Foto's CWGC West-Vlaanderen
Met dank aan de CWGC die mij lijsten bezorgden van het aantal graven per land op een bepaalde begraafplaats. Het bestand is te raadplegen via deze Link "Inventaris country/cemetery West-Vlaanderen ".
CWGC West-Vlaanderen | cemetery Info | opmerkingen |
-Charles Burnett Woodham, kapitein bij de Duke of Cornwall's Light Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) | ||
-John Jackson Low, onderluitenant bij de Royal Engineers werd onderscheiden met het Military Cross en de Military Medal (MC, MM). -R. Castling, sergeant bij de Durham Light Infantry en Arthur James Hammond, sergeant bij het Canterbury Regiment, N.Z.E.F. werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -sergeant William Stewart Brien en soldaat Charles Leonard Smith ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Kingsmill Williams Jones, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Reginald Walter Barnett, majoor bij het King's Royal Rifle Corps werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). Ook G.H.E. Warburton, kapitein bij de The King's (Liverpool Regiment) en C.F.G. Hollis, luitenant bij de The Buffs (East Kent Regiment) ontvingen het Military Cross. -korporaal John Hayden Healey en pionier C.H. Walker ontvingen de Military Medal (MM). | ||
- Dominick Casey en Arnold Jacques Chadwick, beiden Flight Commander bij de Royal Naval Air Service werden onderscheiden met het Distinguished Service Cross (DSC). -Henry Laurence Slingsby, kapitein bij de King's Own Yorkshire Light Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten E.O. Leak, F.E. Bewsey, korporaal James Bulloch en de soldaten Arthur Ball, Joseph McNeil en W.E. Tallowin ontvingen de Military Medal (MM). Laatstgenoemde heeft deze onderscheiding tweemaal ontvangen en krijgt daarom de toevoeging Bar achter zijn naam. -Desmond Hayward Sidley Kay en John Colin Mungo Park, beiden Squadron Leader bij de Royal Air Force werden onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC) met Bar (zij hebben deze onderscheiding tweemaal ontvangen). | ||
- Alonzo Cox, majoor bij het Army Cyclist Corps werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Ralph Ingram Moore, kapitein bij de Australian Infantry, A.I.F. werd onderscheiden met het Military Cross (MC) en de Distinguished Conduct Medal (DCM). -R. Potter, onderluitenant bij de Black Watch (Royal Highlanders) werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -korporaal G. Dagger en sergeant George Powley werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten William Henry Redley en Edward Reid, korporaal Frederick Aedy Campbell, kanonnier George Charlton en soldaat James Scott Blackie ontvingen de Military Medal (MM). -de soldaten Bert Hartells (32 jaar), John Robinson (31 jaar) en Alfred Thompson (25 jaar) werden wegens desertie geëxecuteerd op 26 juli 1915 | ||
-.S. Rigg, luitenant bij het York and Lancaster Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Harold Serginson, kapitein bij de Northumberland Fusiliers en Henry Jepson Paddison, kapitein bij het Worcestershire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -compagnie sergeant-majoor W.J. Rolfe, sergeanten R. Doughty en W. Harvey en soldaat Harry Gamble ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten J. Smith, A. Fitzgerald, W.H. Batchelor, R.J. Powell, S. Stephens en G.H. Stringer, de korporaal J. White en de soldaten C.W. Lowe, D. Sutherland, C.A. Elliott en T. Rose ontvingen de Military Medal (MM). -twee bekende oorlogsdichters Ellis Humphrey Evans, beter bekend als Hedd Wyn en Francis Ledwidge. | ||
-Alfred Garnett Horsfall, luitenant-kolonel bij het Duke of Wellington's (West Riding Regiment) en Charles Gamble Bishop, majoor bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de majoors Matthew Hodgart, John McMurtrie en Ernest Cole Fleming, de kapiteins Walter Stanley Gimson en Francis Harold Lewin, luitenant Robert LLoyd Peel, de onderluitenants Donald MacLeod en Arthur Frederick Hastings Kelk en kapelaan Walter Charles Wilks werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant William Coleman en kanonnier James Fraser werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er zijn nog 13 militairen die de Military Medal hebben ontvangen waaronder korporaal Archibald Mackenzie tweemaal (achter zijn naam staat de toevoeging MM and Bar). -kanonnier George Hawkins, was vierde geworden in de finale van de 200 m op de Olympische spelen van 1908. | ||
-Rupert Price Hallowes, onderluitenant bij het Middlesex Regiment 4th Bn, ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens hevige gevechten bij Hooge (Zillebeke). Hij werd ook onderscheiden met het Military Cross (MC). Hij was 34 jaar toen hij op 30 september 1915 aan zijn verwondingen overleed. -Oswald Mosley Croshaw, luitenant-kolonel bij de Glasgow Yeomanry (Queen's Own Royal) werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de kapiteins J.H.C. Gatchell, R.P. Morris en John Arthur Gordon Shanks, de luitenants George Marbrook Doughty en Victor Carrington en de onderluitenants Alfred Boxall, F. Mahoney en James Patrick Connor werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten G. Desborough, H. Craddock en William Albert Mead werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (MM). -korporaal George Reading werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM) en de Military Medal met Bar (MM and Bar), hij ontving deze onderscheiding tweemaal. -George Lowdell Eager, sergeant bij het London Regiment (Prince of Wales' Own Civil Service Rifles) werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -er zijn nog 24 militairen die de Military Medal ontvingen. -Soldaat Frederick Turner werd wegens desertie gefusilleerd op 23 oktober 1917. Hij was 31 jaar. | ||
-Cecil Robert Arthur Pye, luitenant-kolonel bij de Australian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -William George Harvey, kapitein bij de Australian Pioneers werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Oliver Victor Poulton en J.J. Brown en de kanonnier Albert Edward Broome werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er zijn nog 17 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen waarbij compagnie sergeant-majoor Daniel Patrick O'Hea, sergeant L. Jarvis en kanonnier Isaac Henry Burnham tweemaal. Zij dragen de toevoeging MM and Bar achter hun naam. | ||
-sergeant Alfred Ernest Fulcher en korporaal Donald Cranston Murray ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-Kapitein Harold Ackroyd van het Royal Army Medical Corps verkreeg het Victoria Cross (VC) voor het betuigen van uiterste moed en volharding bij het helpen van gewonde manschappen onder hevig vijandelijk vuur. Hij sneuvelde op 40-jarige leeftijd op 11 augustus 1917. Hij werd ook nog onderscheiden met het Military Cross (MC). -de onderluitenants E. S. Lewis en J. Nolan ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). J. Nolan werd ook nog onderscheiden met het Military Cross (MC). -de korporaals D. McNab en Alfred Lawrence Edwards en de soldaten Ernest Albert Snashall, G.A. Joynes, D. Lynch, G. Simcock en P. Williams ontvingen de Military Medal (MM). -De Belgische sergeant Camille de Wattine was tolk bij het Britse leger. Hij wordt herdacht met een Special Memorial omdat zijn oorspronkelijke graf niet meer gevonden werd. Daarop staat de Franstalige tekst: A la mémoire de...sergent de l' armee Belge interprete a l' armee Britannique mort pour la Belgique. Hij overleed als 22-jarige op 29 september 1918. Hij werd gelauwerd als Ridder in de Orde van Leopold II en was drager van het Croix de Guerre. | ||
-kanonnier T.J. Evans werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). | ||
-F.P.H. Synge, kapitein bij de Irish Guards werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Harold Fredrick Mayo en H. Colley werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -sergeant A.A. Parkes, de korporaals Samuel Gould en A. Holloway, kanonniers George Edward Burleigh en Robert Neilston Rankin, pioniers H. Smith en H. Carr en de soldaat M. Lewis ontvingen de Military Medal (MM). -Thomas Hawkins van het 7th Bn. Royal West Surrey Regiment (Queen’s) werd wegens desertie geëxecuteerd op 22 november 1917. -Arthur Westwood (20 jaar) van het East Surrey Regiment werd wegens desertie geëxecuteerd op 23 november 1917. -Frederick Slade (24 jaar) van het 2/6th Bn. London Regiment werd op 14 december 1917 geëxecuteerd omdat hij weigerde aan te vallen tijdens de Slag om Passendale in oktober 1917 . | ||
-Noel Chavasse (VC and Bar, MC), kapitein bij het Royal Army Medical Corps. Hij is één van de drie militairen die twee maal werden onderscheiden met een Victoria Cross (VC). Hij ontving ook het Military Cross (MC) en overleed in een veldhospitaal in Brandhoek op 4 augustus 1917. -de majoor Laird Irvine Cassan Paul, luitenant John Houston Mumford en compagnie sergeant-majoor E. Power werden eveneens onderscheiden met het Military Cross (MC). J.H. Mumford ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -Thomas Henry Boardman, luitenant-kolonel bij de Royal Inniskilling Fusiliers, James Cosmo Russell, luitenant-kolonel bij de 9th Hodson's Horse, Gawain Murdoch Bell, majoor bij het Hampshire Regiment en Frank Rhodes Armitage, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -sergeant J.W. Hoare, korporaal J. Gray en soldaat L. Lewis ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -verder zijn er nog 14 militairen die de Military Medal (MM) hebben ontvangen. | ||
-T. C. Irving, luitenant-kolonel bij de Canadian Engineers en Fred Leslie Biddle, majoor bij de Australian Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -majoor L.E. De St. Paer, de kapiteins Oliver Travers, Stanley Walker en Ronald Graham McDonald, luitenant J.D. O'Brien en de onderluitenants Arthur Marston Adams, Robert Paterson Smith, Richard Douglas Miles en M. Gliddon werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten W.G. Saunders en Thomas Henry Sanderson ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM), de laatste verkreeg eveneens de Military Medal (MM). -er liggen nog 24 andere militairen die de Military Medal (MM) hebben ontvangen, daarbij sergeant Walter Ernest Pearce die deze onderscheiding tweemaal ontving (MM and Bar). | ||
-F. Chymist, sergeant bij het Tank Corps werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). | ||
-J. McAllister, sergeant bij de Royal Engineers ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM). - sergeanten G. Bate en F. Ifould en de korporaals Sydney John Hooper en William John Dainty ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Eric Douglas Doyle, luitenant bij de Royal Field Artillery ; Reginald Sebastian Page-Green, onderluitenant bij de Royal Fusiliers en Charles Parker Webb, onderluitenant bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant Wilfred Hammond en de soldaten A. Hill en Francis Edgar Gibbs ontvingen de Military Medal (MM). | ||
foto's Buttes New British cemetery | ||
- korporaal Arthur Barnes en soldaat Edward O'Neill ontvingen de Military Medal (MM). Korporaal Frederick Ernest Leach ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). | ||
-John Boyd Orr, majoor bij het Norfolk Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -majoor John Arthur Meads, de kapiteins John Little, Owen Robert Lloyd, Laurence William Cadic en Patrick Julian Harry Stanley Ogilvy, de luitenants Walter Olveston Summers en John Mcpail McDonald en onderluitenant Stanley Hastings Price werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Frederick Gordon Bayley, luitenant bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). compagnie sergeant-majoor James C. Combe, sergeant Harry Greatrex en soldaat Alfred John Knight ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -nog 20 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM). | ||
-sergeant Walter Frederick Jenkinson en soldaat Henry Vincent ontvingen de Military Medal (MM). -Soldaat Alfred Bootham van het 2nd Bn. Manchester Regiment, was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde op 9 juni 1915. | ||
Op de grafzerk van kapitein Maynard Percy Andrews staat een Franstalig onderschrift dat als volgt luidt: Personne ne peut avoir un plus grand amour que de donner sa vie pour ses amis. | ||
-Luitenant Thomas Ernest Hulme[3] was een van de bekende Engelse oorlogsdichters. Hij sneuvelde op 28 september 1917. -de luchtmachtofficieren Douglas Alfred Weatherill, John Edmund Greene, John Henry Hewitt, Denis Flynn, Walter Smith, Robert Lonsdale Clenahan en Charles Robert Reeves Hickey werden onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC) waarbij de laatstgenoemde deze onderscheiding tweemaal ontving. (DFC and Bar). -majoor Thomas Stewart van de Royal Scots werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). -de kapiteins W.A. Sneath, Edgar William Sussex en de luitenants Horace Michael Hynman Allenby, Ralph Dorschel Doughty, Douglas Collett Sykes en Cecil William Baxter werden onderscheiden met het Military Cross (MC). De laatstgenoemde ontving ook de Distinguished Conduct Medal (DCM). -volgende leden van de Royal Air Force Volunteer Reserve ontvingen de Distinguished Flying Medal (DFM): de piloten Vincent Brian Crosby en Harry Louis Wilson en sergeant Albert Bouch. -James Robert Sole, eerste matroos bij de Royal Navy ontving de Distinguished Service Medal (DSM). -sergeant George Leonard Pond ontving eveneens de Distinguished Conduct Medal (DCM). -nog 22 andere militairen ontvingen de Military Medal (MM) waaronder de sergeanten John Collyer en Norman Connor tweemaal (MM and Bar). -William Wycherley, soldaat bij het 2nd Manchester Regiment werd wegens desertie geëxecuteerd op 12 september 1917. Hij was 24 jaar. -Frank William Cheeseman, schutter bij het 18th Kings Royal Rifle Corps werd wegens desertie geëxecuteerd op 20 oktober 1917. Hij was 29 jaar. -Arthur Philip Oyns, soldaat bij het 50th Search Light Company Royal Engineers werd wegens moord geëxecuteerd op 20 oktober 1917. Hij was 31 jaar. | ||
Gerald Leopold Williams, onderluitenant bij de Royal Inniskilling Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross (MC) | ||
-John Henry Bridcutt, luitenant-kolonel bij de Royal Irish Rifles werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -George James Bruce, kapitein bij de General List , 109th Inf. Bde. 36th (Ulster) Div., late 13th Bn. Royal Irish Rifles werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en tweemaal het Military Cross (MC and Bar). -de kapiteins Walter Charter Boomer, Andrew Durward, William David Hannan, Ralph Dendy, Herbert Rendell en Roy Frederick Balmain, de luitenants John Bateson en Charles Murray en de onderluitenants Fred Aspden en Charles Heath Fisher werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -kapitein Maurice Lea Cooper en luitenant Claude Melnot Wilson, beide dienend bij de Royal Air Force werden onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). -sergeanten George Fernie en W.O. Carter en korporaal W. Gregg ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). G. Fernie ontving ook nog de Military Medal (MM). -nog 33 andere militairen ontvingen de Military Medal (MM) waarbij sergeant Alexander McBeath, korporaal George Henry Hill en soldaat Ernest Edward Collishaw deze onderscheiding tweemaal hebben ontvangen (MM and Bar). | ||
-Wilfrid Thomas Chaning-Pearce, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Horace Cecil Streeton en W.C. Wood en de korporaal Frederick William Broom ontvingen de Military Medal (MM). -Op 5 april 2016 werden de stoffelijke resten van drie Britse militairen herbegraven. Ze werden gevonden in een veld en omdat er geen persoonlijke kentekens meer waren konden ze niet geïdentificeerd worden. | ||
-de luitenant-kolonels Wigram Clifford en Harold Thomas Belcher en de majoors Percy Robert Murdoch Collins werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de luitenants James Allenson Picton, J. Marsland en James Stuart d'Auvergne Innes werden onderscheiden met het Military Cross (MC). De laatstgenoemde ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -sergeant G. Hughes, de korporaals Ronald Mutimer en Alexander John Mitchell, kanonnier H. Vandome, artillerist Arthur William Orchard en pionier T. Hunt ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Kapitein Denzil Newton van de Princess Patricia's Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment) was ridder in de Orde van de Rijzende Zon (Japan) en lid van de Royal Victorian Order (MVO). Hij sneuvelde op 9 januari 1915 in de leeftijd van 35 jaar. | ||
| ||
-de Nieuw-Zeelandse majoor Victor Rogers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -J.J. Campbell, luitenant bij de Canadian Field Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten John Augustus Loffhagen en C. A. McInnis, de artillerist William Mawdsley en de kanonnier Patrick Murphy ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Geoffrey Maynard Evans, kapelaan bij het Army Chaplains' Department werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Robert B. Milligan, Innis McKay en W. Little, korporaal Herbert James Humphries, de kanonniers Alexander Watson en Charles Walter Whetstone en soldaat Walter Hugh Montgomery Rankin Black ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Roland Belfield Glanville, luitenant bij de Australian Infantry werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten C. Peachy en R. Stokes, de korporaals James Hook, Daniel Crew en Walter Eric Dowden en de soldaten Albert Ernest Johnson, Arthur Johnson en Alexander May ontvingen de Military Medal (MM). -sergeant James H. Speirs was een Schotse voetballer, die in 1911 nog het winnende doelpunt had gemaakt in de FA Cupfinale. Hij sneuvelde tijdens de Derde Slag om Ieper op 20 augustus 1917 in de leeftijd van 31 jaar. Hij was ook drager van de Military Medal. | ||
-O/Lt Edward Revere Osler, was de zoon van de bekende chirurg Sir William Osler en ook achter-achter-kleinzoon van Paul Revere. Hij werd verzorgd door Harvey Cushing, maar overleed op 21-jarige leeftijd eind augustus 1917. -Private Stephen Henshaw werd gewond tijdens de slag van Langemark in augustus 1917. Hij lag zes dagen op het slagveld, eer hij kon overgebracht worden naar het veldhospitaal, waar hij een dag later overleed op 30-jarige leeftijd. In het slagveld nabij Sint-Juliaan is een gedenksteen opgetrokken voor hem. -Brian Surtees Phillpotts, luitenant-kolonel bij de Royal Engineers, Harry Denison, majoor bij de Royal Horse Artillery en R. Wright, kapitein bij de King's Own Yorkshire Light Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Walter Sterndale-Bennett, commandant bij de Royal Naval Volunteer Reserve en Norman Rendall Davidson, luitenant-kolonel bij de Royal Horse Artillery ontvingen deze onderscheiding tweemaal en mochten de toevoeging (and Bar) achter hun naam zetten. De kapelaan Simon Stock Knapp werd eveneens onderscheiden met de Distinguished Service Order en ontving ook nog het Military Cross (MC). -majoor John Edwin Bayliss, de kapiteins William Morrison, H.M. O'Connor, Harry Stanyer Powell, Noel Humphrey Wykeham Saw, Richard Guy Titley, Walter Baker, Roy Bowes, Robert Charlton, Robert Raimes Jackson en Theodore Arthur Tapp werden onderscheiden met het Military Cross (MC), laatstgenoemde ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -de luitenants Bernard John Pullin, Douglas Georges Smith, Robert William Taylor, en John Haydon Cardew, de onderluitenants Thomas Handley Porritt, Robert Brewis Stephenson, Leonard Cecil Bourne en Rupert Gough ontvingen ook het Military Cross (MC). -compagnie sergeant-majoor Frederick Bowles en korporaal J.F. Duley ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM), zij ontvingen ook de Military Medal (MM). -er zijn 64 militairen die de Military Medal ontvingen (MM). De sergeants Fred Emerson en R. Gowans hebben deze onderscheiding tweemaal ontvangen (MM and Bar). Sergeant John Coutts ontving ook nog de Meritorious Service Medal (MSM). | ||
-Robert Bradford Flint, luitenant bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) | ||
-William Albert De Courcey King, luitenant-kolonel bij de Royal Engineers, Robert Curwen Richmond Blair, kapitein bij het Border Regiment en George Richard Owen Edwards, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO), de laatstgenoemde tevens met Bar omdat hij deze onderscheiding tweemaal verwierf. -de luitenants C. L. Blair en John Marshall Youngman ontvingen het Military Cross (MC). -korporaal A. W. Bray werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -zeven manschappen ontvingen de Military Medal (MM). Frederick Broadrick, soldaat bij het 11th Bn. Warwickshire Regiment werd wegens desertie geëxecuteerd op 1 augustus 1917 | ||
-Gordon Daubeney Gresley Elton, kapitein bij de Royal Irish Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en het Military Cross (MC). -Henry Glissold, majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Albert E. Taylor, onderluitenant bij het Royal Newfoundland Regiment werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar) en de Distinguished Conduct Medal (DCM). -majoor William Lindsay Shaw, de kapiteins C. Powell, L.M. Bayly, Edwin Lewis Renbow, Henry Parks Withworth en Matthew Henry Gibson werden onderscheiden met het Military Cross (MC), waarbij de laatstgenoemde tweemaal (MC and Bar). -de luitenant Frederick C. Mundy en de onderluitenant A.S. Blacklaws werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Henry Thomas Sheldrake, sergeant bij het Military Police Corps werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -de sergeanten A. Boyd, Charles Isidore Laugeard en C.W. Roe werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM), de laatstgenoemde ontving ook nog de Military Medal (MM). -nog 35 militairen ontvingen de Military Medal (MM). De korporaals James George W. Hagen en A. Kerr ontvingen deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). -Soldaat Antoine Vandercam is de enige Belg die hier begraven ligt. Hij sneuvelde te Brielen op 19 oktober 1918 in de leeftijd van 28 jaar. Soldaat John Seymour van het 2nd Bn. Royal Inniskilling Fusiliers werd wegens desertie geëxecuteerd op 24 januari 1918. | ||
-C. Lawrence, korporaal bij de Royal Irish Fusiliers ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM). -G. Fitzharris, soldaat bij het Royal Army Medical Corps, ontving de Military Medal (MM). | ||
-Soldaat Thomas Barratt van het 7th Bn, South Staffordshire Regiment, verkreeg het Victoria Cross wegens zijn uitzonderlijk moedig optreden tijdens verschillende acties, waarbij hij vijandelijke sluipschutters uitschakelde en de dekking op zich nam tijdens de terugtrekking van zijn kameraden. Hij sneuvelde 27 juli 1917 in de leeftijd van 22 jaar. -Frederick Leopold Pusch, luitenant bij de Irish Guards werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Geoffrey William Barclay, majoor bij de Rifle Brigade, Eric Butler Smallwood, kapitein bij het Hertfordshire Regiment en de onderluitenants William Campbell van de Royal Scots en B.G.H. Maclear van de Grenadier Guards werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -compagnie sergeant-majoor J. Cutland, sergeant John Firth, korporaal Alfred Quick en soldaat A. Young werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten W.J. Chamberlaine, Richard Mason en John Viggers, de korporaals H. Currell, G. Armer en J. Nelson, schutter A. Mallion en de soldaten Fred Langdon, H.O. Fleming en Thomas James Dyer ontvingen de Military Medal (MM). Soldaat Valentine Joe Strudwick . Hij sneuvelde op 14 januari 1916 en zou met zijn 15 levensjaren één van de jongste slachtoffers in de Salient zijn. Valentine werd geboren op 14 februari, Valentijnsdag. Het graf is een bedevaartsplaats voor de duizenden Britse scholieren die Ieper jaarlijks bezoeken. Vele laten briefjes, beertjes en bloemen achter. Door de vele bezoekers is de weg naar het graf extra verhard. | ||
-Lt.Col. Frederick George Howard van de 49th Division Royal Engeneers, werd opgenomen in de Koninklijke Orde van Victoria (MVO) en ontving de Distinguished Service Order (DSO). Hij sneuvelde op 19 oktober 1915 in de leeftijd van 43 jaar. -majoor Jack Frederick Bligh, de kapiteins Charles O'Reilly Edwards en John Chamberlain en de onderluitenants Henry Arthur King, John David Vaughan en F.M. Myers werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten G.R. Prothero en Ernest John Gibbs en de korporaal D. Towers ontvingen de Military Medal (MM). -Soldaat George Watkins van het 13th Bn. Welsh Regiment werd wegens desertie geëxecuteerd op 15 mei 1917. -Soldaat Robert Hope van het 1st Bn. Royal Inniskilling Fusiliers werd wegens desertie geëxecuteerd op 5 juli 1917. Hij was 23 jaar | ||
-Soldaat John Lynn van het 2nd Bn, the Lancashire Fusiliers werd onderscheiden met het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden op 2 mei 1915 bij een aaval van de Duitse troepen tijdens de Tweede Slag om Ieper nabij Shell Trap Farm. Hij was 28 jaar toen hij op 3 mei 1915 stierf als gevolg van chloorgasvergiftiging. Hij werd begraven op het kerkhof van Vlamertinge maar zijn graf werd door inslaande granaten vernield. Hier in het Grootebeek British Cemetery wordt hij herdacht met een Special Memorial.[2] Hij ontving eerder ook nog de Distinguished Conduct Medal (DCM) en het Kruis van de Orde van St. George, 4e klas (Rusland). -George Alan Campbell Smith, kapitein bij de Argyll and Sutherland Highlanders en Ernest James Hemsley, onderluitenant bij het Royal Sussex Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -E. Perkins, sergeant bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de korporaals R.J. Cooper en G. Smith en de fuselier Harry Millson ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Percy William Beresford, luitenant-kolonel bij het Royal Fusiliers 2nd/3rd Bn. is de hoogste in rang op deze begraafplaats en is drager van de Distinguished Service Order (DSO). -de majoors George Henry Wilson en Kenneth Cameron, onderluitenant B. Miller, de kapiteins William St. Clair Grant en James Bliss werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Laatstgenoemde ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -J.M. Bennett, soldaat bij het Duke of Wellington's (West Riding Regiment) werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM) -sergeant Jonathan Heaton, korporaal Peter Emslie, monteur Henry Ernest Johnson, de kanonniers Michael Murphy en James Lynch, sapper William Andrew Stephen en soldaat Percy Raworth ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Vernon Holden, majoor bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) werd onderscheiden met het Distinguished Service Order (DSO) en het Military Cross (MC). -Hugh Roger Partridge, kapitein bij het Royal Army Medical Corps ontving tweemaal het Military Cross (MC and Bar). -John Illingworth, luitenant bij het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) ontving het Military Cross (MC). -James William Dames, sergeant-majoor bij het Princess Patricia's Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment) ontving de Meritorious Service Medal (MSM) en de Distinguished Conduct Medal (DCM). -Walter Dossett, soldaat bij het 1st/4th Bn. York and Lancaster Regiment, werd wegens desertie geëxecuteerd op 25 juni 1918. Hij was 22 jaar. George Ainley, soldaat bij het 1st/4th Bn. Kings Own Yorkshire Light Infantry, werd wegens desertie geëxecuteerd op 30 juli 1918. Hij was 20 jaar | ||
-drie gesneuvelden kregen postuum de zeldzame Albert Medaille (AM), namelijk: compagie sergeant-majoor A.H. Furlonger die ook de Distinguished Conduct Medal (DCM) ontving en de pioniers George Edward Johnson en Joseph Collington Farren. Samen met nog twee anderen voorkwamen ze een ramp door een brandende wagon uit een munitiedepot te slepen. -Hubert Podmore, luitenant-kolonel bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de majoors Francis Robert Whitten en Richard Fielding Morrison werden onderscheiden met het Military Cross (MC), laatstgenoemde ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). De kapiteins Edward Harris, James Robert Ruxton Leys en John Stanley Edwards, luitenant A. Clark en de onderluitenants Norman Robert Harper, James Cullen en Benjamin Priest ontvingen eveneens het Military Cross (MC). -korporaal David Ewart en soldaat Henry Charles Godden werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -compagnie sergeant-majoor P. Delaney, soldaten Arthur Corlett, A. Moreland, J. McAllister en David Bow ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). De sergeanten A.W. Wright en C. Hall ontvingen daarbij ook nog de Military Medal (MM). -nog 32 militairen ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-William Thomas Leggett, Corporal of horse[3] bij de 1st Life Guards, wordt beschouwd als de eerste Australiër die sneuvelde in de strijd om Ieper op 14 oktober 1914. Hij was 23 jaar en werd oorspronkelijk in Geluwe begraven maar na de oorlog naar deze begraafplaats overgebracht. In Geluwe wordt hij herdacht met een gedenkplaat en een kunstwerk. -Bryan John Jones, luitenant-kolonel bij het Leinster Regiment werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO and Bar). -Hugh Dawnay, majoor bij de 2nd Life Guards werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Clement Wattson Payton, luitenant bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). -de onderluitenants Robert Simpson Braidwood, R.O. Campbell en Frank Owen, de sergeanten George Thomson, T.J. Knight en Ernest Edward Edwin Joyner, de korporaals W.E. Coombes en David Brown en soldaat D. Mackenzie werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -verder werden nog 15 officieren onderscheiden met het Military Cross (MC) en 26 manschappen met de Military Medal (MM). | ||
-G. Wells, korporaal bij het London Regiment ontving de Military Medal | ||
-Patrick Bugden, soldaat bij het 31st Bn. Australian Infantry, ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens verschillende acties bij de gevechten bij het Hooge, o.a. het bevrijden van een korporaal en het ophalen van gewonden onder hevig vijandelijk vuur. Hij was 20 jaar toen hij sneuvelde bij één van deze acties op 28 september 1917. -James Andrew Jones, luitenant-kolonel bij de Durham Light Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). -Albert Lewis Stewart, majoor bij het Machine Gun Corps (Infantry) ontving de Distinguished Service Order (DSO). -de kapiteins Arthur Aubrey Clarke, Sydney Riddell, E.D. Symes, Lionel Charles Edwin Baker en Denman L.H. Baynes, luitenant Leslie Johnston Walker Robertson, de onderluitenants John Cowherd, H.G.N. Tarrant en Frank Stuart Cornelius werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Luitenant Francis Willie Goodwin ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). Luitenant Tom Darlington ontving hierbij ook nog de Military Medal (MC, MM). -onderluitenant Charles Edward Hodgson, compagnie sergeant-kwartiermeester C. Norris, sergeanten William Henry Douglas, Charles Butler, F. Dolling, A.P. Wilson en J. Orchard, korporaal W. Organer, drummer J. Hutchinson en soldaat P. Roughley ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). Sergeant J. Sinclair ontving de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM). Sergeant D. Firth ontving de Distinguished Conduct Medal en de Meritorious Service Medal (DCM, MSM). -nog 36 militairen ontvingen de Military Medal (MM) waaronder sergeant Leonard Benjamin Woulidge die deze onderscheiding tweemaal ontving (MM and Bar) | ||
-Harold Payne Philby, majoor bij het York and Lancaster Regiment en Aylmer Vivian Jarrett, kapitein bij hetzelfde regiment werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Owen Hairsine, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Ethelbert Balfour Matthews, compagnie sergeant-majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DSM) | ||
-James Cook Gray, kapitein bij het Border Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten R.F. Worgan en Stephen William George South ontvingen de Military Medal (MM). -Marcel Top is een Belgische burger die is omgekomen op 11 augustus 1915. | ||
info - plan | -Cecil Godfrey Rawling, brigade-generaal bij de Generale Staf van de Somerset Light Infantry werd onderscheiden met de Order of the Indian Empire (CIE)[1], de Order of St. Michael and St. George (CMG) en de Distinguished Service Order (DSO). -Manners, Lord Robert William Orlande, luitenant-kolonel bij het King's Royal Rifle Corps werd onderscheiden met de Order of St. Michael and St. George (CMG) en de Distinguished Service Order (DSO). -William Weston Hearne kolonel bij het Australian Army Medical Corps en Courtenay Talbot Saint Paul, luitenant-kolonel bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Victor Manson Spencer, soldaat bij het 1st Bn. (Otago) New Zealand Regiment, werd wegens desertie geëxecuteerd op 24 februari 1918. Hij was 23 jaar. -Henry Hughes, soldaat bij het 1st/5th Bn. Yorks and Lancs Regiment, werd wegens desertie geëxecuteerd op 10 april 1918. Hij was 27 jaar | |
-korporaal F. Latham en soldaat Francis Harry Morrison ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-Ralph Zouch Drake-Brockman, luitenant bij de Royal Field Artillery, Charles Arthur Carter, onderluitenant bij de Durham Light Infantry en Anthony Johnson, onderluitenant bij het Worcestershire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). A. Johnson ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -kapitein William Anderson Connell, onderluitenant Frederick William Watson, schutter A. Jessup en sergeant William Smith werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde ontving ook de Military Medal (MM). -onderluitenant George Cochrane, sergeant A. Robins, de korporaals David Cohen, Henry Coombes, Robert Henry Hill, E. Shotter en Thomas Watson en schutter James Kavanagh ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Guy Louis Busson du Maurier, luitenant-kolonel bij de Royal Fuseliers. Hij werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Hij was 49 jaar toen hij tijdens een bombardement sneuvelde op 9 maart 1915 en was de oom van de Engelse schrijfster Daphne du Maurier. -Edward Macmahon Seddon, luitenant-kolonel bij de Royal Garrison Artillery en John Angel Gibbs, majoor bij het Welsh Regiment werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -majoor Alan Robert Constantine Jenks, de kapiteins Lawrence Alexander Lewis Fink, Capel Desmond O'Brien Butler, James Patrick Roche, David Francis Scollard, Arthur Cecil Scriven, Heffernan James Considine, Frederick John Henry Tobial Frere, William Bertram Wood, Ivan Harold Garvey en Francis Henry Nash en de onderluitenant James Acheson Maclean werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -P. Collins, soldaat bij de Connaught Rangers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -korporaal J. Hegarty ontving de Military Medal (MM). -soldaat Krag-Juel-Vind-Frijs, Count Ove is een Deense graaf die bij de Canadian Infantry dienstdeed. -James Smith, soldaat bij The King's (Liverpool Regiment) werd wegens desertie geëxecuteerd op 5 september 1917. Hij was 26 jaar. -Stanley Stewart, soldaat bij het 2nd Bn. Royal Scots Fusiliers, werd wegens desertie geëxecuteerd op 29 augustus 1917. Hij was 21 jaar | ||
-P.E. Buckingham, luitenant bij de Royal Air Force en John Darling, onderluitenant bij de Royal Irish Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -luitenant Donald Alvin MacKenzie, sergeant S. Robinson en de soldaten James Murdoch en James McGowan ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Ernest Cowper Slade, luitenant-kolonel bij het Gloucestershire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en het Military Cross (MC). -George Herbert Redden, kapitein bij het East Lancashire Regiment en B.G. Hill, onderluitenant bij de Royal Field Artillery werden eveneens onderscheiden met het Military Cross. -onderluitenant Hubert James Dawes, de sergeants Stanley John Choat, Thomas Albert Dagg, T.R. Doggett, E. Winter en Thomas Campbell ontvingen de Military Medal (MM), de laatste verwierf ook nog de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de korporaals H. Brindle, John Oliver, J.A.R. Tinham, kanonnier Walter Rogers en soldaat W. Naylor ontvingen ook de Military Medal (MM) | ||
-J. Scott en W. McCormick, soldaten bij het Royal Irish Regiment ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-Robert Leonard Creasy, majoor bij de Royal Field Artillery, F.W. Roberts, kapitein bij het Queen's Own (Royal West Kent Regiment) en Charles Service Workman, luitenant bij het Royal Flying Corps werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Walter Le Roy Cook, piloot bij de Royal Canadian Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). -Arthur William Foster, drummer bij de South Wales Borderers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten C.W. Field en M. Henry en de korporaal W.H. Taylor werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). | ||
-W. Fowkes, korporaal bij Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) ontving de Military Medal (MM) | ||
-Alfred Marsh, sergeant bij de The Buffs (East Kent Regiment) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM) | ||
-Alfred George Drake, korporaal bij het 8th Bn, Rifle Brigade ontving het Victoria Cross (VC) voor de moed die hij betoonde bij het beschermen van zijn gewonde officier. Hierbij sneuvelde hij op 23 november 1915 in de leeftijd van 22 jaar. -Frank Guy Shackle, kapitein bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -J.McM. Calder, sergeant bij de Seaforth Highlanders en G. Dickens, korporaal bij de Grenadier Guards werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de korporaals J.T. Searle en I.S. Fox en soldaat P.W. Baker ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Eén graf is afkomstig van het ontruimde Leicester Camp Cemetery. Daarop staan 2 namen gebeiteld, terwijl maar 1 militair in het graf begraven ligt. Het gaat om de stoffelijke resten van één van twee militairen van eenzelfde regiment, die beiden op hetzelfde moment gedood werden. Hun kameraden konden echter slechts één onherkenbaar lijk terugvinden. Vandaar dat beide doden nu op één grafsteen herdacht worden met de tekst: "one of whom is buried in this grave". -Ambrose Robin Innes-Browne, luitenant-kolonel bij de King's Own Scottish Borderers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -majoor Adrian Consett Stephen van de 22nd Army Brigade, Royal Field Artillery werd onderscheiden met het Military Cross (MC) en het Croix de Guerre met palm. Hij sneuvelde op 14 maart 1918 op 26-jarige leeftijd. kapitein Talbert Stevenson van de Black Watch (Royal Highlanders) werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross (MC and Bar). Hij stierf op 14 november 1917 op 22-jarige leeftijd. -de kapiteins I.S. Paterson en R.A. Saunders, de onderluitenants N. McDonald en Humphrey Stanley Reece en de kapelaans Charles Gustave Clark Meister en Basil Pemberton Plumptre werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant Clifford James Loggey, korporaal John F. Barclay, kanonnier Ernest Bennett en compagnie sergeant-majoor J. Nunn werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde ontving ook nog de Military Medal (MM). -er werden nog 17 militairen onderscheiden met de Military Medal (MM) waaronder sergeant G.B. Qruickshank tweemaal (MM and Bar). -Soldaat Leonard Mitchell van het 8th Bn. York and Lancaster Regiment, werd wegens desertie geëxecuteerd op 19 september 1917 | ||
-H.E. Dolan, luitenant bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -W. Chalkley, korporaal bij het Cheshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -korporaal H. Scott en kanonnier Wilfred Strode ontvingen de Military Medal (MM). -D. Hayes, korporaal bij de Royal Dublin Fusiliers sneuvelde op 31 mei 1917. Hij was slechts 16 jaar en het jongste slachtoffer op deze begraafplaats. -Goojar Singh was een Sikh die dienstdeed bij 24th Bn Canadian Infantry. Hij sneuvelde op 19 oktober 1915 op 32-jarige leeftijd. | ||
-John Eden, luitenant bij de 12th (Prince of Wales's Royal) Lancers, sneuvelde op 17 oktober 1914. Hij was 26 jaar en de oudere broer van de latere Britse Eerste minister Sir Anthony Eden. Ter ere van hem werd door zijn familie in de kerk van Kruiseke (Wervik) een gedenkplaat ingehuldigd. -de officieren Harold John Cunningham, Bryan Lutellus Lindley, George Strangman Shannon en A. Stuwart werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant-majoor A. Proud en soldaat J. McKenzie ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de manschappen T. G. Boughton, F. Liversedge en Victor Henry Maine ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Charles George Sneade, luitenant bij het Worcestershire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten James K. Brown en L.H. Surman en de korporaals John Redican Finnie, James Gouldsbrough en L. Kerslake ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Stafverpleegster Nellie Spindler van het Queen Alexandra's Imperial Military Nursing Service is een van de weinige vrouwen op een Britse militaire begraafplaats. -Thomas McGrath werd pas na de oorlog hier begraven als oud-strijder. Sergeant McGrath muteerde als ploegleider naar het Chinese Labour Corps. Na de oorlog zette hij zich in voor de Imperial War Graves Commission, de latere Commonwealth War Graves Commission. Hij was met een Poperingse getrouwd en overleed op 23 april 1920 door ziekte op 31-jarige leeftijd. -Leland Wingate Fernald (driver) van de 5th Bde Canadian Field Artillery was een Amerikaan die vrijwillig dienst nam uit wraak wegens het kelderen van de Lusitania. -Ronald Harcourt Sanderson, luitenant-kolonel bij de 148th Bde. Royal Field Artillery. Op de Olympische Zomerspelen van 1908 in Londen won hij met de Britse ploeg goud in het roeien acht met stuurman. -Soldaat William Baker van het 26th Bn. Royal Fusiliers werd wegens desertie gefusilleerd op 14 oktober 1918 -Frederick Harold Tubb, majoor bij het 7th Bn. Australian Infantry, ontving het Victoria Cross (VC) wegens uitzonderlijke blijken van dapperheid en beroepsijver bij het verdedigen van zijn stelling in de loopgraven van Lone Pine in Gallipoli. -G. Alderson, korporaal bij de Durham Light Infantry ontving de zeldzame Albert Medaille (AM). Hij verwijderde een op scherp staande granaat waardoor hij bij de ontploffing zijn makkers het leven redde, maar zelf aan zijn verwondingen overleed. -Hugh Gregory Fitton, brigade-generaal bij de General Staff werd vereerd met het lidmaatschap in de The most Honourable Order of the Bath (CB) en werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Robert Clements Gore, brigade-generaal bij de General Staff werd vereerd met het lidmaatschap in de The most Honourable Order of the Bath (CB) en in de Orde van Sint-Michaël en Sint-George (CMG). -Malcolm Smith Mercer, generaal-majoor bij de Canadian Army werd vereerd met het lidmaatschap in de The most Honourable Order of the Bath (CB). -Alister Fraser Gordon, brigade-generaal bij de General Staff werd onderscheiden met de Orde van Sint-Michaël en Sint-George (CMG) en de Distinguished Service Order (DSO). -luitenant-kolonel Robert Horn van de Seaforth Highlanders werd tweemaal vereerd met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO and Bar, MC). -er werden nog 16 hogere officieren onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) waarbij luitenant-kolonel William Anderson W. Crellin deze onderscheiding tweemaal heeft verworven (DSO and Bar). -luitenant-kolonel Henry Herbert Kemble en majoor Henry Hutchison verwierven de Distinguished Service Order (DSO) en ook nog het Military Cross (MC). -er zijn nog 66 officieren die het Military Cross verwierven. (MC). Onder hen ontvingen kapitein Owen Reginald Scheiber en onderluitenant Percy Thomas Rayner tweemaal deze onderscheiding (MC and Bar). Kapitein Thomas William Eric Dixon en luitenant B. Shipton verwierven het Military Cross en de Military Medal (MC, MM). -29 militairen werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Sergeant John Ellis ontving deze onderscheiding tweemaal (DCM and Bar). -201 militairen ontvingen ook de Military Medal (MM) waaronder sergeant A.T. Exeter driemaal (MM and 2 Bars). -sergeant-majoor Albert John Abrahams, de sergeanten Robert Joseph Callister, Charles Newlands Houston en Percival Thomas Lloyd en geleider Albert Neville Reeve ontvingen de Meritorious Service Medal (MSM) | ||
-Iets ten westen van de begraafplaats ligt het graf van Majoor William Redmond onder een Iers kruis. Hij was een vurig verdediger van de Ierse onafhankelijkheid. -Ronald Campbell Maclachlan, brigade-generaal bij de General Staff werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Richard Chester Chester-Master, luitenant-kolonel bij het King's Royal Rifle Corps ontving deze onderscheiding tweemaal (DSO and Bar). -Osborn Barlow, kapitein bij het South Staffordshire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Fred Potter, onderluitenant bij het East Lancashire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -onderluitenant A.C. Mousley, sergeant-majoor R. Suckling, de sergeanten H. Makinson en H. Taylorson, korporaal F. Oakley en soldaat R. Sharples ontvingen de Military Medal (MM). -Soldaat Denis Blakemore werd wegens desertie geëxecuteerd op 9 juli 1917. Hij was 28 jaar. -Soldaat William Jones werd wegens desertie geëxecuteerd op 25 oktober 1917. | ||
-sergeant T.H. Chattington en de korporaals W. Penny en T.A. Flewitt ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-Er liggen drie Britse soldaten die wegens desertie geëxecuteerd werden. Joseph Byers, 17 jaar, op 6 februari 1915. Andrew Evans, op 6 februari 1915. George Ernest Collins, 20 jaar, op 15 februari 1915. Het was de laatste maal dat terechtgestelde soldaten op een gewoon kerkhof werden begraven. | ||
-Henry Gallaugher, kapitein bij de Royal Inniskilling Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Alban John Benedict Hudson, luitenant bij het Worcestershire Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). | ||
info - plan | -T.O. Ross, sergeant bij de Canadian Infantry en George Syme, sergeant bij de New Zealand Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten A.J. Rogers en John Denis Supple, korporaal W. Tompkins en soldaat Samuel Kingsbury Osborne ontvingen de Military Medal (MM). -Syd Currie, soldaat bij het 3rd Bn. Canadian Infantry Regiment (Ontario Regiment) is het jongste slachtoffer op deze begraafplaats. Hij was slechts 17 jaar toen hij op 3 juli 1915 sneuvelde. -Albert Parry, soldaat bij het 2nd West Yorkshire Regiment werd wegens desertie op 30 augustus 1917 geëxecuteerd | |
-Bertram Best-Dunkley, luitenant-kolonel bij de Lancashire Fusiliers werd voor zijn schitterende blijken van moed en beroepsijver als bataljonscommandant onderscheiden met het Victoria Cross (VC). Hij overleed aan zijn verwondingen op 5 augustus 1917 in de leeftijd van 27 jaar. -de majoors C.H. Mallock, Miles Barne, Cyril Farmer en Henry Griffith Boone, kapitein Arthur Lionel Gordon-Kidd en de onderluitenants Reginald Rees Jones en William Frederick Leech werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Kapitein Ralph Broomfield Pritchard verwierf daarbij ook nog het Military Cross (DSO MC). -de majoors Charles Worthington-Jones en Charles Meredith Bouverie Chapman, de kapiteins Francis Dawbarn Stones, Howard Caldwell Wright, A.L. MacDonald, James Alexander Ancrum, John Duke en Herbert Eyden, de luitenants Wilfred Stuart Lane Payne, C.O.St.J. Sanderson, A.J.D. Torry, William Anderson, Edward Nettleton Balme, A.C. Bates, Horace Manton Brown en Hubert Granville Holt, de onderluitenants William Henry Griffith, Peter Harper Mitchell en John William Brown werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Kapitein David James Shirres Stephen verwierf deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -luitenant Charles Joseph Knight Edwards, de compagnie sergeant-majoors Thomas Henry Straw en G.A. Holland, sergeant-majoor J. Knott, de sergeanten R.G. Pavey, Sidney Wedd, Hector MacMillan, Robert Mercer McArthur en Harry Leonard Thompson en soldaat Alfred Harris werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Compagnie sergeant-majoor James Willieson Miller ontving daarbovenop ook nog de Meritorious Service Medal (DCM MSM). De sergeanten A. Milgrove en Alfred Philip Bone ontvingen daarbij ook de Military Medal (DCM MM). -sergeant Ernest Albert Bingle werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -nog 46 andere militairen ontvingen de Military Medal (MM). -John Hyde, soldaat bij het King's Royal Rifle Corps werd wegens desertie geëxecuteerd op 5 september 1917. -Charles Britton, soldaat bij het Royal Warwickshire Regiment werd wegens desertie geëxecuteerd op 12 september 1917. -David Gibson, soldaat bij de Royal Scots werd wegens desertie geëxecuteerd op 24 september 1918. Hij was 25 jaar | ||
-Thomas Riversdale Colyer-Fergusson, kapitein bij het 2nd Bn. Northamptonshire Regiment ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moed, bekwame leiding en doorzetting in de aanval. Hij werd gedood door een scherpschutter op 31 juli 1917. Hij was 21 jaar. -Charles Ernest Atchison, luitenant-kolonel bij de King's Shropshire Light Infantry en Leonard George Prentice Errey, luitenant bij de Australian Infantry werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Deze laatste ontving tevens het Military Cross (MC). -de kapiteins Percy Whyatt, Samuel LLewellyn Serpell, L.R.M. Malloch, Audley C.H. Millar, W.D. Reid en Archibald Niven Sinclair, en de luitenants John Alexander McQueen, Alva Elmer Metcalfe en Leonard George Prentice Errey werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Gilbert Leonard Newbery, onderluitenant bij het Army Service Corps verwierf de Volunteer Officers' Decoration (VD). -er liggen nog 24 militairen die de Military Medal (MM) hebben ontvangen. | ||
-Leslie Boully, onderluitenant bij de Australian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -Percy Hunter Coxon, kapitein bij het Border Regiment, G. G. R. Bott, luitenant bij het South Lancashire Regiment, Charles Douglas Scott, luitenant bij de Australian Infantry en D. McN. Joyce, korporaal bij het Gloucestershire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -volgende manschappen ontvingen de Military Medal: de soldaten W. Cooper en W. Hewitt, de korporaals A. E. Durrant, Ralph Oswald Kirby, William Shanks en Edward McKindry Walker, sergeant Michael Patrick O'Brien en onderluitenant William Whitley Gocher. Deze laatste heeft de onderscheiding tweemaal ontvangen, vandaar de toevoeging and Bar (MM and Bar). | ||
-kapitein Learo Aylmer Henry Hackett en luitenant J. Cordner, allebei officier bij de Royal Irish Rifles, werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Francis William Simpson en F. Lee, korporaal R. Johnson, artillerist John Stoddart, kanonnier James Edward Cain en de pioniers Leonard Nelson Edwards en Henry Wallace Mardon ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-C.M. Carbert, kapitein bij de Canadian Canadian Infantry, luitenant Alfred Ernest Chambers en onderluitenant A. Fielding van de Royal Fusiliers en luitenant George Hatcher Seal van het Hampshire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -John Pullar Peatie, korporaal bij de Royal Scots ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM). Terence Lawler, soldaat bij het Machine Gun Corps (Infantry) werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en tweemaal met de Military Medal (DCM, MM and Bar). -compagnie sergeant-majoor George William Fisher, sergeant H. Christie, de korporaals D. Main en J. Graham en de soldaten W.H. Bryant en Fred Norman Watson ontvingen de Military Medal (MM). Soldaat James Martin (alias James Morton) ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). | ||
-Op 4 april 2016 werden vier slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog met militaire eer herbegraven. Zij werden tijdens archeologische opgravingen gevonden. Een van hen behoorde bij de Kings Own Scottish Borderers (KOSB), een ander bij de Rifle Brigade en een derde bij het Royal West Kent Regiment. Hun namen en rang zijn niet bekend. Van een vierde slachtoffer kon men geen gegevens achterhalen. -J. Falvey Beyts, luitenant-kolonel bij de Durham Light Infantry; John Edmund Valentine Isaac, kapitein bij de Rifle Brigade en William Elmer Reymes-Cole, kapitein bij de Royal Munster Fusiliers werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de kapiteins Frank Elliot Belchier en Felix George Buckley en de onderluitenant Clement Joseph Gandy verwierven het Military Cross (MC). -William Hunter Clements, onderluitenant bij de Royal Inniskilling Fusiliers werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). sergeant-majoor P. Timoney, sergeant Arthur William Booth en korporaal H. Jempson verwierven de Distinguished Conduct Medal (DCM). -verder ontvingen nog 24 lagere militairen de Military Medal (MM). | ||
-Eric De Wolf Rounsefell, onderluitenant bij het Leinster Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -A. Pue, korporaal bij de Royal Irish Rifles werd onderscheiden met de Military Medal (MM). | ||
-David Gallaher, sergeant bij het Auckland Regiment was een voormalige kapitein van het Nieuw-Zeelandse Rugby Football Team (The All Blacks). -Soldaat Clifford Robinson Oulton van het 5th Canadian Mounted Rifles Battalion sneuvelde als 15-jarige op 1 november 1917 en is daarmee het jongste slachtoffer op deze begraafplaats. -Soldaat John McFarlane van het 4th Bn. King's Liverpool Regiment, werd wegens desertie geëxecuteerd op 22 mei 1918. Hij was 27 jaar. -Soldaat Joseph Nisbet van het 1st Bn. Leicestershire Regiment, werd wegens desertie geëxecuteerd 23 augustus 1918. -Alexander Tillett, luitenant-kolonel bij het Devonshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC). -Frank Redfern Smith, luitenant bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Medal (DSM). -luitenant-kolonel Alec Graham Scougal, de kapiteins Charles Launcelot Moule, Arthur Hugh Ball, Brian Brock Bayly en Albert William McDonald, de luitenants Richard Owen Jenkins en James Maxwell McIlquham, de onderluitenants William Frederick Kerr Hardman, Charles Edward Collins-Morgan en William Albert Rodwell werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Luitenant R. McIntyre ontving ook nog de Military Medal (MC, MM). -Alick Nicholson, onderluitenant bij het Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) en Percival William Thompson, sergeant-majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -adjudant Cecil Tomalin Bailey, de sergeanten H.L. James, Hugh Farquhar Christie, J. Robson en John Joseph Richardson, korporaal Harold Bemrose en de soldaten John Jones, A. Lalonde, Thomas David Merton en F. Holloway werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -nog 50 militairen ontvingen de Military Medal waarbij sergeant S.C. Davey en de soldaten Albert Storey Storey en M. Hill deze onderscheiding tweemaal verwierven (MM and Bar). | ||
-A.McK. Mitchell, onderluitenant bij het London Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -de korporaals Gerald Arthur Julian Stocker, Walter Pratt, E. Bolton en artillerist F. Lithgow ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Alfred Edmund Godsal, commander op de H.M.S. Vindictive[3] werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en het Croix de guerre (Frankrijk). -Taunton Elliott Viney, luitenant bij de Royal Naval Air Service werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Peter Bettley Robinson, piloot bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). -David Esterling Crealock, Henry Patrick Cobb en Robert Ernest Scammell, allen luitenant bij de Royal Navy werden onderscheiden met het Distinguished Service Cross (DSC). R.E. Scammell ontving ook nog de Distinguished Service Medal (DSM). -Roderick Gimson Mackenzie, kapitein bij de Royal Marines; Peter Wilmer, luitenant bij de Royal Engineers en Roger Bolton Hay, luitenant bij het Royal Flying Corps werden onderscheiden met het Military Cross (MC). | ||
-Douglas Reid King, kapitein bij het Royal Army Medical Corps en Clifford Hugh Reed kapelaan bij het Army Chaplains' Department werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -onderluitenant Edward Vick, sergeant J. Buchanan en soldaat P. Donovan werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -sergeant Thomas Groucott, korporaal Thomas Aitken Nicholson en soldaat Thomas James Finlay ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Clement Robertson, kapitein bij het 3rd Bn. Queen's (Royal West Surrey) Regiment, toegevoegd bij het A Bn. Tank Corps, verkreeg het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig optreden tijdens een tankaanval op 4 oktober 1917, waarbij hij sneuvelde in de leeftijd van 28 jaar. -H.F. Gough, onderluitenant bij het North Staffordshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -T.H. Roughton, kapitein bij de Lancashire Fusiliers en R.S. Thomas, onderluitenant bij het Worcestershire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -onderluitenant Thomas Brew, de sergeanten T. Walmsley, George Bland, William Allan Murgatroyd en R. Read, korporaal C.S.J. Duke en soldaat L. Greenfield werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -nog 13 militairen werden onderscheiden met de Military Medal (MM), waarbij onderluitenant Henry Stewart Anquetil deze tweemaal ontving (MM and Bar). | ||
-Charles Telford Costigan, kapitein bij de Canadian Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en het Military Cross (MC). -Cyril Henry Molloy, kapitein bij het Otago Regiment, N.Z.E.F. en de luitenants T. H. Boyd en Talbert Lawrence Pitman van de Australian Infantry, A.I.F. werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -luitenant Hubert Hume Corney, de sergeanten J. Barton, A.E. Carter, George Thomas Guinea en John Edward Taylor, de korporaals Michael Doohan, Leonard James Gillespie, T.W. Sanderson, A. Payne en J. Gemmell en soldaat K.D. McLean ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Frederick Birks, Luitenant bij de Australian Infantry, 6th Bn. ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn koelbloedig optreden bij het veroveren van vijandelijke stellingen. Hij werd tijdens een bombardement gedood op 21 september 1917, terwijl hij hielp bij het ontgraven van manschappen die bedolven waren door datzelfde bombardement. Hij was 23 jaar. Hij verkreeg eerder ook nog de Military Medal (MM). -William Henry Johnston, Majoor bij de 15th Infantry Brigade, Royal Engineers. Tijdens de opmars van de Duitse troepen gaf hij op 14 september 1914, niettegenstaande hij gewond was, blijk van volharding en moed bij het overbrengen van twee vlotten met munitie over de Aisne. Zo kon de vooruitgeschoven stelling van de troepen over de rivier, behouden blijven. Hiervoor ontving hij het Victoria Cross (VC). Hij sneuvelde tijdens een actie in Ieper op 8 juni 1915. Hij werd 35 jaar. -Victor Augustine Flower, luitenant-kolonel bij het London Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -B.H. Driver, majoor bij het The Queen's (Royal West Surrey Regiment) en Tom Cecil Noel, luitenant bij de Royal Air Force werden onderscheiden met het Military Cross (MC) waarbij laatstgenoemde de onderscheiding tweemaal heeft ontvangen. (MC and Bar). -soldaat Benjamin James Wyatt en de sergeant-majoors Thomas Linington Dallimore en Stephen Jackson ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM), waarbij laatstgenoemde eveneens werd vereerd met de Military Medal (DCM, MM) . -verder ontvingen nog 19 militairen de Military Medal. -De begraafplaats telt zeven graven van Britse militairen die wegens desertie werden geëxecuteerd. Deze zijn: korporaal Frederick Ives (31 jaar), de soldaten George Roe (19 jaar), Thomas Harris (21 jaar), Thomas Docherty, Ernest Fellows (29 jaar), Louis Phillips (23 jaar) en Evan Fraser (19 jaar) | ||
-John Condon, soldaat bij het 2nd Battalion, Royal Irish Regiment. Hij sneuvelde op 24 mei 1915 en wordt met zijn 14 levensjaren beschouwd als de jongste gesneuvelde Britse militair. Uit onderzoek blijkt echter dat meer dan waarschijnlijk een vergissing gebeurde bij de identificatie. -Er liggen zeven militairen die op 20 oktober 1919 omkwamen toen tijdens werkzaamheden op deze begraafplaats een granaat ontplofte. Hun namen zijn: John Byrne, Robert Alfred Eyre, D. Lloyd, Arthur Greaves, B. Tilley, J. Bentham en J.L. Williams. -Hugh Gordon Langton, onderluitenant bij het London Regiment (Royal Fusiliers). Op zijn zerk staat een notenbalk met een muzikaal motief als onderschrift. -soldaat Levi Whowell was 51 jaar toen hij sneuvelde en is daarmee het oudste slachtoffer op deze begraafplaats. | ||
-D.J. Baily, luitenant bij de Royal Munster Fusiliers werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Ernest Laverick, sergeant bij het King's Royal Rifle Corps werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). sergeant Edgar Butler en korporaal James Quinn ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Herbert Stoney Smith, luitenant-kolonel bij het Leicestershire Regiment en R.V. Doherty-Holwell, luitenant-kolonel bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de majoors Maurice Hewson Wilkinson, Edward Charles Randolph Kilkelly en James Foord, de kapiteins Hugh Henry Lean, Philip Mundy Chaworth-Musters en H.G. Pearce, de luitenants Brian Macnamara en Aubrey Francis Blackwell en onderluitenant William Lionel Phillips Griffith-Jones werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Kapitein William Gray Walker ontving deze onderscheiding tweemaal (MC and Bar). -de korporaal Henry James William Anstead (alias H.J.W. Nixon) en de sergeant-majoor A. Noble werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). Laatstgenoemde ontving deze onderscheiding tweemaal (DCM and Bar). -volgende militairen ontvingen de Military Medal (MM): kwartiermeester sergeant J.W. Barker, sergeanten J.N. Smith, George Roy Bice en F.M. Jenkins, korporaal A.C. Smith en geleider G. Buckley. -Op deze begraafplaats liggen 17 militairen begraven die wegens desertie of lafheid werden geëxecuteerd. Dit is het hoogste aantal op één begraafplaats. Hun namen zijn: James H. Wilson, 9 juli 1916. Come Laliberte, 4 augustus 1916, 25 jaar. J. Bennett, 28 augustus 1916, 19 jaar. Albert Botfield, 18 oktober 1916, 28 jaar. Richard Stevenson, 25 oktober 1916. Bernard McGeehan, 2 november 1916. Reginald Thomas Tite, 25 november 1916, 27 jaar. William Henry Simmonds, 1 december 1916, 23 jaar. James Crampton, 4 februari 1917, 39 jaar. John W. Fryer, 14 juni 1917, 23 jaar. James S. Michael, 24 augustus 1917. Joseph Stedman, 5 september 1917, 25 jaar. John Thomas Wall, 6 september 1917, 22 jaar. George Everill, 14 september 1917, 30 jaar. Herbert Morris, 20 september 1917, 17 jaar. Frederick C. Gore, 16 oktober 1917, 19 jaar. Eric Skeffington Poole, 10 december 1916, 31 jaar. Hij was één van de drie Britse officieren die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden geëxecuteerd | ||
-T. Foley, soldaat bij het Cheshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -William Frederick Richard Hart-McHarg, Luitenant-kolonel bij de Canadian Infantry is de hoogste in rang en tevens de oudste (46 jaar) hier begraven militair. -Ch’un Ch’ih Wang, arbeider bij het Chinese Labour Corps, werd wegens moord geëxecuteerd op 8 mei 1919. | ||
-onderluitenant Robert Johnman Dewar, sergeant A.R. Morgan, drummer G. Ratcliffe en soldaat John Joseph Nimmo werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). | ||
-sergeant J. Forrester, korporaal E. Dowling en soldaat A. Bruce ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-J.W. Banner, soldaat bij het Worcestershire Regiment ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM). | ||
-Frederick Youens, onderluitenant bij het 13th Bn. Durham Light Infantry, ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn moedig en koelbloedig optreden bij het veilig stellen van zijn machinegeweerteam, ondanks zijn verwondingen, tijdens een vijandelijke aanval. Hij stierf op 7 juli 1917 in de leeftijd van 24 jaar. -William Francis Brougham R. Dugmore, luitenant-kolonel bij het North Staffordshire Regiment, W.M. Shaw, majoor bij de Royal Field Artillery, Arthur Septimus Conway, majoor bij het North Staffordshire Regiment, John Foster Paton Nash en William Dumbleton Holmes, beiden kapiteins bij de Canadian Infantry en George Mutch, luitenant bij het Royal Flying Corps werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). W.D. Holmes ontving ook nog het Military Cross (DSO, MC). -majoor W.C.K. Birch, de kapiteins Eric Noel Lambert, H. Dean en B.C. Camm, de luitenants Harry Wilfred Knowles, Bernard William Theodore Wickham en George Rigby, kapelaan Edgar Noel Moore en compagnie sergeant-majoor S. Jones werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Ernest Shufflebottom en J. Hayward, de artilleristen Herbert Butterfield en William Edmund Downer en de soldaten Thomas Ternant Rea en George Inkster werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er liggen nog 22 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. -De broers Reginald en Frederick Wild behoorden bij het 43ste Can. Inf. (The Manitoba Regiment) en sneuvelden op dezelfde dag (21 augustus 1916). Zij worden herdacht met Special Memorials die naast elkaar staan opgesteld. | ||
-William Cecil Kennedy Megaw, kapitein bij het Norfolk Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC) | ||
-Harold Thomas Mellings, kapitein bij de Royal Air Force werd tweemaal onderscheiden met het Distinguished Service Cross (DSC and Bar) en met het Distinguished Flying Cross (DFC). Hij was 18 jaar toen hij sneuvelde op 22 juli 1918. -L. A. Ashfield, luitenant bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC). -George Everard Hope, luitenant-kolonel bij de Grenadier Guards, H. E. H. Clayton-Smith, kapitein bij de King's Own Yorkshire Light Infantry en George Edward Tiffany, regiment sergeant-majoor bij de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) ontvingen het Military Cross (MC). -Ernest Alfred Hobbs, matroos bij de Royal Navy werd onderscheiden met de Distinguished Service Medal (DSM). -sergeant Walter Scott Milne, korporaal O.B. Cawood en soldaat H. Kynman ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-W.C. Escott, soldaat bij de King's Own Yorkshire Light Infantry ontving de Military Medal (MM). -W.S. Wilson, schutter bij de Royal Irish Rifles ontving deze onderscheiding tweemaal (MM and Bar). | ||
-M. Bergin, kapelaan bij het Australian Army Chaplains Department werd onderscheiden met het Military Cross (MC) | ||
-David Graham McNicoll, luitenant-kolonel bij de Durham Light Infantry, H.V.M. De La Fontaine, luitenant-kolonel bij het East Surrey Regiment, David Thomson Rogers en Horace Frederick Kingsmill, beiden majoor bij de Australian Field Artillery, William Guthrie Porter, majoor bij de Royal Field Artillery en Cecil Clive Bryan, majoor bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Harold Edward Street, kolonel bij de Royal Field Artillery werd vereerd met de Orde van Sint-Michaël en Sint-George (CMG). -luitenant-kolonel H.M. Hope-Johnstone, majoor William Duncan Kirkland, de kapiteins Nathan Bright Risley, Douglas Scrivenor Howard Keep, William Raymond Pasteur, Harvey Wilfrid Warwick Rowe, F.S. Marr en William Robert Aspinall, de luitenants Harold Roberts en Leonard Melsome Hasler en de onderluitenant Cecil Roy Barrett werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -kapitein Edward Allen Roe en luitenant Hector James Abbott Ferguson ontvingen het Military Cross tweemaal (MC and Bar) en kapitein Walter Henry East zelfs driemaal (MC and 2 Bars). -luitenant F.C. Jackson, sergeant-majoor William Fordham Leeder en sergeant Edward Walpole Lewin werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er liggen 14 militairen begraven die de Military Medal ontvingen waaronder sergeant Philip Thomas Whitehead en soldaat J.M.C. Darrell deze onderscheiding tweemaal ontvingen (MM and Bar). -Charles William Eric Gordon, Brigade-Generaal en Stafofficier, is de hoogste in rang op deze begraafplaats. Hij werd vereerd met de Montenegrijnse Orde van Danilo.[1] Hij was 39 jaar toen hij stierf op 23 juli 1917. -Alfred Wilcox, aalmoezenier bij de YMCA. Hij was 29 jaar toen hij stierf op 18 augustus 1917. -Robert Loveless Barker, schutter bij het 6th Bn. Royal Fusiliers, werd wegens lafheid geëxecuteerd op 4 november 1916. Hij was 21 jaar. -Frederick Loader, soldaat bij het 1/22nd Bn. Royal Fusiliers, werd wegens desertie geëxecuteerd op 19 augustus 1917. -William Smith, soldaat bij het 3/5th Bn. Lancashire Fusiliers, werd wegens desertie geëxecuteerd op 14 november 1917. Hij was 20 jaar | ||
-Bruce Mitchell Taylor, majoor bij de Duke of Cornwall's Light Infantry werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en tweemaal met het Military Cross (MC and Bar). -Horace Frederick Hill, kapitein bij het Middlesex Regiment werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -onderluitenant Henry Russell, sergeant Arthur Cliff en korporaal Arthur Woodhead ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de onderluitenants Robert William Dixon en Harold Gunner, de sergeant Joseph Vickers en korporaal Arthur Edward Thomas Burne ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-C.F.S. Cox, luitenant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) en John Brenchley, onderluitenant bij de Coldstream Guards werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de korporaals R.W. Edwards en Harry J. Winstone ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-Gilbert Walter Lyttelton Talbot, luitenant bij het 7th Bn. Rifle Brigade. Het Talbot House in Poperinge werd naar hem genoemd. Zijn broer Neville Talbot, de latere bisschop van Pretoria, stelde de eerste lijst van de graven op. -Even buiten de begraafplaats aan de linker zijde van de toegang bevindt zich een privaat herinneringskruis voor de onderluitenant Thomas Keith Hedley Rae van het 8th Bn Rifle Brigade. Hij sneuvelde bij een Duitse aanval met vlammenwerpers op 30 juli 1915. Zijn lichaam werd nooit gevonden en zijn naam wordt op de Menenpoort vermeld. -Cecil Godfrey White, kapitein bij de Royal Air Force en Arthur Clarence Brewster, luitenant bij de Australian Infantry, A.I.F. werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -sergeant-majoor Albert Edward Smith, de korporaals Albert Victor Brown en Herbert Henry Chapman en soldaat Walter Hallam ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de korporaals Arthur Edward Blacknell en Michael John Glancy en soldaat Robert Edwards ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Linwood Field, majoor bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en het Military Cross (MC). -de kapiteins R. P. Neville van de Northumberland Fusiliers en P. S. Barker van de Royal Field Artillery ontvingen eveneens het Military Cross. -sergeant-majoor Charles Frederick Brewster, de sergeanten W. Castle, Owen A. Gibbs en William Arthur Holdsworth, de korporaals W. Puddifoot, J. Fife en J. H. Ryder en pionier James Lindsley ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Soldaat R.H. Reeves van de Duke of Cornwall's Light Infantry was slechts 15 jaar toen hij op 8 oktober 1915 door een granaat werd gedood. -De broers George en John Keating, beiden officier bij het Cheshire Regiment, sneuvelden op dezelfde dag (17 februari 1915) en liggen naast elkaar begraven. -Steuart S. Binny, luitenant-kolonel bij de Royal Welsh Fusiliers werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -sergeant C. Jeffery en soldaat E. Burton ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM). -Thomas William Cowans, John Watson Emslie, H. C. May, Albert Edward Stevens en Lawrence John White ontvingen de Military Medal (MM) | ||
foto's St. Joris Communal Cemetery | ||
-Laurence Smith Blanche Brown, onderluitenant bij het Machine Gun Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -Samuel Beech, korporaal bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM) en de Military Medal (MM). -sergeant A. Smith, korporaal Alfred J. Stacey, monteurFrederick Turner en geleider Harry Thomas Page ontvingen de Military Medal (MM). | ||
| ||
-Alan Bryant, luitenant-kolonel bij het Gloucestershire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Hij is de hoogste in rang op deze begraafplaats. -John Fitzgerald Gwynne, kapitein bij het Royal Army Medical Corps; onderluitenant Bernard Gibbs en sergeant-majoor William Halliwell, allebei van de Rifle Brigade en Owen Whitaker, onderluitenant bij de Royal Garrison Artillery werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Thomas Watson, sergeant bij de Royal Garrison Artillery werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -soldaat George Andrew Wheway werd onderscheiden met de Military Medal (MM). -Norman Crowther, soldaat bij de Duke of Wellington's (West Riding Regiment) was slechts 16 jaar toen hij sneuvelde op 23 november 1915 | ||
-korporaal Edward McLaren en soldaat William Elliot, allebei van het The King's (Liverpool Regiment) werden onderscheiden met de Military Medal (MM) | ||
-Frederick Dudley Andrews, kapitein bij het Gloucestershire Regiment en Ian Grant Fleming, kapitein bij de Gordon Highlanders werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -H. Parks, compagnie sergeant-majoor bij de Rifle Brigade en Albert Edward Edmonds, korporaal bij de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). | ||
-H.D. Stokes, luitenant bij het King's Own (Royal Lancaster Regiment) werd vereerd met de Royal Victorian Order (MVO) | ||
-Kapitein Clarence Smith Jeffries van het 34th Battalion Australian Infantry, sneuvelde op 12 oktober 1917 tijdens een succesvolle aanval waarbij hij twee machinegeweren uitschakelde en 30 Duitsers als krijgsgevangenen afvoerde. Hij ontving hiervoor het Victoria Cross (VC). Hij was 23 jaar oud. -Sergeant Lewis McGee van het 40th Battalion Australian Infantry kreeg het Victoria Cross (VC) voor zijn koelbloedig en moedig leiden van zijn peloton bij het veroveren van een vijandelijke bunker en het eigenhandig uitschakelen van de bemanning. Hij sneuvelde op 12 oktober 1917 tijdens een latere actie. Hij was 29 jaar oud. -Soldaat James Peter Robertson van het 27th (Manitoba) Battalion Canadian Infantry. Op 6 november 1917 wou hij na een eerder geslaagde actie, waarbij hij met zijn peloton een vijandelijke machinegeweerpost veroverd had, twee zwaar gewonde makkers onder hevig vijandelijk vuur in veiligheid brengen. Hij sneuvelde bij het terugbrengen van de tweede man. Hij was 35 jaar. Hiervoor werd hem het Victoria Cross (VC) toegekend. -Frederick William Orby Maycock, majoor bij het Suffolk Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Korporaal Richard Verhaeghe van het 5nd Bn, Canadian Mounted Rifles. Was een Belgische immigrant met Canadese nationaliteit. Hij was drager van de Military Medal (MM) en sneuvelde op 30 oktober 1917. -James Foster Riddell, brigadegeneraal bij de Generale Staf is de hoogste in rang op deze begraafplaats. Hij stierf op 26 april 1915 in de leeftijd van 52 jaar. -Soldaat John Nicholas Crowley van het 34th Bn, Australian Infantry stierf op 12 oktober 1917 en is met zijn 52 jaar de oudste gesneuvelde soldaat op deze begraafplaats. -Op het "Memorial to the missing" staan nog 3 dragers van het Victoria Cross (VC) vermeld: -Philip Eric Bent, Luitenant-kolonel bij het Leicestershire Regiment 9th Bn is ook drager van de Distinguished Service Order (DSO). Hij sneuvelde op 1 oktober 1917 in de leeftijd van 26 jaar. -Korporaal William Clamp van het 6th Bn. Yorkshire Regiment sneuvelde op 9 oktober 1917. Hij werd 26 jaar. -Korporaal Ernest Seaman van het 2nd Bn. Royal Inniskilling Fusiliers sneuvelde op 29 september 1918. Hij werd 25 jaar. | ||
-Ralph Piggott Whittington-Ince, luitenant bij het East Yorkshire Regiment, John Blackie, luitenant bij de Royal Scots, Charles Ernest Phillips, luitenant bij het Royal Irish Regiment, Francis William Blake, onderluitenant bij de Durham Light Infantry, Henry Mornington Fisher, onderluitenant bij de Royal Field Artillery en Herbert Rufus Evlyn Irving, onderluitenant bij de Lancashire Fusiliers werden onderscheiden met het Military Cross. (MC). -Compagnie sergeant-majoor W. Hillyard werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en ontving ook nog de Military Medal (DCM and Bar, MM). -sergeant Colin Campbell Gourlay en de compagnie sergeant-majoor T.M. Forrester werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten Archibald Angus Shaw, W. Laidlaw en Henry James Hartnell, korporaal John O'Rourke, geleider C.G. Beaumont, de soldaten William P. King en R.F. Nightingale ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Francis Octavius Grenfell kapitein bij de 9th (Queen's Royal) Lancers ontving het Victoria Cross (VC) wegens zijn dappere houding tijdens gevechten in Audregnies op 24 augustus 1914. Hij sneuvelde op 24 mei 1915 tijdens de Tweede Slag om Ieper in de buurt van 't Hooge (Zillebeke). -Clement B. Ogilvy Freeman-Mitford, majoor bij de 10th (Prince of Wales's Own Royal) Hussars werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -Cecil Colson, majoor bij de Royal Garrison Artillery; Myles Boddington, kapitein bij de King's Shropshire Light Infantry; R. MacNae, onderluitenant bij de The King's (Liverpool Regiment) en E.G.E. Wright, onderluitenant bij de Somerset Light Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -onderluitenant Arthur Robert Reginald Rowe, sergeant T. Hallwood, schutter F.W. Ward en soldaat A. Hallimore werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -sergeant S.F. Stevens, de korporaals William Lawton, Ernest Kay, H.V.W. Haslegrave en A.H. George en artillerist Charlie Alfred Richardson Labdon ontvingen de Military Medal ((MM). -De soldaten Alexander Lamb en Albert Rickman (27 jaar) werden wegens desertie respectievelijk op 2 oktober 1915 en 15 september 1916 geëxecuteerd. -James Duffy, soldaat bij de Canadian Infantry. Hij was in 1914 de winnaar van de Boston Marathon (Massachusetts) en nam voor Canada ook deel aan de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm. Duffy ging om te dienen in de Canadese infanterie en werd gewond op 22 april 1915 in Langemark. De volgende dag overleed hij aan zijn verwondingen. | ||
-John Kendrick Skinner, Company Sergeant Major bij de King's Own Scottish Borderers is drager van het Victoria Cross, het Distinguished Conduct Medal (DCM) en het Croix de Guerre. Hij sneuvelde op 17 maart 1918. -majoor Chester William Todd en kapitein Oscar Eugene Gallie, allebei bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Laatstgenoemde ontving ook het Military Cross (DSO, MC). -volgende officieren ontvingen het Military Cross (MC): P.M. Pridmore, S.A. Rodney-Ricketts, R. Day, J.P. Wheeler, P. Wright, W.J. McMullin, A.H. Carrigan, H. Chronnell, S.G. Harbord, F.G. Bond, A.F.D. Colson, J.L. Sowinski, W.J. Knox, J.C. Foster en A.M. Gordon. -de sergeanten W. Lynch van het King's Own (Royal Lancaster Regiment) en Albert Edward Marshall van de Royal Field Artillery en korporaal S.M. Chapman van de Royal Engineers werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er zijn 25 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. -Soldaat Edward Delargy van het 1st/8th Bn. Royal Scots werd wegens desertie geëxecuteerd op 6 september 1917. Hij was 19 jaar | ||
-Francis Douglas Farquhar, luitenant-kolonel bij de Princess Patricia's Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment) en Herbert Cecil Buller, majoor bij de Rifle Brigade werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -majoor Thomas Kelly, kapitein Chafen Cecil Newman en de luitenants John Brown en James Kirk Simpson werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Kapitein Philip Edwin Leybourne ontving tweemaal het Military Cross (MC and Bar). -de sergeanten Bernard Henry Dugmore en H. Randall werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). De sergeant-majoor George Warren ontving deze onderscheiding tweemaal (DCM and Bar). -er liggen nog 10 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. -Hier ligt George Llewelyn Davies begraven. Hij was met z'n broers de inspiratiebron voor J.M. Barrie's toneelstuk Peter Pan | ||
-de kapiteins Philip Umfreville Laws, Elliot Krolik, John Stanley Beck, luitenant Joseph Patrick Coghlan en de onderluitenants Vernon Page en Ian Victor Douglas werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -D.E. Dollery, sergeant bij het Hampshire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM). -sergeant Alfred Edward Finch, de korporaals Algernon Roland Lane en J. Wright en de soldaten H. Brooker,A. Fairweather en W.A. Newman ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-W.H. Taylor, hij was hoefsmid (Engels: shoeing smith - geen militaire graad) bij de Royal Field Artillery. | ||
-A.R. Backus, kapitein bij de Rifle Brigade en Norman John Browne luitenant bij de Australian Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de Britten William Henry Goodman en Charles Leyland en de Australiërs T. Veltman en Cedric Wyndham ontvingen de Military Medal (MM). -rifleman Thomas Donovan werd op 31 oktober 1917 wegens desertie terechtgesteld. Op 22 augustus 1917 deed hij voor de 4de keer een poging tot desertie. Hij was 20 jaar | ||
-W. Mallin, sergeant bij het South Lancashire Regiment werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal en de Military Medal (DCM, MM). -James Alfred Robinson en zijn broer Charles Frederick liggen in hetzelfde graf maar hebben elk een eigen grafzerk. Zij sneuvelden op 16 september 1917. Een andere broer, William Charles, sneuvelde eveneens en ligt in London Cemetery and Extension begraven. | ||
-Eric Stuart Dougall, majoor bij de 88th Brigade, Royal Field Artillery. Hij ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn uitzonderlijke dapperheid en bekwaam leiderschap en was ook drager van het Military Cross (MC). Hij sneuvelde op 14 april 1918 in de leeftijd van 32 jaar en is een van de vier slachtoffers die worden herdacht met een Special Memorial. -R.B. Powell-Johnson, luitenant bij de Royal Garrison Artillery en Charles Gordon Harrison, onderluitenant bij het South Lancashire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de sergeanten Percy John Dix Farmer, Horace Harrington en F. M. Ralph werden onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). -de korporaals Cuthbert Brookes en Benjamin Pescod en soldaat H. Kivell ontvingen de Military Medal (MM) | ||
-Korporaal Louis Henri Van Minsel, is een Belgische militair die sneuvelde op 24 mei 1940 -Soldaat Robert Morrow, van het 1st Battalion Royal Irish Fusiliers ontving het Victoria Cross (VC) voor het op eigen initiatief en onder hevig artillerievuur terugbrengen van manschappen die bedolven waren onder ingestorte loopgraven. Hij sneuvelde tijdens een actie in Sint-Jan op 26 april 1915 in de leeftijd van 24 jaar. -William Edward Green, luitenant-kolonel bij het Northamptonshire Regiment werd onderscheiden met het Distinguished Flying Cross (DFC) en de Territorial Decoration (TD). -Francis Alexander Umfreville Pickering, luitenant-kolonel bij de 2nd Dragoons (Royal Scots Greys) en Walter Guy Nicholas Breton, majoor bij de Royal Garrison Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -de officieren Joseph Michael Buckley, Bernard Stanley Heath, William Arthur Lloyd Poundall en Victor Charles Warr werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -de manschappen James Ahern, T. P. Brown, R. Carvell, T. Harper, D. Rathbone, J. Slater, Edward Hollock Smith en R. Waddington ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-A.H. Godfrey, compagnie sergeant-majoor bij de Royal Engineers werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM) | ||
-korporaal Basil Thomas Ferris, soldaat Henry James Williams en kanonnier A. Thomson ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-S.P.J. Macdonald, kapitein bij het Worcestershire Regiment; Alan Hurst Preston, luitenant bij het New Zealand Machine Gun Corps en John Cecil Drury Reid, luitenant bij de Australian Pioneers werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Laurence Elliot Booth, majoor bij de Royal Field Artillery ontving het Military Cross tweemaal (MC and Bar). -sergeant-majoor Sidney Charles Searles, de sergeanten A. Goodey, W.O. Miller en John Walter Wise werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er zijn nog 12 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen | ||
-William Lancelot Young, kapitein bij de Australian Infantry, A.I.F. werd onderscheiden met het Military Cross (MC). -compagnie sergeant-majoor Cecil Alexander Gates, sergeant C.J. Amphlett en pionier Arthur William Kay werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -sergeant kwartiermeester Walter George Philpott, sergeanten William James McParland en Michael Robertson, korporaals John James Gillard en F. Burrow en de soldaten Richard Belcher, S.H. Southern en T. Waistell ontvingen de Military Medal (MM). | ||
-Francis Aylmer Maxwell, brigadegeneraal bij het 18th King George’s Own Lancers, Indian Cavalry, is drager van het Victoria Cross (VC), Distinguished Service Order (DSO) en het Order of the Star of India (CSI). Hij sneuvelde op 21 september 1917 door een kogel van een Duitse scherpschutter tijdens het commando van de 27th Brigade, 9th (Scottish) Division. -Arthur Cecil Lowe, brigadegeneraal bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Order of St Michael and St George (CMG) en de Distinguished Service Order (DSO). -de luitenant-kolonels Athelstan Moore, Edward Robert Burne, N.M.C.D. Teacher en Audley Charles Pratt; de majoors James Leadbitter Knott en William Affleck Adams werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -St. Barbe Russell Slade, luitenant-kolonel bij het The Queen's (Royal West Surrey Regiment) werd onderscheiden met de Territorial Decoration (TD). -John Maxwell, luitenant-kolonel bij de Rifle Brigade en F. Davenport, majoor bij de Royal Field Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Military Cross (DSO, MC) -Charles Augustus King, luitenant-kolonel bij het Canterbury Regiment, N.Z.E.F werd tweemaal onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO and Bar). Hij is ook drager van het Croix de guerre (Frankrijk). -Eric Waterlow, kapitein bij de Royal Air Force werd onderscheiden met het Military Cross en het Distinguished Flying Cross (MC, DFC). -kapitein Herbert Mather Spoor; de luitenants R.R. Brunton, William Mandeville Sankey en Francis John Tuckett; de onderluitenants Osmer Noel Stewart en G.O. Edwards werden onderscheiden met het Military Cross (MC). Luitenant William Matthew Conroy ontving hierbij ook nog de Military Medal (MC, MM). -Edwin Alfred Trendell, luitenant bij de Canadian Infantry werd tweemaal onderscheiden met het Military Cross en ontving ook de Military Medal (MC and Bar, MM). -onderluitenant Henry William Nicholson, de sergeanten Edward Robert Furniss en Joseph Ernest Jackson en de soldaten D.I. Griffiths, James Daniel Wilks, T. Hewitt en T.C. Arthur werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -er zijn nog 26 militairen die de Military Medal (MM) ontvingen. -Marsden Atkinson, sergeant bij het Army Service Corps werd onderscheiden met de Meritorious Service Medal (MSM). | ||
-Prins Maurice Victor Donald of Battenberg[1], luitenant bij het 1st King's Royal Rifle Corps, was een kleinzoon van koningin Victoria. Hij werd vereerd met de titel van Knight Commander of the Royal Victorian Order (KCVO). Hij was 23 jaar toen hij sneuvelde op 27 oktober 1914 tijdens gevechten nabij Broodseinde. Zijn neven (zonen van de Duitse keizer Wilhelm II) vochten aan Duitse zijde. -Charles George Francis Mercer-Nairne, majoor bij de 1st (Royal) Dragoons en William George Sidney Cadogan, majoor bij de 10th (Prince of Wales's Own Royal) Hussars werden vereerd met de Koninklijke Orde van Victoria (Royal Victorian Order) (MVO). -Albert Alexander Leslie Stephen, kapitein adjudant bij de Scots Guards werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -luitenant Edmund Wilkinson en sergeant-majoor Edward James King werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -Een 50-tal medewerkers van de Commonwealth War Graves Commission (vroeger de Imperial War Graves Commission genoemd) liggen hier ook begraven. -Frederic Walter Kerr, kolonel bij de Gordon Highlanders; Arthur Jex Blake Percival, luitenant-kolonel bij de Northumberland Fusiliers; Hugh Wordsworth Atlay, majoor bij de Royal Field Artillery en John Hammon Massie, majoor bij de Royal Garrison Artillery werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). -kapitein Thomas Avery, de sergeant-majoors Frank Henry Clay en Albert Cox, korporaal J.A. McGovern en pionier G.P. Burns werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM). -de sergeanten George Douglas Buchan, Harold Vernon Wood, de korporaals F.T. Gibson en J.W. Sunter en soldaat P.Daly ontvingen de Military Medal (MM). -sergeant Jamis McIlroy ontving tweemaal de Military Medal (MM and Bar). -Karel Pavlik was een Tsjecho-Slowaak die als vrijwilliger dienst nam als sergeant bij de Royal Air Force. Hij maakte deel uit van het 313e (Tsjecho-Slowaakse) Squadron toen hij werd neergeschoten op 5 mei 1942. Hij was 24 jaar. -Lord Charles Sackville Pelham Worsley. Luitenant bij de Royal Horse Guards. Hij was de zoon van Charles Alfred Worsley Pelham, 4de graaf van Yarborough. Hij sneuvelde op 30 oktober 1914 in de omgeving van Zandvoorde. Hij was 27 jaar. -Op 20 april 2016 werden zes slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog met militaire eer herbegraven. Zij werden tijdens werkzaamheden in de wijk De Vloei in Ieper gevonden. Twee van hen konden door middel van DNA-onderzoek geïdentificeerd worden als Joseph William Rowbottom en Albert William Venus, allebei behorende tot de Royal Field Artillery. | ||
-James Anson Otho Brooke, kapitein bij de Gordon Highlanders ontving het Victoria Cross (VC) voor zijn koelbloedige leiding tijdens de gevechten bij Geluveld op 29 oktober 1914, de dag waarop hij sneuvelde op de leeftijd van 30 jaar. -Louis McGuffie, sergeant bij de King's Own Scottish Borderers ontving het Victoria Cross (VC) wegens zijn moedig optreden tijdens het veroveren van vijandelijke schuilholen nabij Wijtschate. Hij overleed aan zijn verwondingen op 4 oktober 1918 op de leeftijd van 24 jaar. -Beauchamp Tyndall Pell, luitenant-kolonel bij het The Queen's (Royal West Surrey Regiment) en Henry William Crichton, majoor bij de Royal Horse Guards werden onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO). Laatstgenoemde verwierf ook de Royal Victorian Order (MVO). -John Valentine Cook, kapitein bij het The Queen's (Royal West Surrey Regiment) en Henry Ewart Bethune, kapitein bij de Highland Light Infantry werden onderscheiden met het Military Cross (MC). -Tom Mallett, sergeant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment) ontving de Distinguished Conduct Medal (DCM). -sergeant Frederick George Hoy, de korporaals Harold Frederick Stevens en J. Neally, schutter Patrick O'Shaughnessy, kanonnier George Armstrong Thompson en de soldaten H. Northrop, W. Ward, William George Elkins en W. Chandler ontvingen de Military Medal (MM). | ||
|