier bij de Royal Air Force en Charles William Palmer en Wilfred George F. Peacock, beiden officier bij de Royal Canadian Air Force werden onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC).
-Wilbert F. McRae, onderofficier bij het North Shore (New Brunswick) Regiment, R.C.I.C. werd onderscheiden met het lidmaatschap van de Orde van het Britse Rijk (MBE) en het Military Cross (MC).
-James Edward Fox, majoor bij de Black Watch (Royal Highland Regiment) of Canada werd onderscheiden met het lidmaatschap van de Orde van het Britse Rijk (MBE).
-John Arthur Watt, kapitein bij de Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders, R.C.I.C. en Norman Saurin Temple, majoor bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-George Boris Lukhmanoff, piloot bij de Royal Air Force Volunteer Reserve werd onderscheiden met de Distinguished Flying Medal (DFM). Hij was een Amerikaan in Britse dienst.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -kanonnier Bedford Coombes van de Royal Field Artillery, luitenant John Thomson McCallum en soldaat Daniel Marrs, beiden van de Canadian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant George Elrick Rainy deze onderscheiding tweemaal ontving (MM and Bar).
-Charles Milligan, soldaat bij het 10th Bn. Cameronians, werd wegens desertie geëxecuteerd op 3 juni 1917. Hij was 20 jaar. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -H. G. Hughes, luitenant bij het Machine Gun Corps (Infantry) werd onderscheiden met het Military Cross (MC). korporaal Thomas Henry Curl en soldaat Josehp Taylor ontvingen de Military Medal (MM).
-sergeant David Johnston diende onder het alias D. Simpson bij de Royal Fusiliers. |
| | | -VC captain Arthur Henderson rij B graf 61 -VC private Horace Waller rij C graf 55 -voetballer Sidney James rij D graf 9 |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Richard Donalson, luitenant bij de Royal Naval Volunteer Reserve werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant Charles Hopwood en korporaal J. Whittaker, beide van het Manchester Regiment werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-J. Sampson, soldaat bij het Royal Irish Regiment was 17 jaar toen hij op 27 oktober 1917 sneuvelde.
|
| | | |
| | | |
| | | -Alwyn Bertram Robert R. Gosselin, kapitein bij de Grenadier Guards werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -R. St.John Blacker-Douglass, luitenant bij de Irish Guards werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-J.C. Harrison, sergeant bij de Grenadier Guards werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Samuel Lowe, schutter bij het King's Royal Rifle Corps en A.W. Robson, soldaat bij de Grenadier Guards waren slecht 17 jaar oud toen ze sneuvelden.
-kapitein Thomas Ucher Caulfeild Knox diende onder het alias Viscount Northland bij het 2nd Bn. Coldstream Guards.
-Tweede Wereldoorlog Er liggen ook 6 Britse militairen uit de Tweede Wereldoorlog. Zij sneuvelden in de tweede helft van mei 1940 tijdens de gevechten tegen het oprukkende Duitse leger.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Joseph Orlando Harris, onderluitenant bij de Royal Naval Volunteer Reserve werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -D.C. Bauer, kapitein bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC).
-G.B. Lockett, kapitein bij de Cheshire Yeomanry, William Stuart Hartley, kapitein bij het Manchester Regiment, Peter Handcock Broughton-Adderley, kapitein bij de Scots Guards, A. Clarkson, luitenant bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own), E.W. White, onderluitenant bij de Royal Garrison Artillery en G.A.E. Wallis, onderluitenant bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de compagnie sergeant-majoor J. Gutteridge van het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) en onderofficier R. Russell van de Royal Naval Volunteer Reserve werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Compagnie sergeant-majoor Edward Frank Jones van het Royal Berkshire Regiment verwierf daarbij ook nog de Military Medal (DCM, MM) en sergeant M.J. Sterry van het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) ontving de Military Medal tweemaal (DCM, MM and Bar).
-A. Woods, soldaat bij het Border Regiment werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-er zijn nog 20 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen.
-soldaat David Draper diende onder het alias W. Tebbs bij de Royal Field Artillery.
|
| | | |
| | | |
| | | -Arthur George Knight, sergeant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC) voor zijn moedige actie bij een aanval waarbij hij alleen enkele Duitsers doodde en een twintigtal gevangen nam. Hierdoor konden zijn manschappen de achtervolging op de terugtrekkende vijand verder zetten. Hij werd ook vereerd met het Croix de guerre. -de luitenants Otto Bertel Krenchel en Archibald Liddell McLean, allebei dienend bij de Canadian Infantry werden onderscheiden met het Military Cross en de Distinguished Conduct Medal (MC, DCM)
-Morton Joseph Mason, kapitein bij de Canadian Infantry en L.T. White, onderluitenant bij de Royal Garrison Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-V.H. McElroy, luitenant bij de Canadian Engineers werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). David Hutchinson, sergeant bij de Canadian Engineers werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-luitenant Francis Joseph Hurley, sergeant J. Stephen en soldaat G.D. Hays, alle drie dienend bij de de Canadian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Lt F.J. Hurley ontving ook nog de Military Medal (MM).
-er zijn nog 16 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen waaronder luitenant John Morrice en korporaal Alfred Howard Hastings tweemaal (MM and Bar).
-soldaat Leo M. Hennessey diende onder het alias J. Rogers bij de Canadian Infantry.
|
| | | -VC lance corporal Thomas Woodcock plot 4 rij F graf 3 |
| | | -Anketell Moutray Read, kapitein bij het Royal Flying Corps en het 1st Bn. Northamptonshire Regiment ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden in een quasi verloren situatie toen hij zijn manschappen aanmoedigde zich terug te organiseren en in de aanval te gaan. Bij deze actie werd hij dodelijk gewond en stierf op 25 september 1915. Hij was 31 jaar.
-Harry Wells, sergeant bij het 2nd Bn. Royal Sussex Regiment ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden gedurende een vijandelijke aanval op 25 september 1915, waarbij zijn pelotonscommandant werd gedood. Hij nam het bevel over en leidde zijn mannen naar de vijandelijke stellingen waarbij bijna de helft van zijn peloton werd gedood of gewond. Opnieuw spoorde hij de anderen aan om door te gaan maar werd daarbij door vijandelijk vuur gedood. Hij was 27 jaar.
-Philip Scott Burge, kapitein bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-George Pemberton, onderluitenant bij de Cameron Highlanders en William Charles Harvey Nunn, korporaal bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DSM).
-John Demetchin, sergeant bij het 5th Canadian Mounted Rifles Battalion ontving de Military Medal (MM). |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Arthur Richard Batson en S. Moore, beiden kapitein bij de Canadian Infantry werden tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). -Frank Stanlie Layard, onderluitenant bij het Border Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). korporaal E. Craddock van de Royal Engineers en soldaat Reginald Arthur Harrop van de Canadian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant D. Stewart en de soldaten H. Galbraith en Albert Victor Waterhouse ontvingen de Military Medal (MM).
-Sergeant William James Cattanach ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar).
-soldaat Frank Nathaniel Young van de Canadian Infantry was slechts 17 jaar toen hij op 2 september 1918 sneuvelde. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Herbert Musgrave, majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Claude Quayle Lewis Penrose, majoor bij de Royal Garrison Artillery werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de kapiteins Maximillian Herbert Browne van de Royal Irish Rifles en Joseph Kendrick Venables van het New Zealand Medical Corps; luitenant John Norman William A. Procter van de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) en onderluitenant Ernest Leonard Garvie van de Highland Light Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-compagnie sergeant-majoor Arthur Jones en de sergeanten Alfred Gittins en George Henry Hawkins werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Soldaat George Hunter van het 2nd Bn. Durham Light Infantry werd wegens desertie geëxecuteerd op 2 juli 1916. |
| | | |
| | | -Roderick Ogle Bell-Irving, majoor bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). -Hugh Sylvester McLennan, sergeant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-luitenant Stuart Robertson Widmeyer en de soldaten G. Smith en Eldon Elon Elston ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | -soldaat Walter Pickard diende onder het alias W. Barnes bij de Connaught Rangers. |
| | | -Alexander Murray Graigmile, kapitein bij de Rifle Brigade werd onderscheiden met het Military Cross (MC. |
| | | |
| | | -de gebroeders M. en W. McIsaac, kanonniers bij de Royal Garrison Artillery stierven allebei op 11 april 1918 en liggen naast elkaar begraven. -korporaal Leslie Frank Bromwich en soldaat Edgar John Bromwich, beiden van het Royal Warwickshire Regiment zijn eveneens broers die op dezelfde dag (4 juni 1916) sneuvelden.
-de lichamen van de Britse soldaten W.A. Aldridge en M. Clarridge en van de Amerikaanse kolonel T.J.J. Christian werden hier niet meer teruggevonden en worden herdacht met een Special Memorial
-de grafzerk van soldaat G.T. Goldsmith vermeldt het opschrift Believed to be omdat men veronderstelt dat hij hier begraven ligt.
-Louis Eugène Renault was een Franse vertaler in dienst bij het Britse leger. Hij stierf op 6 juni 1916 en op zijn grafsteen staat de tekst: Interprete stagiaire - Mort pour la France.
-achter de grafzerk van majoor Norman Sinclair-Travis staat rug aan rug een privaat grafkruis met zijn naam en sterfdatum.
-Henry Thomas Cantan, luitenant-kolonel bij de Duke of Cornwall's Light Infantry werd vereerd met het lidmaatschap (companion) in de Order of Saint Michael and Saint George (CMG).
-Francis Graham, majoor bij de Royal Field Artillery en Joseph Leslie Dent, kapitein bij het South Staffordshire Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC).
-Henry Norrington Packard, luitenant-kolonel bij de Royal Field Artillery; William Broder McTaggart, majoor bij Canadian Field Artillery en Herbert Haydon Wilson, kapitein bij de Royal Horse Guards werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-H.T. Vizard, kapitein bij de Royal Field Artillery werd driemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and 2 Bars).
-Arthur Yalden Graham Thomson, kapitein bij de Cameron Highlanders en Aubrey Causton Strachan, luitenant bij de Royal Field Artillery werden tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-verder zijn er nog 19 militairen die het Military Cross (MC) ontvingen.
-W. Kingsford, sergeant bij de The Buffs (East Kent Regiment) en J. McCreath, sergeant bij de Royal Engineers werden driemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and 2 Bars).
-korporaal D.J. Guilmartin en geleider H.E. Holland werden tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-nog 48 andere militairen ontvingen de Military Medal (MM).
-de soldaten R. Bertram, Sidney Clinch, Robert L. Cockburn, John Gill, John E. Ludlow, K.J. MacLeod, Thomas Willis en George W. Street waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-John Edward Barnes, soldaat bij het Royal Sussex Regiment en Robert Gillis Pattison, soldaat bij het East Surrey Regiment werden allebei op 4 juli 1916 wegens desertie gefusilleerd.
-Acht militairen dienden onder een alias.
soldaat William George Byford als J. Lewis bij de Canadian Infantry. soldaat Edward Richard Barclay als A. Smith bij het Middlesex Regiment. pionier George Everett Davies als George Everett Davis bij de New Zealand Engineers. soldaat W. Ballam als W. Harris bij de South African Infantry. soldaat Herbert John Tuffrey als Arthur Bartlett bij de Canadian Infantry. pionier Jacob Orr Cherry als John Allan bij de Canadian Railway Troops. soldaat T.E. Hoare als T.E. Healey bij de Seaforth Highlanders. kanonnier John Davis als J. Byrne bij de Royal Field Artillery.
|
| | | |
| | | -soldaat Frederick A.E. Englefield diende bij het Royal Berkshire Regiment en was 17 jaar toen hij op 18 februari 1915 sneuvelde. |
| | | Shot at dawn rifleman Arthur plot 1 rij B graf 20 |
| | | |
| | | -George Strangways Linton, luitenant-kolonel bij het Worcestershire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). -P. Balfour, luitenant-kolonel bij het Bedfordshire Regiment; John Grey Archdale-Porter, majoor bij de 9th (Queen's Royal) Lancers en H.C.St.J. Thompson, kapitein bij de Goldstream Guards werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Bernard Lewis Strauss, majoor bij de The Buffs (East Kent Regiment); S.C. Dawe, kapitein bij het Lincolnshire Regiment; Arthur Jewell North, kapitein bij de Northumberland Fusiliers; P.R. Stapleton, luitenant bij de South African Infantry' en Philip Anthony Assheton Harbord, luitenant bij de Grenadier Guards werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-F. Moore, regiment sergeant-majoor bij het Lincolnshire Regiment ; Elisha Lockley, compagnie sergeant-majoor bij de King's Shropshire Light Infantry; John Gray, soldaat bij het Hertfordshire Regiment en John William Sheard, soldaat bij het Cheshire Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn nog 20 militairen die onderscheiden werden met de Military Medal (MM) waaronder sergeant A. Hardy en korporaal John Makepeace Robinson tweemaal (MM and Bar).
-de soldaten Reginald Frank Henrie Dolan en James Earle French Fraser, beide van de South African Infantry en soldaat G. Barton van de Royal Welsh Fusiliers waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-sergeant Gerard Pol Beardshaw diende onder het alias P. Wynyard bij de Coldstream Guards.
-korporaal P. Hubbard diende onder het alias P. Holland bij de Royal Engineers.
-korporaal Alfonso Blasi diende onder het alias A. Blassy bij het Middlesex Regiment.
-soldaat William Reid Kilpatrick diende onder het alias William Kirkpatrick bij de South African Infantry.
-Harry James Knight, soldaat bij de The Queen's (Royal West Surrey Regiment) werd wegens desertie op 6 oktober 1918 gefusilleerd.
|
| | | -Arthur Richard Careless Sanders, brigade-generaal bij de General Staff werd onderscheiden met het lidmaatschap van de Order of St Michael and St George en tweemaal met Distinguished Service Order (CMG, DSO and Bar). Hij werd ook vereerd met het Legion d’Honneur. -Edward McCosh, majoor bij de Highland Light Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-soldaat William Hesford diende onder het alias W. Chadwick bij de Royal Welsh Fusiliers. Hij had de Amerikaanse nationaliteit en was 15 jaar toen hij op 15 september 1918 sneuvelde.
|
| | | |
| | | -John Leslie Green, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC). -Cecil Frederick George Humphries, luitenant-kolonel bij de Duke of Cornwall's Light Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order, tweemaal het Military Cross en de Distinguished Conduct Medal (DSO, MC and Bar, DCM).
-Terence Algernon Kilbee Cubitt, kapitein bij het Norfolk Regiment en Leslie Tiel Jordan, luitenant bij de Royal Engineers werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-R. Nelson, sergeant bij het 1st Bn. Essex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM). A.A. Johns, sergeant bij het 4th Bn. Leicestershire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Alexander Barclay, sergeant bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-er zijn nog 14 militairen die de Military Medal ontvingen (MM).
-de soldaten Frank Blake en Charlie Tilley van het Leicestershire Regiment; schutter Augustine Joseph Burke van het Monmouthshire Regiment en soldaat Thomas Riley van het Machine Gun Corps (Infantry) waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Michael Fitzwilliam Peacock, piloot bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). Op 20 mei 1940 crashte hij met zijn Hawker Hurricane. |
| | | |
| | | -John Douglas Drayson, kapitein bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Charles Ball, korporaal bij de Canadian Infantry ontving de Military Medal (MM). |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -George Bissett, luitenant-kolonel bij de Royal Scots Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en tweemaal met het Military Cross (DSO, MC and Bar). Charles Christie Fleming, kolonel bij het A.D.M.S., 51st Div. Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -C.V. Gardner en Lionel Mostyn Woodhouse, beiden kapitein bij de Royal Air Force werden onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). Laatstgenoemde verwierf ook het Military Cross (DFC, MC).
-onderluitenant H.D. Etheridge van de Royal Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-volgende officieren verwierven het Military Cross: H.M. Griffiths, H.H. Grundtvig, W. Henning, W. Boyd, A. Farquhar, G.A. Hoyland, J. Lever, R.G. McElney, R.S. Miles, J.G. Molloy, C.S. O'Brien, W.S. Peel, O.B. Stead, B.S.B. Thomas, P.E. Williams en J.C. Yule (MC).
-Archibald Gordon Henderson,kapitein bij het New Zealand Entrenching Battalion, N.Z.E.F., compagnie sergeant-majoor C. Lowth, de sergeanten H.J. Hirschfield, H.B. Parkin en Thomas Rielly en soldaat S. Moores werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Korporaal S. Wilson verwierf daarbij ook nog tweemaal de Military Medal (DCM, MM and Bar).
-W.H. Martin, sergeant bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). sergeant Peter Prendergast en korporaal James Samuel Brighton ontvingen tweemaal de Military Medal (MM and Bar).
-Nog 40 militairen ontvingen de Military Medal. -Albert Charles Baden Govers en Miller Maffaking Fergusson, beiden soldaat bij de Australian Infantry, A.I.F. waren slechts 16 jaar toen ze sneuvelden.
-Alliassen kanonnier F. Offer diende onder het alias F. Newton bij de Australian Field Artillery. soldaat H. Foreman diende onder het alias H. Francis bij de Australian Infantry, A.I.F.. soldaat H.J. Miles diende onder het alias H.J. Black bij de Australian Infantry, A.I.F.. schutter John S. Douglas Watts diende onder het alias J.S. Douglas bij de New Zealand Rifle Brigade.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -kapitein H.K. Harris (Essex Regiment), kapitein Alfred Parkinson (Manchester Regiment) en onderluitenant Douglas Gordon Kemp (Royal Engineers) werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant L.L. Delmas (The King's (Liverpool Regiment)) werd tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-nog zeventien militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-de soldaten Cecil Frank Ritchey was 16 jaar en R.G.H. Campling was 17 jaar toen zij op 31 augustus 1918 sneuvelden. Zij dienden bij de Royal Fusiliers.
-Er liggen vier militairen die onder een alias dienden:
kapitein Auberon Thomas Herbert als 8th Baron Lucas bij het Royal Flying Corps. soldaat Bertram Andrew Aitken als Bertram Andrew Anderson bij de Australian Infantry A.I.F.. kanonnier Frank William Hetherington als Frank Williams bij de Australian Field Artillery. soldaat Daniel Robert Dowde als H.F. Lovell bij de Australian Infantry A.I.F..
-schutter John Woodhouse (King's Royal Rifle Corps) werd wegens desertie op 4 oktober 1917 gefusilleerd. Hij was 30 jaar. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -compagnie sergeant-majoor A.E. Brown van het East Lancashire Regiment werd tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar). -de soldaten S.G. Beadle, John Radford (alias J. Page) en Charles Thomas Quelch werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | |
| | | -Harold Quest, kapitein bij het York and Lancaster Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Percy Watkiss Fisher, onderluitenant bij de Royal Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-korporaal Walter Wesley Tilbrook (Australian Infantry, A.I.F.) werd onderscheiden met de Military Medal (MM).
-geleider C.F.V. Dyson en kanonnier Percival Ascroft Bibby, beide dienend bij de Royal Field Arltillery waren 17 jaar toen ze sneuvelden. Laatstgenoemde diende onder het alias Percival Graham.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Roland Boys Bradford, brigade-generaal bij de General Staff werd onderscheiden met het Victoria Cross en het Military Cross (VC, MC). Zijn broer, onderluitenant James Barker Bradford sneuvelde ook in deze oorlog en ligt begraven in Duisans British Cemetery. -sergeant E. Crombie en de soldaten J.M. Buchanan en A. Garside werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Law Anderson, soldaat bij de King's Own Scottish Borderers was 17 jaar toen hij op 23 augustus 1917 sneuvelde.
-soldaat James Herbert Davenport diende onder het alias J.H. Sheenan bij de Australian Infantry, A.I.F..
|
| | | -Frank Edward Young onderluitenant bij het Hertfordshire Regiment werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC). -Henry Lancaster Nevill Dundas, kapitein bij de Scots Guards werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de majoors John Hewitt Roxburgh (Machine Gun Corps) en Robert Lloyd Thompson (Royal Field Artillery); de kapiteins William Oliphant Down (Royal Berkshire Regiment), Francis Geoffrey Eliot (Royal Marine Light Infantry), R.C. Hall (York and Lancaster Regiment) en T.W. Brooke (London Regiment (City of London Rifles)); de luitenants Trevor Moutray Bennett (Royal Flying Corps), R.J. Tatem (Royal Field Artillery) en H.B. Macpherson (Royal Field Artillery); de onderluitenants Harvey Bryant (Hampshire Regiment) en Alfred Winn Ford (Royal Field Artillery) en compagnie sergeant-majoor T. Jackson (The King's (Liverpool Regiment)) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-F. Mossop, sergeant bij de The King's (Liverpool Regiment) werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en met de Military Medal (DCM and Bar, MM).
-compagnie sergeant-majoor E. Irving (Coldstream Guards), korporaal John Sillifant (New Zealand Rifle Brigade) en soldaat H.B. Rudhall (London Regiment) werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn nog 21 militairen die de Military Medal ontvingen waaronder compagnie sergeant-majoor Henry Charles Wing, bombardier John William Hirst en soldaat P. Ferguson tweemaal (MM and Bar).
-William Frederick Smith, soldaat bij het Hampshire Regiment was 16 jaar toen hij op 12 september 1918 sneuvelde.
-Edward McCann, soldaat bij het Devonshire Regiment was 17 jaar toen hij op 14 september 1918 sneuvelde.
-Edmond Belford Saunders, soldaat bij het Royal Canadian Regiment was 17 jaar toen hij op 14 oktober 1916 sneuvelde.
-kanonnier J.S. Buckley diende onder het alias J. Butler bij de Royal Garrison Artillery.
-soldaat Arthur John Green diende onder het alias A. Dean bij het Gloucestershire Regiment.
|
| | | -Charles Gosling, brigade-generaal bij de General Staff werd vereerd met het lidmaatschap in de Orde van Sint-Michaël en Sint-George (CMG). -Hedworth George Ailwyn Fellowes, kapitein bij de 11th King Edward's Own Lancers (Probyn's Horse) werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-John Walker, sergeant bij de Seaforth Highlanders werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
|
| | | -Charles Whitley, kapitein bij het King's Royal Rifle Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant F. Shore, kanonnier T. Martin en korporaal F. Rogers werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | -William Henry Wolstenholme, sergeant bij de Royal Fusiliers was 17 jaar toen hij op 9 april 1917 sneuvelde. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -John George Pattison, soldaat bij het 50th Bn. Canadian Infantry (Alberta Regiment) werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC) voor zijn koelbloedig optreden bij het veroveren van een vijandelijke machinegeweerpost waardoor zijn sectie veilig verder kon oprukken. Hij was 42 jaar toen hij op 3 juni 1917 sneuvelde bij deze actie. -Sidney Collier, luitenant bij het Royal Flying Corps ontving het Military Cross (MC).
-de sergeanten Walter Thomas Cooper en H. Travis en korporaal E.F. Rampton werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-verder zijn er nog 15 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. Sergeant J.S.S. Swain van de Canadian Infantry ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar).
-korporaal Roderick Charlton Bird en soldaat Cecil F. Simpson van de Canadian Infantry en de soldaten Arthur Roy Lake en Clifford Lloyd Pask van het Royal Canadian Regiment waren slechts 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | -Auriol Ernest Eric Lowry, luitenant-kolonel bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). Hij werd ook vereerd met het Croix de guerre met palmen.
-Russel Hubert Britton, luitenant-kolonel bij de Canadian Field Artillery en Samuel Henry Doake, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Herbert Daniel McDonald, luitenant bij de Canadian Garrison Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-P.J. Barker, korporaal bij het Northamptonshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten T. Heaps, F.J. Nickle en G. Russell; de korporaals W. Birrell, T. Booker, J.G. Erickson, Robert Frederick Law, G. Rogers, H. Sinkers en Edward Hayes Smith e, de kanonniers P.J. Burns en J.E. Hansen ontvingen de Military Medal (MM). |
| | | |
| | | |
| | | -John Henry Beer, luitenant-kolonel bij het Royal Warwickshire Regiment is de hoogste in rang op deze begraafplaats. -G.E.H. McElroy, kapitein bij de Royal Air Force werd driemaal onderscheiden met het Military Cross en tweemaal met het Distinguished Flying Cross (MC and 2 Bars, DFC and Bar).
-sergeant Duncan Fraser, korporaals W.H. Saunders en Walter George Davis, kanonnier A. Bellis, geleider Albert Murgatroyd en de soldaten Arthur Edward Stephens en G. McAlpine ontvingen de Military Medal (MM).
-soldaat L.T. Foxon van het Gloucestershire Regiment was slechts 15 jaar toen hij sneuvelde op 19 juli 1916.
-schutter Ernest E. Reynolds van de Oxford and Bucks Light Infantry was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde.
-kanonnier E. Towell,en de soldaten William E. Hooper en Frederick W. Wittick waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Algernon Bingham Anstruther Stewart, luitenant-kolonel bij de Seaforth Highlanders en Claude Henry Campbell, luitenant-kolonel bij de Cameron Highlanders werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -compagnie sergeant-majoor Edward C. Woodroof en korporaal Gordon J. McNamara werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Walter Alexander, korporaal bij de Gordon Highlanders werd onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Wilfred Stephenson, soldaat bij de Seaforth Highlanders was slechts 17 jaar toen hij op 11 juli 1916 sneuvelde.
-schutter Eric Wattenbach diende onder het alias Eric Watts bij het London Regiment (First Surrey Rifles).
-Peter Giles, soldaat bij de Northumberland Fusiliers werd wegens desertie op 16 augustus 1916 gefusilleerd.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Arthur Willoughby George Lowry Cole, brigade-generaal bij de General Staff en commandant van de 25th Infantry Brigade werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Hij werd ook vereerd met de Order of the Bath (CB). -Alan Knyveton Hargreaves, kapitein bij de Rifle Brigade werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-Richard Jellard Ford, kapitein bij het Worcestershire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Reginald Percy Stoneham, onderluitenant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Korporaal W. Butler van het 1st Bn Worcestershire Regiment en de soldaten J. Lickley en Joseph B. Metcalf, beiden van het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | |
| | | |
| | | -Ellis Wellwood Sifton, sergeant bij de Canadian Infantry, ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn heldhaftig optreden tijdens een aanval in de vijandelijke loopgraven. Hij was 25 jaar toen hij sneuvelde tijdens deze actie op 9 april 1917. Zijn naam staat op paneel 3 van de begraafplaats.
-John Le Page, soldaat bij de Canadian Infantry ontving de Military Medal (MM). |
| | | -Monument Captain Malcon -Guards soldaten samen gesneuveld met Captain Malcon plot 1 rij A graven 2 tot 12 |
| | | |
| | | -318 onbekenden op wand achteraan de begraafplaats |
| | | -Claude Boyle May, kapitein bij het Border Regiment en H. W. Morris, luitenant bij de Canadian Infantry ontvingen het Military Cross (MC).
-sergeant C. Allen en korporaal J. Fisher, allebei van het South Staffordshire Regiment; sergeant A. McLeod van de Canadian Infantry en compagnie sergeant-majoor George Stuart Williams van de Cameronians (Scottish Rifles) ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Peter Flavin, soldaat bij de Royal Munster Fusiliers is als 16-jarige het jongste slachtoffer op deze begraafplaats. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Joseph Nicholas Douglas Keys, kapitein bij het Essex Regiment; P.S. Lynch, kapitein bij het Leinster Regiment; Elvin Alfred Scott, luitenant bij de Royal Garrison Artillery en Frederick William Arthur Stubbs, onderluitenant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Walter Coughman, sergeant bij het Royal Sussex Regiment en W. Bellamy, korporaal bij de Royal Munster Fusiliers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-14 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-soldaat Edward Pearce van het Middlesex Regiment was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde.
-de schutters Harry D. Parkin en Henry R. Hallasey en de soldaten Frank Birdgenaw, Reginald L. Cobbold, Harry E. Morrison, David T. Rees, R.A. Richmond, Thomas J. Ryan en Garnet R. Skimin waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-soldaat Joseph Patrick Malia diende onder het alias Joseph Clark bij het Middlesex Regiment.
-soldaat M. Schiff diende onder het alias J. Collier bij de Canadian Infantry.
-soldaat Ernest R. Clarke diende onder het alias J. Brown bij het Northamptonshire Regiment.
-De soldaten William Hunter, William Watts en James Molyneaux, dienden bij het 1st Bn. Loyal North Lancashire Regiment. Zij werden wegens desertie gefusilleerd.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -W. McGildowny, majoor bij de Royal Garrison Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -J. Gentleman, soldaat bij de Gordon Highlanders werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). de soldaten J. Cook en J. Wilson werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | -John Sutherland, majoor bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Franklin Walter Ott, kapitein bij de Canadian Infantry en Daniel Lionel Teed, luitenant bij de Canadian Field Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -William Edward Hobday, onderluitenant bij de Rifle Brigade werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-A.L. Guise, korporaal bij de Royal Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM).
-Frederick William Greening, sergeant bij de Royal Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten H. Eccles en P. Lamb, de korporaals G.R. Brooks, W. Knights, William Morris, V. Peerless en Thomas Robertson, schutter John Alfred Stone en de soldaten David Phillpott, C.J. Hopkins en Douglas D'Arcy Sullivan ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -VC Richard Annesley plot 3 rij G graf 4 |
| | | |
| | | -Clifford John Boulton, kapitein bij het Welsh Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -soldaat W. Martin (Welsh Regiment) werd onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | -sergeant A. Connor (Scots Guards en korporaal J.W. Langley (The King's (Liverpool Regiment)) werden onderscheiden met de Military Medal (MM). |
| | | |
| | | |
| | | -M. Walsh, soldaat bij het Manchester Regiment was 17 jaar toen hij op 25 juli 1915 sneuvelde. |
| | | -W. Hunter, schutter bij de Royal Irish Rifles werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM) |
| | | |
| | | |
| | | -De broers Arthur en Bill Jim West, beiden soldaat bij het 14th Bn. Canadian Infantry sneuvelden op 9 april 1917 en liggen in hetzelfde graf begraven. -Samuel James Bothwell, majoor bij het 1st Canadian Mounted Rifles Battalion en Roy Albert Edmunds, sergeant bij de Canadian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde werd ook vereerd met de Russische medaille van de Orde van Sint-George.
-compagnie sergeant-majoor John Thomas Wright; sergeant Colin Matson Wisdom; korporaals F. Odd, T. Mosley, J.A. Bertram; kanonnier G. Fairclough en soldaat J. Bois ontvingen de Military Medal (MM).
-J.W. Jenken, soldaat bij het 15th Bn. Canadian Infantry was 16 jaar toen hij op 9 april 1917 sneuvelde.
-de soldaten Douglass Clark en John Roland Weir, beide van de Canadian Infantry waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-korporaal F. Fulton diende onder het alias F. Valley bij de Canadian Infantry.
-soldaat Walford James Wallace Sutherburg diende onder het alias W.J. Wallace bij de Canadian Infantry.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Donald Stanley Harding, kapitein bij de Royal Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross (MC). |
| | | -Arthur Thomas Francis, korporaal bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) sneuvelde op zijn 22e verjaardag (9 mei 1917). Dit staat als onderschrift op zijn grafsteen: Killed on his 22nd birthday Went the day well We died and never knew But well or ill England we died for you.
-William Georges Hamm, onderluitenant bij het East Yorkhire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Walter James Summerfied, compagnie sergeant-majoor bij het Bedfordshire Regiment; Herbert Thompson,
korporaal bij de Queen's Own (Royal West Kent Regiment) en Harry Vickers, sergeant bij het East Lancashire Regiment ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde verwierf ook nog de Military Medal (DCM, MM). -er zijn nog 11 militairen die de Military Medal ontvingen (MM).
-soldaat C. Moncrieff diende onder het alias C. McAdam bij de Canadian Infantry.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -E. Davison, luitenant bij het 4th Canadian Mounted Rifles Battalion werd onderscheiden met de Military Medal (MM). -Op de begraafplaats ligt Sasero Matsubayashi, een Canadese infanterist van Japanse afkomst. Harry Alvin Carr, soldaat bij het 5th Canadian Mounted Rifles Battalion was 17 jaar toen hij op 2 juni 1917 sneuvelde.
|
| | | -G.F. Bailey, kapitein bij het York and Lancaster Regiment, Dugald Black MacLean en James Elliot Black, allebei kapitein bij het Royal Army Medical Corps, Arthur Fox, kapitein bij de King's Shropshire Light Infantry en G.P. Barlow, onderluitenant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant G. Franks, kanonnier John William Stigger en soldaat J.T. Urwin werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM).
-compagnie sergeant-majoor C.A. Collins, de sergeant William Barlow, de korporaals Sidney Athur Williams en Cyril Storey en de soldaten J. Jones en G. Lowe werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn nog 33 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen.
-soldaat Reginald Albert Twyford was slechts 15 jaar toen hij sneuvelde.
-de soldaten James Woods en J.J. Riggs waren slechts 16 jaar toen ze sneuvelden.
-de soldaten F. Chubb, John Churchill, T. Duffy, Martin Kavanagh en John Ninian McHaffie waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Aliassen soldaat Henry Whenary diende onder het alias Henry Whinnery bij de Durham Light Infantry. kanonnier John E. Rees diende onder het alias John E. Reece bij de Royal Field Artillery. soldaat John Farr diende onder het alias John Harley bij de Royal Inniskilling Fusiliers. pionier Arthur Sowden diende onder het alias Arthur Major bij de Royal Engineers.
|
| | | |
| | | -Francis Savage Nesbitt Savage-Armstrong, luitenant-kolonel bij het South Staffordshire Regiment en Charles James Burke, luitenant-kolonel bij het Royal Irish Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Thomas James Prichard, kapitein bij het King's Own (Royal Lancaster Regiment) en D.A. Farrington, compagnie sergeant-majoor bij het Royal Warwickshire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-W. Barry, korporaal bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de korporaals A.J. Don en Theodore Charles Hook en de soldaat Hanson Farrar ontvingen de Military Medal (MM).
-de soldaten Clarence Myvern McGrew van de Canadian Infantry en Thomas Potter McKinlay van de Cameronians (Scottish Rifles) waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Gordon Stevenson Winnifrith, kapitein bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Thomas Graham en Roderick Lionel Lemm en de korporaal D. MacKintosh ontvingen de Military Medal (MM).
-soldaat David Bamberger diende onder het alias D. Nash bij de Canadian Infantry.
|
| | | -Fergus Bowes-Lyon was kapitein bij de Black Watch (Royal Highlanders) en broer van de Britse koningin Elisabeth (ook wel koningin-moeder genoemd). Hij sneuvelde op 27 september 1915. -Ernest Alexander Galbally, soldaat bij de The Queen's (Royal West Surrey Regiment) was 17 jaar oud toen hij op 17 oktober 1915 sneuvelde.
|
| | | |
| | | -Samuel Lewis Honey, luitenant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC), de Distinguished Conduct Medal (DCM) en de Military Medal (MM). -Louis James Lipsett, generaal-majoor bij de General Staff werd vereerd met de The most Honourable Order of the Bath (CB) en de The Most Distinguished Order of Saint Michael and Saint George (CMG).
-Harry Burton Emerton, majoor bij de Royal Field Artillery; A. Reid, kapitein bij de Gordon Highlanders en E.C. Comley, luitenant bij de Royal Munster Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Luitenant T.J. Moulds van de Canadian Infantry ontving tweemaal deze onderscheiding (MC and Bar).
-Edward Stephen Gibbons, luitenant-kolonel bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-de soldaten T. Lechow en W. Faithful, allebei van de Canadian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant Reginald John Hancock van de New Zealand Field Artillery en soldaat J.J. Nicholls van het Canadian Army Medical Corps werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-de sergeanten Eric Mackay Sullivan en C. Scargill; de korporaals H.A.M. Bilston en Olly Walpole; kanonnier F. Gold en de soldaten C. Stewart, Raymond P. Lawton en Angus Charles McCallum werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | -John James White, sergeant bij de Australian Infantry werd aanvankelijk als vermist opgegeven maar in 1994 werden zijn stoffelijke resten in een veld gevonden en geïdentificeerd. In november 1995 werd hij met militaire eer in aanwezigheid van zijn 80-jarige dochter hier begraven.
-Percy Herbert Cherry, kapitein bij de Australian Infantry werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC). Op 26 maart 1917 gaf hij leiding bij een aanval op een zwaar verdedigde vijandelijke stelling in Lagnicourt. Niettegenstaande de opgelopen verwondingen weigerde hij zijn manschappen te verlaten en wachtend op versterking verdedigde hij met zijn ploeg de zwaar onder vuur genomen positie. Later werd hij door een Duitse granaat geraakt en stierf op 27 maart 1917. Hij was 21 jaar. Hij is ook drager van het Military Cross (MC). -Maurice Berkeley Peel, dominee bij het Army Chaplains' Department werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). Hij stierf op 14 mei 1917.
-de officieren Marmaduke Marshall Shaw, Reginald Gordon Spear, John Crosby Warren, J. Atkinson en H. G. B. Drummond werden eveneens onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Cecil Arthur Henry Hudson, luitenant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en tweemaal met de Military Medal (DCM, MM and Bar).
-de sergeant-majoors E.W. Jamieson en R. Mitchell; sergeant D.B. Pollock en soldaat Joseph William Brindley werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er liggen nog 31 militairen die onderscheiden werden met de Military Medal (MM) waaronder korporaal A. Burley en soldaat A. Law die deze onderscheiding tweemaal ontvingen (MM and Bar).
-Thomas King Speer, was een Amerikaan in Britse dienst en was slechts 17 jaar toen hij sneuvelde op 27 september 1918.
-Aliassen korporaal William Cant diende onder het alias William Carson bij de Australian Infantry, A.I.F.. soldaat Angus Oswald Paterson diende onder het alias W.C. Richards bij de Australian Infantry, A.I.F.. soldaat Joseph David Leonard diende onder het alias Bert Andrews bij de Australian Infantry, A.I.F..
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Douglas Graham Steel, kapitein bij het Suffolk Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-soldaat Willie Dinsdale diende onder het alias W. Metcalfe bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own). |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -M.C.P. Headeach, sergeant bij het York and Lancaster Regiment werd onderscheiden met de Military Medal (MM). |
| | | -Soldaat Arthur Wright van de 1st (King's) Dragoon Guards wordt met een Special Memorial[1] herdacht omdat zijn graf door artillerievuur werd vernietigd. -C.H. Reaney, sergeant bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten H.W. Hobson, G.S. Bath en A.N. Simpson, kanonnier F.W. Simmons en pionier J.W. Campbell werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-William Kirwan, soldaat bij de The King's (Liverpool Regiment) was slechts 17 jaar toen hij op 9 juli 1917 sneuvelde.
|
| | | |
| | | -Edward William Hermon, luitenant-kolonel bij het 1st King Edward's Horse Commanding 24th (Tyneside Irish) Bn. werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Douglas Cumming Paget Kindersley, kapitein bij de Highland Light Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en het Croix de guerre.
-C. Thomson, kapitein bij het East Lancashire Regiment werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-Arthur Plow, majoor bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-James Gordon Goodfellow, majoor bij de Royal Engineers; Arthur John Spencer Hammans, majoor bij de Duke of Cornwall's Light Infantry en J.W.W. Sutton, onderluitenant bij de Royal Garrison Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de sergeanten H. Wake en R. McLeish en de korporaal George William King werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Sergeant J. Mandelville van het Cheshire Regiment ontving ook deze onderscheiding en ook de Military Medal (DCM, MM).
-er zijn nog 15 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen.
-schutter Frank Taylor van het King's Royal Rifle Corps was 17 jaar toen hij op 2 juli 1916 sneuvelde.
-Harry Williams, schutter bij het 1/9th Bn. Royal Fusiliers (Queen Victoria's Rifles), werd wegens desertie gefusilleerd op 28 december 1917.[1]
|
| | | -soldaat J.B. Walker (Gordon Highlanders) is hier begraven maar men heeft vastgesteld dat hij eveneens als begraven werd opgegeven in de nabijgelegen Highland Cemetery. Tot nu toe heeft onderzoek niet kunnen aantonen waar J.B. Walker echt begraven ligt. Daarom heeft de CWGC besloten beide graven in dit uitzonderlijk geval te behouden. -de sergeanten K. Ballam, G. Mills en Austin Arthur Webb, de korporaal G. Denman en de soldaten James Davidson, Thomas Hall, Edward John Lourie, W. Rose en P. Watson ontvingen de Military Medal (MM).
-Edward Bolton, soldaat bij het 1st Bn. Cheshire Regiment, werd op 14 april 1916 wegens desertie gefusilleerd.
|
| | | -John Harold Rhodes, sergeant bij de Grenadier Guards werd onderscheiden met het Victoria Cross en tweemaal met de Distinguished Conduct Medal (VC, DCM and bar). -kapitein W. Paul (West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC).
-majoor Herbert Mainwaring Williams (Army Veterinary Corps) werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-kapitein Joseph Patrick Lambert-Shea (Durham Light Infantry) werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross en eenmaal met de Distinguished Conduct Medal (MC and Bar, DCM).
-de kapiteins N.J.H. Gavin (Royal Army Medical Corps) en A.F. Worster (The Buffs (East Kent Regiment)) werden tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-onderluitenant James William Worth (West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own)) werd onderscheiden met het Military Cross en de Distinguished Conduct Medal (MC, DCM).
-onderluitenant Frederick George Budd (King's Royal Rifle Corps) werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM).
-de kapiteins L.T. Dudley (Royal Fusiliers), Malcolm David McNicoll (King's Own Yorkshire Light Infantry), de luitenant Maurice Leslie Chaland (Norfold Regiment), de onderluitenants A.V. Clark (Bedfordshire Regiment), William Wilson (Royal Naval Volunteer Reserve) en William Henry Seale (Oxford and Bucks Light Infantry) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-luitenant Maurice St.Clair Patrick Wynne (Royal Inniskilling Fusiliers), compagnie sergeant-majoor S. Sole (Leicestershire Regiment), sergeanten Edward Lyall Coombs (Royal Field Artillery), Donald Campbell (Royal Field Artillery) en Victor Frederick William Ind (Gloucestershire Regiment), korporaals Ralph Brown (Lincolnshire Regiment), Thomas George James (South Wales Borderers) en David Chalmers (Royal Field Artillery), pionier J.F. Hurley (Royal Engineers) en soldaat J. Henry (Irish Guards) werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-nog 53 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Frederick Charles Coker, soldaat bij de South African Infantry was 17 jaar toen hij op 20 december 1917 stierf.
-Aliassen Zes militairen dienden onder een alias:
korporaal Douglas Hutcheson als Douglas Hutchison bij de Gordon Highlanders. schutter Sam Farmer Evans als H. Farmer bij het London Regiment. geleider William M. Ollerhead als William Edwards bij de Royal Field Artillery. soldaat Daniel Dominick Buckley als Daniel Ardick bij de Irish Guards. soldaat H. Hesketh als H. George bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own). soldaat Thomas Woolsoncroft als Thomas Wilsoncroft bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own).
-Joseph Bateman, soldaat bij het South Staffordshire Regiment werd wegens desertie op 3 december 1917 gefusilleerd. |
| | | |
| | | -James Irvine Taylor, onderluitenant bij het Lincolnshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -F. McGregor, sergeant bij de Gordon Highlanders werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-compagnie sergeant-majoor J.S. Willocks, korporaal T. Hogg en soldaat T.H. Keddy, allen van de Royal Scots en soldaat R.G.F. Lind van de Gordon Highlanders werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-de tweelingbroers John en James Benson sneuvelden op dezelfde dag (3 mei 1917). Het graf van James werd niet meer teruggevonden en hij wordt herdacht met een Special Memorial. |
| | | |
| | | |
| | | -Samuel Brammer Wilton, kapitein bij het North Staffordshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). |
| | | -Nelson Victor Carter, compagnie sergeant-majoor bij het 12th Bn. Royal Sussex Regiment, verkreeg het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens een aanval onder hevig vijandelijk vuur. Hierbij drong hij met een aantal manschappen door tot in de tweede Duitse linie en schakelde verschillende aanvallers uit. Daarna veroverde hij nog een vijandelijk machinegeweer. Bij het in veiligheid brengen van enkele gewonden werd hij dodelijk geraakt. Hij stierf op 30 juni 1916 en was 29 jaar. -John Beaumont Corry, majoor bij de Royal Engineers en Claude Alexander Lafone, kapitein bij het Devonshire Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-A.J. Mills, sergeant bij de Grenadier Guards werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de soldaten William Douglas Mackenzie en A.D. Buckberry waren slechts 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Lawrence Anderson diende onder het alias C. Lowe bij de Royal Engineers.
-Oliver Hodgetts, soldaat bij het 1st Bn. Worcestershire Regiment, werd wegens lafheid gefusilleerd op 4 juni 1915. Hij was 20 jaar.
|
| | | -David Coley Young, luitenant-kolonel bij de 4th Gurkha Rifles Commanding 1st Bn. werd onderscheiden met de Albert Medal (AM). -P. C. Eliott Lockhart, luitenant-kolonel bij de Queen Victoria's Own Corps of Guides Infantry (F.F.) (Lumsden's) werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
-William Hardinge Colvin Edwards, kapitein bij de Black Watch (Royal Highlanders) werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-T.C. Buck, sergeant bij de Coldstream Guards en H. James, kanonnier bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-G.T. Johnson, soldaat bij het North Staffordshire Regiment was 17 jaar toen hij op 8 oktober 1915 sneuvelde.
-soldaat Edward Ruane diende onder het alias Edward Convoy bij de Irish Guards.
|
| | | -W.G. Hunt, schutter bij de Rifle Brigade werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -korporaal George Cauper Dick van de Australian Infantry, A.I.F. en soldaat Edgar Lewis van het Welsh Regiment ontvingen de Military Medal (MM).
-Lawrence E. Booth, soldaat bij de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) was slechts 17 jaar toen hij sneuvelde.
-soldaat Harry D. Glassford diende onder het alias Harry Ward bij de Australian Infantry, A.I.F..
|
| | | -soldaat Richard Grenville Bennett van de The King's (Liverpool Regiment), soldaat H.A. Grand van het Middlesex Regiment, soldaat William Ewart Mortensen van de Australian Infantry, A.I.F. en soldaat Edward Walter Phipps van de Grenadier Guards waren 17 jaar toen ze sneuvelden. -soldaat Desmond Stanley Pitty diende onder het alias David John Richards bij de Australian Infantry, A.I.F..
|
| | | -Francis Henry Romilly, kapitein bij het Leicestershire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Guman Sing Negi, jemadar (officier) bij de 39th Garhwal Rifles werd onderscheiden met het Military Cross (MC) en de Indian Distinguished Service Medal (IDSM)
-Ernest Cotton Deane, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-soldaat Henry George Frederick Mead en pionier H.G. Catlin ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant S.R. Bence en soldaat C. Dodson ontvingen de Military Medal (MM).
-schutter John B. Cox en de soldaten Henry W. Linton, G. Plummer en Wilfred Peachey waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Aliassen soldaat Frank Padley diende onder het alias Frank Smith bij het York and Lancaster Regiment. soldaat G. Gowans diende onder het alias G. Scott bij de Durham Light Infantry. soldaat George W. Dodds diende onder het alias G. Belderson bij de Black Watch (Royal Highlanders).
|
| | | -Joseph Jones Bowen, luitenant bij het Welsh Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Claude Elmhurst Benson, kapitein bij de Australian Infantry, A.I.F. en P. Bullock, schutter bij het King's Royal Rifle Corps werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten George Fowler en Edwin Isaac Ives; de korporaals E. Bee en R. Thomas en de soldaat W. Beckwith werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Arthur E. Waite, schutter bij de Rifle Brigade was 16 jaar toen hij sneuvelde op 9 februari 1916.
-korporaal Frederick L. Moore en de soldaten J. McCarthy en James F. Daly waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Aliassen sergeant John Farrell diende onder het alias J. Hunt bij de Royal Irish Rifles. soldaat Rupert J. Bowring diende onder het alias R.J. Bevan bij de Australian Infantry, A.I.F.. soldaat George J. Dial diende onder het alias G. Dakin bij de Australian Infantry, A.I.F.. soldaat P.J. Hanna diende onder het alias P.J. Dalton bij de Australian Infantry, A.I.F..
|
| | | -Geoffrey Charles Shakerley luitenant-kolonel bij het King's Royal Rifle Corps; Charles Oliver Swanston, luitenant-kolonel bij de 34th Prince Albert Victor's Own Poona Horse; Jasper Joseph Howley, majoor bij het Lincolnshire Regiment en W.H. Webster, onderluitenant bij het London Regiment (Royal Fusiliers) werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -John Anderson Mann, luitenant bij het Royal Flying Corps en Tom Bowker, onderluitenant bij het Royal Flying Corps werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-sergeant R. Parkinson van het The Loyal North Lancashire Regiment werd tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-sergeant David Edward Williams, schutter Charles Stanley Graves en de soldaten J.T. Green en F.W. Porter ontvingen de Military Medal (MM).
-de soldaten George Dawson en John Peters McBean waren slechts 16 jaar toen ze sneuvelden.
-de soldaten John Reeves en G. Simpson en de schutter J.G. Dunford waren slechts 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Zes militairen dienden onder een alias:
kanonnier T. Simpson als T. Harvey bij de Royal Field Artillery. schutter John O'Rawe als John McGrath bij de Royal Irish Rifles. soldaat James Victor Minchington als K.S. Vincent bij het Australian Machine Gun Corps. soldaat John Henry Herbert als J.H. Sewell bij het Border Regiment. soldaat R.O. Rapley als W. Stevens bij het Australian Machine Gun Corps. soldaat George Whatmough als George Whitmore bij de Australian Pioneers. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -soldaat Frederick Kitchener van het Middlesex Regiment en schutter Alexander Joseph Tomkins van het King's Royal Rifle Corps waren 16 jaar oud toen ze sneuvelden. -korporaal Arthur Cumberbirch en de soldaten Henry Blandford, Albert Harrison, William Howarth en Robert Johnson waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-sergeant G. Richards diende onder het alias G. Welsh bij de Royal Irish Rifles.
-soldaat R. Allen diende onder het alias J. Casey bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own).
-schutter Arthur James Irish diende onder het alias George Arthur Lee bij de Rifle Brigade.
-soldaat Jules Schmidt diende onder het alias Adrien Vieilleumier bij de Canadian Infantry.
-de schutters W. Smith en G. A. Irish (alias George Lee) werden wegens desertie op 10 oktober 1915 gefusilleerd.
|
| | | |
| | | -Thomas Norman Jackson, korporaal bij de Coldstream Guards werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC). -William Herbert Gladstone, kapitein bij de Coldstream Guards en Hugh De Bary Cordes, onderluitenant bij de Scots Guards werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Joseph Mansfield, soldaat bij de Irish Guards werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DSM).
-compagnie sergeant-majoor Albert Bird, sergeant Harry Lawer en korporaal H. Symonds (Coldstream Guards); korporaal B.F.G. Shore (Scots Guards) en soldaat Edward Fitzgerald (Welsh Guards) werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | -Kenneth Hugh Lowden Arnott, luitenant-kolonel bij het East Lancashire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). -John Coventry Bromhall, majoor bij het Machine Gun Corps werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-Leon Thomas Victor Barnes, majoor bij de King's Shropshire Light Infantry; Alec William Gordon, majoor bij de Royal Engineers; David Drummond Bowie, kapitein bij de King's Shropshire Light Infantry; Eric Fulton Harvie, kapitein bij de Gordon Highlanders; Horace Vincent Blight, luitenant bij het Army Service Corps; G. B. Burridge, luitenant bij de Royal Field Artillery en John Drayson, compagnie sergeant-majoor bij de Northumberland Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-C. Brooks, sergeant bij de King's Shropshire Light Infantry ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn nog 10 militairen die werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-soldaat A. Edington van de Royal Scots Fusiliers was 17 jaar toen hij op 4 mei 1918 sneuvelde.
-sergeant Fred Harrison-Hawkey diende onder het alias Fred Harrison bij de Northumberland Fusiliers.
-Patrick Murphy, soldaat bij het 47th Bn. Machine Gun Corps, werd wegens desertie gefusilleerd op 12 september 1918.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -de broers Charles Guy Destrube en Paul Jean Destrube sneuvelden op dezelfde dag (17 februari 1917) en liggen onder één grafzerk begraven. Op hun grafsteen staat het Franstalige epitaaf: Unis dans la mort Comme ils l’étaient Dans la vie. -Ralph Adams, luitenant bij het Royal Warwickshire Regiment werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-Herbert Storch, onderluitenant bij het Yorkshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Herbert Shaw, sergeant bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten John W. Rennie, Matthew H. Mossop, A.G. Lever en Donald H. Kennedy; korporaal Claude J. Arnold en de soldaten J. Edwards, Arthur Botting en Arthur B. Eschle werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-soldaat Horace Iles van het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) was slecht 16 jaar toen hij sneuvelde.
-de soldaten W. Ferguson van de Royal Irish Fusiliers en Herbert W. Needham van de Durham Light Infantry waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-soldaat J.W. Goldie diende onder het alias J. Wylie bij de Canadian Infantry.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -Op de begraafplaats ligt luitenant John Kipling begraven, de enige zoon van de Britse schrijver Rudyard Kipling. Hij was 18 jaar oud. Er is heel wat controverse omtrent de identiteit van het hier begraven slachtoffer. (Meer informatie hierover op de website van webmatters.net)
-Harold Day, onderluitenant bij de Royal Naval Air Service werd onderscheiden met het Distinguished Service Cross (DSC). -Albert Edward Bayne, sergeant bij de Black Watch (Royal Highlanders) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-J. Simmonds, schutter bij de Rifle Brigade ontving de Military Medal (MM).
-John L. Walker, soldaat bij de Cameron Highlanders was 17 jaar toen hij sneuvelde op 28 september 1915.
|
| | | -W.R. Morgan, onderluitenant bij de South Wales Borderers werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Enoch Dalton, korporaal bij de Royal Engineers werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM and Bar).
-compagnie sergeant-majoor Edward Else; de sergeanten G.H. Tarrant, Alfred John Cardey, C.R. Field en S.A. Martin; de korporaals Charles Hubert Lill en W. Reilly en de soldaat Francis Edward Bydawell werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-T. Wasley, soldaat bij het Gloucestershire Regiment was slechts 16 jaar toen hij op 28 april 1916 sneuvelde. -schutter P.J. O'Neill en soldaat F.H. Stockwell waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | -Edmund Emerson Bousfield, luitenant-kolonel bij de 123rd Outram's Rifles (The Malaun Regiment) is de hoogste in rang op deze begraafplaats. -Cyril Holland, kapitein bij de Royal Field Artillery was de zoon van de Britse dichter Oscar Wilde. Hij sneuvelde op 9 mei 1915 en was toen bijna 30 jaar.
-Brenton Albert Hamilton Gage, kapitein bij de Royal Field Artillery; Stanley Charles Booker, luitenant bij het Worcestershire Regiment en Archibald Henry Mankelow, luitenant bij de 39th Garhwal Rifles werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de sergeanten T. Eustace en Arthur Cyril Sheppard en de soldaten T. Higgins en J.E. Pickup ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de soldaten William Henry Ingram en H.C. Scott ontvingen de Military Medal (MM).
-sergeant John Wilson, diende onder het alias John Boylan bij de Royal Engineers.
-Ernest Alfred Beaumont, soldaat bij het 2nd Bn. Leicestershire Regiment werd wegens desertie op 24 juni 1915 gefusilleerd.
|
| | | |
| | | |
| | | -Kenneth Churchill Graigie Taylor, majoor bij de Canadian Infantry, werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de luitenants G.W. Crow en Charles Green, beiden van de Canadian Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-luitenant L.R. Lavoie, compagnie sergeant-majoor James Barr en soldaat Arthur William McGlashan werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-soldaat William Edward Dailey was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde op 7 september 1916.
-soldaat John Joseph Murphy was slechts 17 jaar toen hij sneuvelde op 25 oktober 1916.
-Aliassen korporaal A.J. Perry diende onder het alias A.J. King bij het Britse leger. soldaat J.P.O. Garbutt diende onder het alias F. Graham bij het Britse leger. soldaat W.A. Hicks diende onder het alias W.A. Fraser bij het Britse leger. |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -De broers Henri en Albert Denis waren in dienst bij de Canadian Infantry toen ze sneuvelden op 24 september 1917. Zij liggen naast elkaar begraven.
-J. A. Cameron, luitenant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Distinguished Service Order (DSO). -Thomas d'Arcy Sneath, majoor bij het 5th Canadian Mounted Rifles Battalion, Osbert Richmond Knight, luitenant bij het Royal Flying Corps en F. W. Hinchcliffe, sergeant-majoor bij de Canadian Infantry werden onderscheiden het Military Cross (MC).
-Aliassen soldaat Albert V. Skinner diende onder het alias A. Vernon bij de Canadian Infantry. soldaat Thomas Lewis Llewellyn diende onder het alias Llewellyn Thomas bij het Canadian Machine Gun Corps soldaat Frederick Moore diende onder het alias John Charles Fulton bij de Canadian Infantry.
|
| | | |
| | | -soldaat W. Scott (Canadian Machine Gun Corps) was 17 jaar toen hij op 17 augustus 1918 sneuvelde.
-James McDonald, luitenant bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -soldaat Frederick Stevens (Canadian Infantry) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM).
-regiment sergeant-majoor C.H. Buss (Somerset Light Infantry) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-compagnie sergeant-majoor T. Galbraith (Canadian Infantry) werd onderscheiden met de Military Medal (MM).
|
| | | -James Donaldson Dulany Brancker, majoor bij de Royal Garrison Artillery en Wilfrid Frank Rogers, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -kapitein J.C. Banks en schutter M.J. Price, beide van het King's Royal Rifle Corps; Harry Pride, kapitein bij het Middlesex Regiment; Albert Edward Sidwell, kapitein bij de Royal Fusiliers en Stanley Lovell Cunningham, kapitein bij de Canadian Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-Albert Roy Fenwick, soldaat bij de Canadian Infantry en H. Edgington, soldaat bij het East Surrey Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-nog 21 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-E.W. Baldry, soldaat bij het Suffolk Regiment en James Stedman, soldaat bij de Duke of Cornwall's Light Infantry waren 17 jaar toen ze respectievelijk op 9 en 10 april 1917 sneuvelden.
|
| | | -William Harold Armitage, luitenant bij het Yorkshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de soldaten Frank Forde van de Royal Dublin Fusiliers en Ernest Raymond Goodman van de Royal Marine Light Infantry waren 16 jaar toen ze sneuvelden. -sergeant George Bernard Ingham diende onder het alias Nelson Page bij de Canadian Infantry.
|
| | | -A.S. Macfarlane, luitenant bij de Canadian Light Trench Mortar Battery werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). -John Bernard Adamson, sergeant bij de Canadian Infantry werd driemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and 2 Bars).
-de sergeanten Jack Gorback en Edard E. Pawson, korporaal Arthur Norfield, pionier William David Spear en soldaat Charles Cleveland Eastland werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-sergeant William Henry Goss diende onder het alias W.H. Hanna bij de Canadian Infantry.
-soldaat S.F.J. Aplin diende onder het alias S.F.J. Millon bij de Canadian Infantry.
|
| | | -soldaat Robert Scott Chalmers van de Canadian Infantry was een van de zes broers die in de oorlog vochten. Behalve hij sneuvelden nog twee andere broers en werd er één verminkt.
-kapitein C.B. Robinson en luitenant David Milne, beiden dienend bij de Canadian Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Allan Brander Angus, korporaal bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-de sergeanten Frederick William Barnes, J. Bright, H.L. Gougeon, D. Hampton en Thomas Melville Kilpatrick; korporaal R. Smith en de soldaten W.L. Wright, Ernest George Allwood, T. Iwamoto, Frank Swan en E. Wilmot ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | -Norman Victor Cliff, kapitein bij het 3rd Bn Canadian Infantry, werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). Hij was 25 jaar toen hij op 30 augustus 1918 sneuvelde. -Edward Slattery, luitenant bij het 3rd Bn Canadian Infantry, werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en driemaal met de Military Medal (DCM, MM and 2 Bars). Hij was 23 jaar toen hij op 30 augustus 1918 sneuvelde.
-F. Marsh, korporaal bij het 3rd Bn Canadian Infantry, werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Samuel Newell, sergeant bij het 19th Bn Canadian Infantry en G. Rodger, sergeant-majoor bij het 3rd Bn Canadian Infantry, werden tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-Sergeant Alfred Aaron Langford en kanonier John Sidney Stock, beide leden van de Royal Field Artillery, ontvingen de Military Medal (MM).
|
| | | |
| | | -VC Cecil Harold sewell plot 1 rij D graf 3 |
| | | |
| | | -Hier liggen 5 hogere officieren (luitenant-kolonel) begraven. Eén van hen (Bertram Henry Leatham) werd onderscheiden met het Distinguished Service Order (DSO). -Vier andere officieren ontvingen eveneens het Distinguished Service Order (DSO), nl: de majoors Colin Napier Buchanan-Dunlop en Philip Granville Mason, en de kapiteins Maurice Clive Radford en Arthur Leigh-Bennett. Die laatste ontving ook het Military Cross (MC).
-de kapiteins Montagu Vernon Gore-Langton, Edward Worrell Carrington, A.W. Waterhouse, Richard Eustace Grosvenor en James Thirkell Price; de luitenants Eric Guy Sutton en Dennis Joseph St.Claire Mullaly en de onderluitenants George Ghandos Hoskins, Pieter Hendrick Schalk Bezuidenhout en J. Bilsland werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-de onderluitenants Norman McGregor Lowe en Hugh Durant; compagnie sergeant-majoor Roderick McPhail; sergeant T. Jones; korporaal R. Lewis en de soldaten P. Batley, Edwin Kirby en Frederick Ernest Riggs werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-sergeant Ernest Harris werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM). nog 8 militairen ontvingen de Military Medal (MM) waaronder sergeant Joseph Cutts tweemaal (MM and Bar).
-de soldaten John McKinnon Henderson en John Roberts waren slechts 16 jaar toen ze sneuvelden.
-sergeant Ranoe James Moore, de korporaals A.W. King en Neville F.W. Clarkson, schutter James Scanlon en de soldaten Arthur N. Leach, Hugh McGee, Eldon L. Pitcher, Ernest J. Selby, Percy Willett, Douglas L. Wilson, Francis R. Windebank, Albert Wood, J. Gibson, Percy J. Anderton, Frederick W. Branston, Malcolm Campbell, G. Clarke, Percy G. Everitt en Thomas Fletcher waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
|
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -George Henry Musgrove, majoor bij de Canadian Infantry en John Ross MacPherson, kapitein bij de Princess Patricia's Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment) werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -luitenant J.L. Scatcherd (Canadian Field Artillery) werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar).
-majoor John Kenrick Lloyd Fitzwilliams (Royal Field Artillery), de kapiteins Thomas Barker Merrick (Machine Gun Corps (Infantry)), Stanley Donald Skene (Canadian Infantry) en James Steel (Royal Army Medical Corps), de luitenants Charles Conway Shaw (Machine Gun Corps (Infantry)), Charles Franklin Buchanan (Canadian Infantry) en Samuel Johnson (Royal Field Artillery), de onderluitenants P.R. Palmer (Royal Flying Corps) en William Francis MacDonald (Seaforth Highlanders) werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Luitenant Dick Ineson (Canadian Infantry) ontving ook nog de Military Medal (MC, MM).
-onderluitenant Brian Edward Glover, sergeant-majoor Alexander Bartore Salmon, de sergeanten Frederick Kirton en Leonard Harding en de soldaten David Whitehead en J. Peters werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-William James Nelson Gill, luitenant bij het Canadian Machine Gun Corps en T.H. Stanway, compagnie kwartiermeester sergeant bij het The Loyal North Lancashire Regiment werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-nog 42 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM). De sergeanten William Henry Murney, Robert Frederick Chaney en W.J. Deyoung ontvingen deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). Sergeant E. Smith ontving ook nog de Meritorious Service Medal (MM, MSM).
-soldaat Alfred E. Cake (Newfoundland Regiment) was 16 jaar toen hij op 14 april 1917 sneuvelde. de soldaten Donald Joseph Campbell en Leon Andrew Delauney (beiden Canadian Infantry) waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Aliassen Er zijn 6 militairen die onder een alias dienden:
kapitein Edmond William Claude Gerard De Vere Glentworth als Viscount Glentworth bij de Royal Air Force. soldaat Joseph Brennan als G. Wilson bij de Royal Fusiliers. soldaat A.C. Moss als G.H. Swan bij de Canadian Infantry. soldaat Thomas G. Cossina als T. George bij de Canadian Infantry. soldaat Roy Mantle als R. Lewis bij de Canadian Infantry. soldaat Sam Levitz als William Franck bij de Canadian Infantry.
|
| | | -VC Hugh Mc Iver plot 1 rij A graf 19 |
| | | |
| | | |
| | | -Archibald Ernest Graham McKenzie, luitenant-kolonel bij de Canadian Infantry werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO and Bar). -majoor Arthur Vincent Wood (Canadian Infantry), de kapiteins Cyril Easton (East Yorkshire Regiment), Wilfrid Vause (Yorkshire Regiment) en Gordon Henry Applegath (Canadian Infantry) en luitenant A. Gittins (King's Shropshire Light Infantry) werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-G.G. French, soldaat bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Alexander Gardiner, soldaat bij de Highland Light Infantry werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM)
-sergeant D.B. Bell (Canadian Infantry) en korporaal James Richardson (Seaforth Highlanders) werden tweemaal onderscheiden met de Military Medal (MM and Bar).
-nog 37 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM).
-Vijf militairen dienden onder een alias.
soldaat Ferdinand Gronwall als Frederick Arthur Marshall bij het Middlesex Regiment. soldaat David Kanapka als D.K. Davis bij het London Regiment. soldaat John Alexander Keith Way als J.A. Keith bij het Middlesex Regiment. soldaat Lee Darwin Krueger als J.A. King bij de Canadian Infantry. soldaat Guy Bellman als George Wilson' bij de Canadian Infantry.
|
| | | |
| | | -Donald Forrester Brown, was sergeant bij het 2nd Bn. Otago Regiment, New Zealand Expeditionary Force. Hij ontving postuum het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens een risicovolle actie bij het veroveren van een vijandelijk mitrailleurnest. Hij was 26 jaar toen hij sneuvelde op 1 oktober 1916 tijdens het terugtrekken van de vijand. Hij was de eerste Nieuw-Zeelandse soldaat aan het Westfront die deze onderscheiding ontving. plot III rij F graf 11
-de kapiteins Albert Rober Case, John McIntyre en Laurence Guy Holt en de onderluitenants C.H.H. Roberts en William Patrick Healy werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
-onderluitenant William Harold McMullen; compagnie sergeant-majoor James Wilkie Leighton Stewart; de sergeanten J.C. Hilson, F.C. Morel en Abel Samuel Skinner; de korporaals Charles Frederick Pardoe en Leslie Sneyd en soldaat Frank Murton werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er zijn 21 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. Korporaal John Felix Mills ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | -John McCrae, luitenant kolonel bij het Canadese Expeditieleger, was arts tijdens de veldslagen om Ieper en schreef het beroemde gedicht In Flanders Fields.[1] Hij overleed op 28 januari 1918 aan de gevolgen van een long- en hersenvliesontsteking. -Margaret Ellen Evans, Nita Madeline King, Barbara Esmee St.John en Rubie Pickard (geb. Stepney) waren vrijwilligster bij het Voluntary Aid Detachment (VAD).
-Alice Hilda Lancaster, verpleegster bij de Territorial Force Nursing Service.Zij verdronk tijdens het zwemmen op 3 juni 1918. Zij was 35 jaar.
-W. Wallis verpleegster bij de British Red Cross Society stierf op 19 mei 1917.
-Christina Murdoch Wilson, Myrtle Elisabeth Wilson, Emily Helena Cole, Isabella Lucy May Duncan en Jessie Olive Hockey waren verpleegsters bij de Queen Alexandra's Imperial Military Nursing Service.
-Ernest Jackson, majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en tweemaal met het Military Cross (DSO, MC and Bar).
-Bernard Henry Ellis, commandant bij de Royal Naval Volunteer Reserve werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en de Distinguished Service Medal (DSO, DSM).
-Henry Moore, luitenant-kolonel bij het Royal Army Medical Corps; Frederick Joseph Morley, majoor bij het Dorsetshire Regiment en Hugh McMaster, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross. (DSO, MC).
-Cameron Lamb, kapitein bij het Border Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Hij rust in een privaat graf.
-William Reginald Minton, kwartiermeester bij de Royal Horse Artillery werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM).
-er liggen 12 militairen die werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-er liggen 32 militairen die werden onderscheiden met de Military Medal (MM). Sergeant Walter Neale, korporaal Middleton Wilde en soldaat Robert Vallance verkregen deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar).
-Henry Edward H. Brouse, kanonnier bij de Canadian Field Artillery was 15 jaar toen hij op 10 december 1917 sneuvelde.
-de soldaten E. Williams, James Sagar, Roland Thomas Whitehorn, Wilfred Maurice Nunn, Donald Alexander Martin, Joseph Bertram, Herbert Charles Blunt, Stanley Edwin Carr, Richard Gilbert, Duncan Hope en korporaal F. Squires waren 17 jaar toen ze sneuvelden.
-Er liggen 19 militairen die onder een alias dienst deden. |
| | | -A.E. Vanderpump, kapitein bij de Canadian Infantry, Geoffrey Grenside Bowen, kapitein bij de Lancashire Fusiliers en Robert Drummond McMillan, luitenant bij de Canadian Field Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Arthur Wesley Chambers, sergeant bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal en tweemaal met de Military Medal (MSM, MM and Bar).
-W. Entwistle, soldaat bij het East Lancashire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-nog 13 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM) waaronder luitenant Harold Shackleton tweemaal (MM and Bar).
-kanonnier J. Butler diende onder het alias J. Carthy bij de Royal Garrison Artillery.
|
| | | -F.C. Sainton, kapitein bij het Royal Sussex Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Harry Reginald Robertson, sergeant bij de The King's (Liverpool Regiment) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
-Richard Scott Clark, soldaat bij de Black Watch (Royal Highlanders) werd onderscheiden met de Military Medal (MM).
-de soldaten W.G. Dickens en Thomas Edward Voss waren slechts 17 jaar toen ze stierven.
-soldaat James Holme diende onder het alias James Hulme bij het The Loyal North Lancashire Regiment.
|
| | | -H. Lieb, sergeant bij de Canadian Infantry ontving de Military Medal (MM) |
| | | -E. Miller, schutter bij het King's Royal Rifle Corps was 17 jaar toen hij op 24 mei 1916 sneuvelde.
-soldaat Harry Milburn diende onder het alias H. Allen bij de Royal Fusiliers. |